MultiTransmitter is een integratiemodule met 18 bekabelde zones waarmee u detectoren van derden kunt aansluiten op het Ajax-beveiligingssysteem. MultiTransmitter uitgerust met twee sabotagesensoren die het apparaat beschermen tegen demontage. Het apparaat wordt gevoed via het hoofdnet (100-240 V wisselstroom) en werkt ook op een reservebatterij van 12 V. MultiTransmitter kan 12 V stroom leveren aan de aangesloten detectoren.
MultiTransmitter werkt als onderdeel van het Ajax-beveiligingssysteem door verbinding te maken met de hub via het beveiligde radiocommunicatieprotocol Jeweller. Het communicatiebereik van de hub bedraagt tot 2000 meter als er geen obstakels zijn. Indien jamming of interferentie wordt gedetecteerd, wordt de gebeurtenis ‘hoge mate van interferentie op Jeweller-frequenties’ doorgegeven aan de meldkamer van het beveiligingsbedrijf en de gebruikers van het systeem.
Werkt niet samen met ocBridge Plus, uartBridge en andere centrale eenheden van derde partijen
Het apparaat maakt verbinding met de hub en wordt geconfigureerd via de Ajax-apps op iOS, Android, macOS en Windows. Alle alarmen en gebruikersgebeurtenissen worden gemeld via pushmeldingen, sms-berichten en oproepen indien ingeschakeld. Het Ajax-beveiligingssysteem kan worden aangesloten op de meldkamer van het beveiligingsbedrijf. De lijst met erkende partners vindt u hier.
Functionele elementen
Elementen van de behuizing
- Schroeven voor het deksel van de behuizing. Losschroeven met meegeleverde inbussleutel (Ø 4 mm)
- Holte voor reservebatterij
Batterij niet inbegrepen bij MultiTransmitter-set
- QR-code en ID/serienummer van het apparaat
- Geperforeerd deel van de behuizing. Nodig voor activatie bij sabotage in geval van pogingen tot demontage
- Geperforeerd deel van de behuizing voor de uitvoer van draden van aangesloten detectoren en apparaten
MultiTransmitter-kaartelementen
- Voedingsklemmen voor branddetectoren
- Ingang van stroomvoorziening 110/230 V
- Sabotageknop. Signaleert of het deksel van de MultiTransmitter-behuizing is verwijderd
- Aansluitklemmen voor het aansluiten van een reservebatterij van 12 V
- Aan/uit-knop
- Led-indicatie
- QR-code en ID/serienummer van het apparaat
- Aansluitklemmen voor het aansluiten van bedrade detectoren (zones)
MultiTransmitter-aansluitklemmen
Linkse aansluitklemmen:
GND — standaardaarde van MultiTransmitter
+EXT — voedingsuitgang van 12 V voor branddetectoren
COM — standaardingang voor het aansluiten van voedingscircuits en signaalcontacten van bedrade detectoren
Rechtse aansluitklemmen:
Z1–Z18 — ingang voor bedrade detectoraansluiting
+12 V — Voedingsuitgang van 12 V voor bedrade detectoren
COM — standaardingang voor het aansluiten van voedingscircuits en signaalcontacten van bedrade detectoren
LED-indicatie
De led-indicatie van MultiTransmitter kan wit, rood of groen oplichten, afhankelijk van de status van het apparaat. Let op: de led-indicatie is niet zichtbaar wanneer het deksel van de behuizing gesloten is, maar de status van het apparaat is wel te zien in de Ajax-app.
LED-indicatie | Gebeurtenis | Opmerking |
Witte lichten | Verbinding met de hub is tot stand gebracht, externe voeding is aangesloten | |
Rode lichten | Er is geen verbinding met de hub, externe voeding is aangesloten | Bijvoorbeeld, de hub is uitgeschakeld of MultiTransmitter bevindt zich buiten het dekkingsgebied van het draadloze netwerk van de hub |
Gaat 0,5 seconde uit, licht dan groen op en gaat uit | MultiTransmitter wordt uitgeschakeld | |
Knippert eenmaal per seconde rood | MultiTransmitter is niet toegewezen aan de hub | |
Licht één seconde per 10 seconden op | Er is geen externe voeding aangesloten op MultiTransmitter |
Licht wit op als er verbinding met de hub is. Licht rood op als er geen verbinding met de hub is |
Tijdens een alarm licht het geleidelijk op en gaat het om de 10 seconden uit | Geen externe voeding en ontladen externe batterij van MultiTransmitter |
Licht wit op als er verbinding met de hub is. Licht rood op als er geen verbinding met de hub is |
Indien MultiTransmitter niet aan de hub is toegewezen of de verbinding met de hub is verloren, zal de integratiemodule geen indicatie geven van de batterijstatus of de aanwezigheid van een externe voeding.
Werkingsprincipe
MultiTransmitter is ontworpen om bedrade detectoren en apparaten van derden aan te sluiten op het Ajax-beveiligingssysteem. De integratiemodule ontvangt informatie over alarmen en activeringen van sabotagedetectoren via draden die op de aansluitklemmen zijn aangesloten.
MultiTransmitter kan worden gebruikt voor de aansluiting van paniek- en medische alarmknoppen, binnen- en buitenbewegingsdetectoren en ook detectoren voor het opsporen van deuren en ramen die worden geopend, trillingen, glasbreuk, brand, gas, lekkage, enz. Het apparaattype wordt aangegeven in de zone-instellingen. De tekst met de meldingen over alarmen en gebeurtenissen van het aangesloten apparaat en ook de gebeurteniscodes die naar de meldkamer van het beveiligingsbedrijf worden verzonden, zijn afhankelijk van het geselecteerde apparaattype.
Er zijn in totaal 6 apparaattypes beschikbaar:
Type | Pictogram |
Sabotage |
|
Inbraakalarm |
|
Brandalarm |
|
Medisch alarm |
|
Paniekknop |
|
Gasconcentratie-alarm |
|
MultiTransmitter heeft 18 bedrade zones. Het aantal aangesloten apparaten is afhankelijk van hun stroomverbruik. Het totale maximale stroomverbruik van alle aangesloten apparaten of detectoren bedraagt 1 A.
Ondersteunde verbindingstypes:
Aanduiding | Type |
NEE | Normaal geopend |
NC | Normaal gesloten. Zonder weerstanden |
EOL (NC met weerstanden) | Normaal gesloten. Met weerstanden |
EOL (NO met weerstanden) | Normaal geopend. Met weerstanden |
De integratiemodule heeft 3 voedingslijnen van 12 V: één speciale lijn voor branddetectoren en twee lijnen voor andere apparaten.
Na het brandalarm moet de stroom van de branddetectoren gereset worden voordat ze weer normaal kunnen werken. Daarom mag de voeding van de branddetectoren alleen worden aangesloten op een speciale lijn. Sluit ook geen andere detectoren en apparaten aan op de voedingsklemmen van de branddetectoren. Dit kan leiden tot valse alarmen of de onjuiste werking van de apparaten.
Gebeurtenis verzenden naar de meldkamer
Het Ajax-beveiligingssysteem kan verbinding maken met de meldkamer en alarmen doorzenden naar de meldkamer in Sur-Gard- (ContactID) en SIA-protocolindelingen.
Het loopnummer (zone) van de integratiemodule en de daarop aangesloten apparaten vindt u in Ajax-apps, in het menu Groups van de hub-instellingen.
Als u het nummer van de loop (zone) te weten wilt komen, selecteert u de groep waarin de integratiemodule zich bevindt of het gewenste aangesloten apparaat. Het Apparaatnummer (of Apparaatindex in Ajax PRO Desktop) komt overeen met het loopnummer (zone).
Verbinding maken met de hub
MultiTransmitter werkt voor het Ajax-beveiligingssysteem als één enkel apparaat en elk aangesloten apparaat of detector neemt één slot in op het beperkte aantal hub-apparaten — 100 bij Hub en Hub 2, 150 bij Hub Plus en 200 bij Hub 2 Plus.
Bedrade detectoren kunnen zowel voor als na het aansluiten van de module op de hub worden aangesloten op MultiTransmitter.
Voordat u de verbinding start
- Installeer de Ajax-app. Maak een account aan. Voeg een hub toe aan de app en maak tenminste één ruimte.
- Controleer of de hub is ingeschakeld en toegang heeft tot het internet (via een ethernetkabel, wifi en/of een mobiel netwerk). U kunt dit doen in de Ajax-app of door te kijken naar het hub-logo op het voorpaneel. Het logo moet wit of groen oplichten als de hub verbonden is met het netwerk.
- Controleer of de hub is uitgeschakeld en niet wordt bijgewerkt door de status in de app te controleren.
Alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen MultiTransmitter toevoegen aan de hub.
Als u MultiTransmitter wilt aansluiten
- Ga naar het tabblad Apparaten
in de Ajax-app en klik op Apparaat toevoegen.
- Geef de integratiemodule een naam, scan of voer de QR-code handmatig in (deze bevindt zich op de behuizing en de verpakking) en selecteer de ruimte waar de module geplaatst zal worden.
- Klik op Toevoegen. Het aftellen begint dan.
- Schakel MultiTransmitter in door de aan/uit-knop 3 seconden ingedrukt te houden. Houd er rekening mee dat het verzoek om verbinding te maken met de hub alleen wordt verzonden wanneer de integratiemodule is ingeschakeld.
Om de detectie en koppeling te laten plaatsvinden, moet de integratiemodule zich binnen het dekkingsgebied van het draadloze netwerk van de hub bevinden (bij hetzelfde beveiligde object).
Als de verbinding is mislukt, ontkoppel dan MultiTransmitter gedurende 5 seconden en probeer het opnieuw.
Indien de integratiemodule reeds aan een andere hub is toegewezen, schakelt u de integratiemodule uit en volgt u het standaardproces voor het toevoegen van een apparaat.
De aangesloten integratiemodule verschijnt in de app bij de lijst met apparaten van de hub. Het bijwerken van de apparaatstatus in de lijst is afhankelijk van de ping-tijd die is gedefinieerd in de Jeweller-instellingen. De standaardwaarde is 36 seconden.
MultiTransmitter-statussen
Pictogrammen
Pictogrammen geven enkele van de statussen van MultiTransmitter weer. U kunt ze bekijken in de Ajax-app bij het tabblad Apparaten .
Pictogram | Waarde |
Signaalsterkte van Jeweller: toont de signaalsterkte tussen de hub en MultiTransmitter. | |
Een branddetector aangesloten op MultiTransmitter heeft een alarm geregistreerd | |
Batterijniveau van MultiTransmitter | |
MultiTransmitter heeft een storing. De lijst is beschikbaar bij de statussen van de integratiemodule | |
MultiTransmitter werkt via een ReX-radiosignaalversterker |
Statussen
De statussen vindt u in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer MultiTransmitter uit de lijst.
Parameter | Waarde |
Storing |
Klik op Het veld wordt alleen weergegeven als er een storing is gedetecteerd. |
Jeweller signaalsterkte | Signaalsterkte tussen de hub en MultiTransmitter |
Verbinding via Jeweller | Verbindingsstatus tussen de hub en MultiTransmitter |
Batterijlading |
Batterijlading van het apparaat. Weergegeven als een percentage |
Deksel |
De status van sabotagedetectoren die reageren op het losmaken of de schending van de behuizing |
Externe voeding | De aanwezigheid van een externe voeding van 110/230 V |
ReX ‘naam van de signaalversterker’ |
De verbindingsstatus van de ReX-signaalversterker. Wordt weergegeven als MultiTransmitter werkt via een ReX-radiosignaalversterker |
Voedingslijn van de detector | Status van de voedingsklemmen van de detector:
|
Voedingslijn van de branddetector | Status van de voedingsklemmen van de branddetectoren:
|
Tijdelijke deactivering | Toont de status van de tijdelijke uitschakelfunctie van het apparaat:
|
Firmware | Firmwareversie van MultiTransmitter. Het is niet mogelijk om de firmware te veranderen |
Apparaat-ID | ID/serienummer van MultiTransmitter. Ook te vinden op de doos van het apparaat en op de behuizing van de integratiemodule |
MultiTransmitter-instellingen
U kunt de instellingen wijzigen in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer MultiTransmitter uit de lijst.
- Ga naar Instellingen door op het
-pictogram te klikken.
Opmerking: na het wijzigen van de instellingen moet u op de knop Terug klikken om de wijzigingen op te slaan.
Instelling | Waarde |
Eerste veld |
Naam van de integratiemodule die kan worden bewerkt. De naam van het apparaat wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in de eventlog. De naam kan maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bevatten |
Ruimte | De virtuele ruimte selecteren waaraan MultiTransmitter is toegewezen. De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in de eventlog |
Waarschuwing met een sirene, als de stroomvoorziening voor detectoren een kortsluiting heeft | Indien ingeschakeld, geven sirenes die op het beveiligingssysteem zijn aangesloten een signaal als de stroomkabel van de detectoren een kortsluiting heeft |
Jeweller signaalsterktetest |
Schakelt de integratiemodule naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller. Met de test kunt u de signaalsterkte tussen de hub en MultiTransmitter controleren en de optimale installatieplaats bepalen |
Signaaldempingstest |
Schakelt MultiTransmitter in de teststand voor de dempingtest van het signaal |
Tijdelijke deactivering |
Hiermee kan de gebruiker het apparaat loskoppelen zonder het uit het systeem te verwijderen. Er zijn twee opties beschikbaar:
Meer informatie over de tijdelijke deactivatie van apparaten Opmerking: het systeem negeert alleen het uitgeschakelde apparaat. Apparaten die met MultiTransmitter zijn verbonden, blijven normaal werken Het systeem kan ook automatisch apparaten uitschakelen als het ingestelde aantal alarmen wordt overschreden of als de hersteltimer afloopt. Meer informatie over de automatische uitschakeling van apparaten |
Gebruikershandleiding | Opent de Gebruikershandleiding van MultiTransmitter |
Apparaat ontkoppelen | Ontkoppelt MultiTransmitter, koppelt hem los van de hub en verwijdert de instellingen |
Statussen van de aangesloten detectoren en apparaten
U kunt de status van aangesloten bedrade detectoren en apparaten vinden in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer MultiTransmitter in de apparatenlijst.
- Klik op Apparaten.
- Selecteer het apparaat uit de lijst.
Parameter | Waarde |
Storing |
Klik op Het veld wordt alleen weergegeven als er een storing is gedetecteerd |
Vertraging bij binnenkomst, sec |
Tijd van vertraging bij binnenkomst in seconden. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u het pand betreedt |
Vertraging bij vertrek, sec |
Tijd van vertraging bij vertrek in seconden. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het pand te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld |
Status van detector | De status van de aangesloten bedrade detector:
|
Altijd actief | Indien ingeschakeld, staat het alarm van de detector altijd aan |
MultiTransmitter | Status en naam van MultiTransmitter waarop de bedrade detector is aangesloten:
|
Tijdelijke deactivering | Toont de status van de tijdelijke uitschakelfunctie van het apparaat:
|
Apparaatnummer | Het nummer van de MultiTransmitter-zone waarop de detector is aangesloten |
Instellingen van aangesloten bedrade detectoren en apparaten
U kunt de instellingen wijzigen in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer MultiTransmitter in de apparatenlijst.
- Klik op Apparaten.
- Selecteer het gewenste apparaat uit de lijst.
- Ga naar Instellingen door op het
te klikken.
Opmerking: na het wijzigen van de instellingen moet u op de knop Terug klikken om de wijzigingen op te slaan.
Instelling | Waarde |
Eerste veld |
De naam van de detector of het apparaat die kan worden gewijzigd. De naam wordt weergegeven in de tekst van het sms’je en in de meldingen in het logboek. De naam kan maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bevatten |
Ruimte | De virtuele kamer selecteren waaraan een detector of apparaat is toegewezen. De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in de eventlog |
Apparaattype | Het aangesloten apparaattype selecteren:
|
Contactstatus van externe detector | De normale contactstatus van de aangesloten detector of het aangesloten apparaat selecteren:
|
Type externe detector | Type van aangesloten detector of apparaat:
Stel het type in dat overeenkomt met de aangesloten detector. De gepulseerde detector in de bistabiele modus genereert onnodige herstelgebeurtenissen. Een bistabiele detector in gepulseerde modus zal daarentegen geen herstelgebeurtenissen sturen |
Altijd actief | De detector registreert voortdurend alarmen in de modus Altijd actief. Ongeacht of het systeem is ingeschakeld of niet, zal de detector u op de hoogte brengen van elke activatie. De modus moet worden ingeschakeld als de detector is geïnstalleerd in een ruimte die voortdurend moet worden bewaakt |
Vertraging bij binnenkomst, sec |
De vertragingstijd bij binnenkomst selecteren. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u het pand betreedt. U kunt een waarde instellen van 0 tot 120 seconden. |
Vertraging bij vertrek, sec |
De vertragingstijd bij vertrek selecteren. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het pand te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld. U kunt een waarde instellen van 0 tot 120 seconden. |
Inschakelen bij deelinschakeling |
Indien actief, schakelt het apparaat over naar de ingeschakelde modus als de deelinschakeling wordt gebruikt |
Vertraging bij deelinschakeling | Vertraging ingeschakeld bij gebruik van de nachtstand |
Pulstijd | Pulstijd van een detector of apparaat voor het detecteren van een alarm:
Een alarm wordt gegeven als de puls van de detector langer is dan de waarde opgegeven in deze instelling. Het kan worden gebruikt als een stuiterfilter |
Weerstand |
De weerstand van de weerstanden die met de detector zijn verbonden. Instelbaar van 1 kΩ tot 7,5 kΩ in stappen van 100 ohm. MultiTransmitter meet automatisch de weerstand van de aangesloten weerstanden en toont deze in dit veld als de aanbevolen waarde |
Alarmtype | Het alarmtype detecteren:
De tekst van sms-bericht en de meldingen in de eventlog zijn afhankelijk van het geselecteerde alarmtype |
Alarm met sirene als alarm wordt gedetecteerd | Indien ingeschakeld geven de sirenes die zijn aangesloten op het beveiligingssysteem een signaal over het alarm van de detector of het apparaat |
Tijdelijke deactivering |
Hiermee kan de gebruiker het apparaat loskoppelen zonder het uit het systeem te verwijderen. Er zijn twee opties beschikbaar:
Meer informatie over de tijdelijke deactivatie van apparaten Opmerking: het systeem negeert alleen het uitgeschakelde apparaat. Apparaten die met MultiTransmitter zijn verbonden, blijven normaal werken Het systeem kan ook automatisch apparaten uitschakelen als het ingestelde aantal alarmen wordt overschreden of als de hersteltimer afloopt. Meer informatie over de automatische uitschakeling van apparaten |
Apparaat ontkoppelen | Verwijdert bedrade detector- of apparaatinstellingen |
Bedrade detectoren en apparaten aansluiten op MultiTransmitter
Hoe sluit ik een bedrade detector of apparaat aan
Als u detectoren en apparaten van derden aansluit, mag u de draden niet in elkaar draaien, maar moet u ze solderen. De uiteinden van de draden van de apparaten of detectoren, die in de aansluitklemmen van de integratiemodule worden gestoken, moeten worden vertind of gekrompen met een speciale huls.
- Selecteer de MultiTransmitter-zone waarop u een detector of apparaat wilt aansluiten.
- Leid de draden van de detector of het apparaat in de behuizing van de integratiemodule.
- Sluit een bedrade detector of apparaat aan op de juiste MultiTransmitter-aansluitklemmen. Het bedradingsschema staat in de gebruikershandleiding die door de fabrikant van de bedrade detector of het apparaat wordt voorzien.
- Maak de kabel stevig vast aan de aansluitklemmen.
Indien de detector of het apparaat een voeding van 12 V nodig heeft voor de werking, kan deze worden aangesloten op de voedingsklemmen van de overeenkomstige MultiTransmitter-zone. Voor branddetectoren zijn afzonderlijke aansluitklemmen voorzien. Sluit de externe voeding niet aan op de voedingsklemmen van de detector, want dat kan het apparaat beschadigen.
Hoe voeg ik een bedrade detector of apparaat toe
- Ga in de Ajax-app naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer MultiTransmitter in de apparatenlijst.
- Klik op Apparaten.
- Klik op Bedraad apparaat toevoegen.
- Geef het apparaat of de detector een naam, selecteer de bedrade zone waarop het apparaat of de detector is aangesloten en selecteer een ruimte en een groep voor de plaatsing.
- Klik op Toevoegen. Het apparaat of de detector zal dan binnen 30 seconden worden toegevoegd. Als dit om een of andere reden niet gebeurt, probeer het dan opnieuw. Als u problemen hebt met de verbinding, neem dan contact op met de Ondersteuningsdienst.
Functionaliteitstest van MultiTransmitter
De functionaliteitstesten van de integratiemodule beginnen niet onmiddellijk, maar niet later dan na een enkele pingperiode van de hubdetector (36 seconden met de standaardinstellingen van de hub). U kunt de pingperiode van apparaten wijzigen in het menu Jeweller van de hub-instellingen.
De testen zijn beschikbaar in het menu van de apparaatinstellingen (Ajax-app → Apparaten → MultiTransmitter → Instellingen
):
De plaatsing van MultiTransmitter selecteren
De plaatsing van de integratiemodule bepaalt de afstand tot de hub en de aanwezigheid van obstakels tussen beide die de doorgang van het radiosignaal belemmeren: muren, constructies tussen de verdiepingen of grote voorwerpen die zich in de kamer bevinden.
Controleer de signaalsterkte op de plaats van de installatie. Als de signaalsterkte laag is (één streepje), kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen. Verplaats het apparaat minstens 20 cm zodat de signaalontvangst aanzienlijk kan verbeteren.
Als er na de verplaatsing van het apparaat nog steeds een slechte of onstabiele signaalsterkte wordt gemeld, gebruik dan de ReX-radiosignaalversterker van het beveiligingssysteem.
Bij de keuze van de installatieplaats moet rekening worden gehouden met de afstand tussen de integratiemodule en de bedrade apparaten of detectoren. De kabel moet lang genoeg zijn voor de aansluiting. De maximale lengte van de signaalkabel voor de aansluiting van een apparaat of een detector is 400 meter (kabelmateriaal is verkoperd aluminium, doorsnede is 0,22 mm²). De waarde kan variëren als een ander kabeltype wordt gebruikt. Er werden geen tests uitgevoerd op andere kabeltypes.
Installatie van MultiTransmitter
Voordat u de integratiemodule monteert, moet u controleren of u de optimale plaats hebt gekozen en of deze overeenkomt met deze handleiding!
Dankzij de behuizing kunt u de integratiemodule op een verticaal oppervlak monteren.
Om een module te installeren:
- Bevestig de behuizing aan het oppervlak met de gebundelde schroeven op ten minste twee bevestigingspunten. Zet de behuizing vast met het geperforeerde gedeelte zodat de sabotagedetector van de integratiemodule reageert op een poging tot demontage.
- Installeer de MultiTransmitter-kaart in de rails van de behuizing.
- Sluit, indien beschikbaar, een reservebatterij aan. Sluit geen externe voeding aan!
We bevelen het gebruik van een batterij van 12 V aan met een capaciteit van 4 of 7 A⋅h. De behuizing heeft speciale rails voor dergelijke batterijen. U kunt ook soortgelijke batterijen van een andere capaciteit en met dezelfde afmetingen gebruiken, met een maximale volledige oplaadtijd van niet meer dan 30 uur. De maximale afmetingen van de batterij voor installatie in de behuizing bedragen 150 × 64 × 94 mm.
- Sluit bedrade detectoren en apparaten aan op de integratiemodule. Zet de integratiemodule aan.
- Installeer het deksel op de behuizing en zet het vast met de gebundelde schroeven.
Controleer na de installatie de status van de sabotagedetector van MultiTransmitter in de Ajax-app.
Installeer de integratiemodule niet:
- Buiten.
- In de buurt van metalen voorwerpen en spiegels die radiosignalen dempen of afschermen.
- In gebouwen met een temperatuur en vochtigheidsgraad buiten de toegestane grenzen.
- Op een afstand van minder dan 1 meter van de hub.
Onderhoud
Controleer regelmatig de werking van de integratiemodule. Verwijder regelmatig nieuw stof, spinnenwebben en ander vuil van de behuizing. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur. Gebruik geen schoonmaakmiddelen die alcohol, aceton, benzine of andere actieve oplosmiddelen bevatten om het apparaat te reinigen.
Storingsmeldingen
MultiTransmitter kan storingen melden aan de meldkamer van het beveiligingsbedrijf, maar ook aan gebruikers via pushmeldingen en sms-berichten.
Melding | Waarde | Actie |
Kortsluiting in contact, [device name=””] in [room name=””] |
Er zit kortsluiting in de aansluitklemmen van MultiTransmitter voor de aansluiting van het bedrade apparaat. Een melding kan alleen worden ontvangen als een EOL NC-verbinding wordt gebruikt |
Controleer de aansluiting van het bedrade apparaat of de detector op kortsluitingen. U ontvangt een melding nadat de normale status van de aansluitklemmen is hervat |
Contact verloren, [device name=””] in [room name=””] |
De aangesloten bedrade detector is afgescheurd. Melding kan worden verkregen als een EOL NO-verbinding wordt gebruikt |
Controleer de aansluiting van het bedrade apparaat of de detector op de integratiemodule |
Externe voeding is losgekoppeld, [device name=””] in [room name=””] | MultiTransmitter heeft geen voeding van 100-240 V | Controleer of de integratiemodule externe voeding heeft |
Batterij is losgekoppeld, [device name=””] in [room name=””] | De reservebatterij is losgekoppeld van MultiTransmitter | Controleer de aansluiting van de reservebatterij op de integratiemodule |
Kortsluiting bij de voedingsklemmen van de detectoren, [device name=””] in [room name=””] | Een van de twee MultiTransmitter-voedingen heeft kortsluiting |
Controleer de voedingsaansluiting van de bedrade apparaten of detectoren op kortsluitingen. U ontvangt een melding nadat de normale status van de aansluitklemmen is hervat |
Kortsluiting in voedingsklem van branddetector, [device name=””] in [room name=””] | De voedingsuitgang van de MultiTransmitter-branddetector heeft kortsluiting |
Controleer de voedingsaansluiting van de bedrade branddetector op kortsluitingen. U ontvangt een melding nadat de normale status van de aansluitklemmen is hervat |
Batterij laadt te lang op Weergegeven in de statussen van de integratiemodule |
MultiTransmitter-batterij laadt meer dan 40 uur op | De batterij is waarschijnlijk defect. Installeer een andere reservebatterij |
Reset van brandalarmen
Als de branddetectoren die zijn aangesloten op MultiTransmitter alarm slaan, wordt in de Ajax-app het venster getoond waarin wordt gevraagd om de alarmen te resetten. Hierdoor keren de detectoren terug naar hun normale staat en blijven ze reageren op een brand.
Als de detectoren na het brandalarm niet worden gereset, zullen ze niet reageren op de volgende brand, omdat ze in de alarmmodus blijven.
Er zijn twee manieren om branddetectoren te resetten:
- Door op de knop van de melding in de app te klikken.
- Via het MultiTransmitter-menu: klik op de rode knop tegenover de integratiemodule.
Technische specificaties
Aantal alarm-/sabotagezones | 18 |
Ondersteunde contacttypes van de detector |
NO, NC (zonder weerstanden), EOL (NC met weerstanden), EOL (NO met weerstanden) Hoe sluit ik een bedrade detector of apparaat aan op MultiTransmitter |
Weerstand van de EOL-weerstand | Van 1 kΩ tot 7,5 kΩ |
Verwerkingsmodus van alarmsignalen | Met pulsen of bistabiel |
Hoofdvoeding | 110–255 V, 50/60 Hz |
Reservevoeding | 12 V DC |
Ondersteund batterijtype | Batterij van 12 V met een volledige laadcyclus tot 30 uur. De maximale afmetingen van de batterij voor installatie in de behuizing bedragen 150 × 64 × 94 mm. |
Aanbevolen batterijtype | Batterij van 12 V met een capaciteit van 4 of 7 Ah |
Voeding van de detector | 12 V DC, tot in totaal 1 A voor alle voedingsuitgangen van de detectoren |
Beveiliging tegen demontage | Sabotage |
Frequentieband van het radiosignaal | 868,0-868,6 MHz of 868,7-869,2 MHz, afhankelijk van de regio waarin het verkocht wordt |
Compatibiliteit | Werkt alleen met de hubs en signaalversterkers van Ajax |
Maximaal RF-uitgangsvermogen | Tot 7,29 mW (limiet van 25 mW) |
Bereik van het radiosignaal | Tot 2000 m (geen obstakels aanwezig) |
Temperatuurbereik | Van -10 °С tot +40 °С |
Vochtigheidsgraad | Tot 75% |
Afmetingen | 196 × 238 × 100 mm |
Gewicht | 805 g |
Levensduur | 10 jaar |
Volledige set
- MultiTransmitter
- Voedingskabel
- Aansluitkabel voor batterij van 12 V
- Installatiekit
- Behuizing
- Snelle setup handleiding
Garantie
De garantie voor de producten van ‘AJAX SYSTEMS MANUFACTURING’ Limited Liability Company is 2 jaar geldig na de aankoop.
Als het apparaat niet goed werkt, moet u eerst contact opnemen met de ondersteuningsdienst. In de helft van de gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.
Technische ondersteuning: [email protected]