Superior Hub Hybrid 2 is een hybride bedieningspaneel voor een Ajax-systeem, compatibel met bekabelde en draadloze Ajax-apparaten. Het beheert aangesloten apparaten en communiceert met gebruikers en een beveiligingsbedrijf. Het bedieningspaneel is ook beschikbaar als een paneel zonder behuizing. Deze versie heet Superior Hub Hybrid 2 (without casing).
De hub heeft toegang tot het internet nodig om verbinding te maken met de Ajax Cloud-server. De beschikbare communicatiekanalen zijn ethernet en twee simkaarten. Voor een mobiele verbinding is de Superior Hub Hybrid 2 voorzien van een 2G/3G/4G (LTE)-modem.
Superior Hub Hybrid 2 is voorzien van twee sabotagebeveiligingen aan de voor- en achterkant van het paneel, die de hub beschermen tegen demontage. Het apparaat wordt gevoed via het 100–240 V~ stroomnet en kan ook worden gevoed via de 12 V⎓ reservebatterij.
Functionele elementen
Elementen van de behuizing
- Schroeven om het deksel van de behuizing te bevestigen. Draai ze los met de meegeleverde inbussleutel (Ø 4 mm).
- Lampje dat de status van de hub aangeeft.
- Onderdeel met houders voor de reservebatterij.
De reservebatterij is niet inbegrepen.
- QR-code en ID (serienummer) van het bedieningspaneel.
- Geperforeerd deel van de behuizing. Het is noodzakelijk zodat de sabotagebeveiliging activeert bij elke poging om het apparaat van het oppervlak los te maken. Breek het niet af.
- Geperforeerde delen van de behuizing voor het geleiden van kabels van aangesloten apparaten.
- Kabelbevestigingen.
Elementen van het paneel
- Led-indicatie om de status van de hub en aangesloten communicatiekanalen weer te geven.
- Led-indicatie om de status van apparaten die zijn aangesloten op de Fibra-kabels van de hub weer te geven.
- Sleuf voor micro-simkaart 1.
- Sleuf voor micro-simkaart 2.
- Sabotagebeveiliging aan de voorzijde. Het detecteert pogingen om het deksel van de behuizing van het bedieningspaneel te verwijderen.
- QR-code en ID (serienummer) van het apparaat.
- Aansluiting voor de voedingskabel.
- Aansluiting voor een ethernetkabel.
- Aan/uit-knop.
- Aansluitklemmen voor de aansluiting van een reservebatterij van 12 V.
- Fibra-kabelklemmen om bekabelde apparaten aan te sluiten.
- Indicatie voor batterijfout. Het lampje gaat branden als de batterij met omgekeerde polariteit wordt aangesloten (bijvoorbeeld:, “–” is aangesloten op “+” en omgekeerd).
- Montagegaten om het paneel van Superior Hub Hybrid 2 in de behuizing te installeren.
- Connector om de sabotagebeveiliging aan de hub te bevestigen. De sabotagebeveiliging hoort bij de volledige set van Case, die apart verkocht wordt.
- Connector om de externe led aan de hub te bevestigen. De externe led is inbegrepen in de volledige set van Superior Hub Hybrid 2.
- Aansluiting voor een externe antenne voor het mobiele communicatiekanaal (vrouwelijke SMA-connector).
- Sabotagebeveiliging aan de achterzijde. Het signaleert pogingen om de behuizing van het bedieningspaneel los te maken van het oppervlak.
Fibra-kabelklemmen
Superior Hub Hybrid 2 heeft 8 Fibra-bussen. De nummers 1 tot 8 worden aangegeven op de kaart van het bedieningspaneel.
Fibra-kabelklemmen:
- +24 V — voedingsaansluiting van 24 V⎓.
- A — eerste signaalklem.
- B — tweede signaalklem.
- GND — aardingsklem.
Houd rekening met de polariteit en de volgorde van het aansluiten van de kabels bij het installeren van Fibra-apparaten.
Werkingsprincipe
Superior Hub Hybrid 2 is een hybride bedieningspaneel van het Ajax-systeem. Het controleert de werking van de verbonden apparaten. De hub is toegevoegd aan een space: een virtuele entiteit waar verschillende zelfstandige apparaten die zich op hetzelfde fysieke object bevinden, samenkomen.
U kunt tot 250 bekabelde en draadloze Ajax-apparaten aansluiten op Superior Hub Hybrid 2. De toegevoegde apparaten beschermen tegen inbraak, brand en overstroming, en stelt men in staat om elektrische apparaten handmatig te bedienen of volgens scenario’s: in een mobiele app of door op de paniekknop, LightSwitch of het bediendeel met een touchscreen te drukken.
Om de werking van alle apparaten van het beveiligingssysteem te controleren, communiceert de hub met de aangesloten apparaten via drie versleutelde protocollen:
1. Jeweller is een radioprotocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmen van draadloze Ajax-apparaten. Het communicatiebereik bedraagt tot 11.450 ft zonder obstakels: muren, deuren of plafonds.
2. Wings is een radioprotocol voor het verzenden van grote gegevenspakketten. Het communicatiebereik bedraagt tot 9.800 ft zonder obstakels: muren, deuren of plafonds.
3. Fibra is een bekabeld protocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmen van bekabelde Ajax-apparaten. Het communicatiebereik bedraagt tot 6.550 ft bij gebruik van een U/UTP-getwist paar van cat. 5 kabel.
Als een apparaat wordt geactiveerd, slaat het systeem in minder dan een seconde alarm, ongeacht het communicatieprotocol. Bij een alarm activeert de hub de sirenes, start het scenario’s en waarschuwt het de meldkamer van het beveiligingsbedrijf en alle gebruikers.
Bescherming tegen sabotage
Superior Hub Hybrid 2 heeft 3 communicatiekanalen voor verbinding met de Ajax Cloud-server: ethernet en twee simkaarten. Hierdoor kunt u het apparaat tegelijkertijd verbinden met verschillende communicatieproviders. Als een van de communicatiekanalen niet beschikbaar is, schakelt de hub automatisch over naar een ander kanaal en informeert deze de meldkamer van het beveiligingsbedrijf en de systeemgebruikers.
Wanneer een poging tot jamming wordt gedetecteerd, schakelt het systeem over naar een inactieve radiofrequentie en stuurt het meldingen naar de meldkamer van het beveiligingsbedrijf en naar de systeemgebruikers.
De hub controleert regelmatig de kwaliteit van de communicatie met alle aangesloten apparaten. Als een apparaat de verbinding met het bedieningspaneel verliest, ontvangen alle systeemgebruikers (afhankelijk van de instellingen) en de meldkamer van het beveiligingsbedrijf na afloop van de door de beheerder opgegeven tijd een melding over het incident.
Niemand kan de hub ongemerkt uitschakelen, zelfs niet als het alarm van de locatie is uitgeschakeld. Als een inbreker de behuizing van de hub probeert te openen, wordt de sabotagebeveiliging onmiddellijk geactiveerd. De alarmmelding wordt naar het beveiligingsbedrijf en de systeemgebruikers gestuurd.
De hub controleert regelmatig de verbinding met de Ajax Cloud. De ping-interval wordt bepaald in de instellingen van de hub. Als er een minimale ping-periode is ingesteld, kan de server de gebruikers en het beveiligingsbedrijf al binnen 60 seconden nadat de verbinding is verbroken op de hoogte stellen.
De reservebatterij kan worden aangesloten op de hub, waardoor de hub en bekabelde apparaten beschikken over een reserve voedingsbron is en de werking van het systeem voor een bepaalde periode wordt gegarandeerd.
U kunt batterijen met een andere capaciteit gebruiken die bij het formaat van de Case passen en een volledige oplaadtijd van maximaal 40 uur hebben. Het maximale laadvermogen van Superior Hub Hybrid 2 bedraagt 300 mA.
OS Malevich
Superior Hub Hybrid 2 werkt op het realtime besturingssysteem OS Malevich. Het is beschermd tegen virussen en cyberaanvallen.
OS Malevich brengt nieuwe functies naar het Ajax-systeem via draadloze updates. De update vereist geen tussenkomst van een installateur of gebruiker.
De update duurt maximaal 2 minuten als het beveiligingssysteem is uitgeschakeld en de externe voeding en reservebatterij zijn aangesloten.
Ajax-account
Om het systeem in te stellen, installeer de Ajax PRO app en log in op uw PRO-account of maak een nieuwe aan als u er nog geen heeft. Maak niet voor elke space een nieuw account aan, aangezien één account meerdere beveiligingssystemen kan beheren. Waar nodig kunt u voor elke space aparte toegangsrechten instellen.
Gebruikersinstellingen, systemen en waarden van aangesloten apparaten worden in de space opgeslagen. Het wijzigen van de beheerder van de space, toevoegen of verwijderen van gebruikers reset niet de instellingen van apparaten die op de space zijn aangesloten.
Superior Hub Hybrid 2 kan alleen worden toegevoegd en geconfigureerd in de Ajax PRO-apps.
Selectie van de installatieplaats
Superior Hub Hybrid 2 moet op een verticaal oppervlak worden geïnstalleerd met de meegeleverde bevestigingsmiddelen. Alle gaten die u nodig heeft voor de bevestiging van de behuizing zijn al gemaakt. Het bedieningspaneel is uitsluitend ontworpen voor installatie binnenshuis. Het is raadzaam om de hub uit het zicht te installeren, bijvoorbeeld in de berging. Hiermee wordt het risico op sabotage of jamming van het beveiligingssysteem verkleind.
Installeer de hub op een verticaal oppervlak. Hiermee wordt een juiste reactie op sabotage gegarandeerd als iemand de hub probeert los te koppelen. Lees de documentatie van de batterij voordat u hem installeert. Sommige batterijen kunnen alleen verticaal (met de polen naar boven) gemonteerd worden. Als u de batterijen anders installeert, kunnen ze snel achteruitgaan.
Kies een locatie waar de hub via alle mogelijke communicatiekanalen kan worden aangesloten: ethernet en twee simkaarten. Zorg ervoor dat het mobiele signaal op de installatielocatie stabiel is en 2 – 3 streepjes bedraagt. Op plaatsen met een slechte signaalontvangst raden we aan om een Ajax ExternalAntenna te installeren. Een correcte werking van het apparaat kan niet worden gegarandeerd bij een zwak mobiel signaal.
Houd bij het kiezen van een installatielocatie rekening met de afstand tussen de hub en draadloze apparaten en de aanwezigheid van obstakels die het radiosignaal kunnen hinderen: muren, tussenliggende vloeren of grote voorwerpen in de ruimte.
Om de signaalsterkte op de plaats van installatie van draadloze apparaten ruwweg te berekenen, gebruikt u onze Calculator van radiocommunicatiebereik. Gebruik de Fibra-voedingscalculator om het bereik van de bekabelde verbinding te berekenen.
Voer de signaalsterktetesten van Jeweller, Wings en Fibra uit. Op de gekozen installatielocatie moeten alle aangesloten apparaten een stabiele signaalsterkte van 2 – 3 streepjes hebben. Bij een lage signaalsterkte van 1 of 0 streepjes kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen.
Als het systeem apparaten heeft met een signaalsterkte van 1 of 0 streepjes, overweeg dan om de hub of het apparaat te verplaatsen. Als dit niet mogelijk is of als het apparaat nog steeds een lage of onbetrouwbare signaalsterkte heeft nadat het is verplaatst, gebruik dan signaalversterkers.
Volg bij het ontwerpen van een project met een Ajax-systeem altijd deze aanbevelingen. Alleen professionals mogen het Ajax-beveiligingssysteem ontwerpen en installeren. De lijst met erkende Ajax-partners vindt u hier.
Waar u Superior Hub Hybrid 2 niet moet installeren
Buitenshuis. Dit kan leiden tot een storing van het bedieningspaneel.
In de buurt van metalen voorwerpen en spiegels. Ze kunnen het radiosignaal verzwakken of belemmeren. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de hub en draadloze Ajax-apparaten wegvalt.
Op plaatsen met veel radioverstoring. Hierdoor kan de verbinding van de hub met draadloze Ajax-apparaten verloren gaan of kunnen we valse meldingen over jamming worden afgegeven.
Minder dan 3 ft verwijderd van de router en voedingskabels. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de hub en draadloze apparaten wegvalt.
Minder dan 3 ft verwijderd van Jeweller apparaten. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de hub en deze apparaten wegvalt.
Op plaatsen waar de hub een signaalsterkte met de aangesloten apparaten 1 of 0 streepjes bedraagt. Dit kan ervoor zorgen dat de verbinding tussen de hub en deze apparaten wegvalt.
Binnen gebouwen waar de temperatuur en vochtigheid de toelaatbare grens overschrijden. Dit kan leiden tot een storing van het bedieningspaneel.
Op plaatsen zonder mobiel signaal of met een signaalsterkte van 1 streepje. Op plaatsen met een slechte signaalontvangst raden we aan om een Ajax ExternalAntenna te installeren. We garanderen geen juiste werking van het apparaat bij een zwakke mobiele signaalsterkte.
Het ontwerp
Het is van cruciaal belang om het systeemproject goed te ontwerpen om de juiste installatie en configuratie van de apparaten te garanderen. Bij het ontwerp moet rekening worden gehouden hoeveel en welke apparaten zich in het systeem bevinden, hun exacte locatie, op welke hoogte ze precies worden geplaatst, de lengte van de Fibra-kabels en kabels van andere apparaten, het gebruikte kabeltype en andere factoren. Raadpleeg het artikel voor tips over het ontwerpen van een Fibra-systeem.
Topologieën
Fibra is een protocol voor gegevensoverdracht voor bekabelde Ajax-apparaten. Op het eerste oog lijkt Fibra op een busaansluiting: detectoren zijn met een vieraderige kabel verbonden met een bedieningspaneel. Ajax-systemen ondersteunen drie topologieën: bus (radiale bekabeling), ring en boom. Meer informatie over topologieën vindt u in dit artikel.
Het type en de lengte van de kabels
Het maximale bereik van een bekabelde verbinding via de bustopologie (radiale bekabeling) bedraagt 6.550 ft, en 1.640 ft via de ringtopologie.
Aanbevolen kabeltypes:
- U/UTP cat. 5, 4 × 2 × 0,51 mm (24 AWG), kopergeleider.
- Signaalkabel 4 × 0,22 mm², koperen geleider.
Als u een ander soort kabel gebruikt, kan het communicatiebereik voor de bekabelde verbindingen afwijken. Andere soorten kabels zijn niet getest.
Verificatie met een calculator
Om ervoor te zorgen dat het project correct is ontworpen en het systeem in de praktijk werkt zoals bedoeld, hebben we een Fibra-voedingscalculator ontwikkeld. Dit helpt om de communicatiekwaliteit en de kabellengte voor de bekabelde Fibra-apparaten te controleren bij het ontwerpen van het systeemproject.
De installatie voorbereiden
Kabelmanagement
Als u kabels gaat leggen, raadpleeg dan eerst de elektrische en brandveiligheidsvoorschriften in uw regio. Volg deze normen en voorschriften zorgvuldig op. Tips voor het ordenen van kabels vindt u in dit artikel.
Kabels leggen
Voordat u met de installatie begint, raden we u ten zeerste aan de sectie Plaatsing van het apparaat grondig door te nemen. Wijk niet af van het ontwerp van het systeemproject. Als u de basisinstallatievoorschriften en de aanbevelingen van deze handleiding niet naleeft, kan dit ertoe leiden dat Superior Hub Hybrid 2 niet correct functioneert en dat de verbinding verloren gaat.
De signaalkabels van de Fibra-apparaten moeten op een afstand van minstens 20 inch van de voedingskabels worden gelegd wanneer deze parallel worden gelegd en in een hoek van 90° wanneer ze elkaar kruisen. Houd rekening met de maximaal toegestane buigradius van de kabel. Dit wordt door de fabrikant aangegeven in de kabelspecificaties. Anders loopt u het risico de geleider te beschadigen of te breken. Tips voor het leggen van de kabels zijn in dit artikel te lezen.
Kabels voorbereiden voor aansluiting
Verwijder de isolatielaag en strip de kabel met een speciale kabelstripper. De uiteinden van de kabels die in de klemmen van het apparaat worden gestoken, moeten worden vertind of voorzien van een krimpkous. Dit zorgt voor een betrouwbare aansluiting en beschermt de geleider tegen oxidatie. Tips voor het voorbereiden van de kabels vindt u in dit artikel.
Installatie
Zorg, voordat u Superior Hub Hybrid 2 installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van deze handleiding. Om het risico op sabotage te verkleinen, moeten de kabels aan het zicht worden onttrokken en op een voor inbrekers moeilijk toegankelijke plaats worden geplaatst. Idealiter moeten de kabels in de muur, vloer of het plafond worden geplaatst. Voer de Fibra-signaalsterktetest uit voordat u de installatie afrondt.
Bij het aansluiten op de klemmen van het apparaat mogen de kabels niet in elkaar worden gedraaid, maar moeten ze worden gesoldeerd. De uiteinden van de kabels die in de aansluitklemmen worden gestoken, moeten worden vertind of gekrompen met een speciale krimpkous. Dit zorgt voor een betrouwbare verbinding. Neem de veiligheidsprocedures en de regels voor elektrische installatie in acht bij het aansluiten van het bedieningspaneel en bekabelde apparaten.
Om Superior Hub Hybrid 2 te installeren met de standaard behuizing:
- Bereid gaten voor het leggen van de kabels voor door de geperforeerde delen van de behuizing van Superior Hub Hybrid 2 voorzichtig uit te breken.
- Trek de voedings- en ethernetkabels door de behuizing via de voorbereide gaten.
- Bevestig de behuizing op het verticale oppervlak op de gekozen installatieplaats met de meegeleverde schroeven met behulp van alle bevestigingspunten. Eén daarvan bevindt zich in het geperforeerde gedeelte boven de sabotagebeveiliging. Dit bevestigingspunt is noodzakelijk zodat de sabotagebeveiliging geactiveerd kan worden bij elke poging om de behuizing van de hub los te maken.
- Plaats het paneel van Superior Hub Hybrid 2 in de behuizing op de houders.
- Sluit indien nodig Ajax ExternalAntenna aan op de juiste communicatiepoort.
Gebruik alleen Ajax ExternalAntenna. Wij garanderen niet dat het apparaat correct werkt als er een externe antenne van derden wordt gebruikt. Lees voor de installatie eerst de gebruikershandleiding van ExternalAntenna.
- Plaats de batterij in de daarvoor bestemde houders in de behuizing.
- Sluit de reservebatterij aan op de juiste klem van de hub met de meegeleverde kabel. Houd u aan de juiste polariteit en de juiste volgorde voor het aansluiten van de kabels.
Let op: Superior Hub Hybrid 2 kan niet worden aangesloten op voedingseenheden van derden.
Gebruik een 12 V⎓ batterij met een capaciteit van 4, 7 of 9 A∙h. De maximale afmetingen van de batterij die in de behuizing kan worden geplaatst zijn 5,94″ × 2,55″ × 3,70″, met een gewicht van 11 lb. Voor deze batterijconfiguratie zijn speciale houders voorzien in de behuizing van de hub. U kunt batterijen van verschillende capaciteiten gebruiken als ze qua formaat passen en de oplaadtijd niet langer is dan 40 uur. Het maximale laadvermogen van Superior Hub Hybrid 2 bedraagt 300 mA.
- Verbind de voedings- en ethernetkabel met de juiste aansluitingen.
1 — Aansluiting voor de ethernetkabel.
2 — Aansluiting voor de voedingskabel.Gebruik de klemmenblokadapter met schroefaansluiting om de voeding aan te sluiten en zo aan de INCERT-vereisten te voldoen.
- Maak de kabels vast met kabelbinders.
- Installeer de simkaarten:
1 — sleuf voor micro-simkaart 1.
2 — sleuf voor micro-simkaart 2. - Houd de aan/uit-knop van de hub ingedrukt. Zodra de hub is ingeschakeld, lichten de leds van de Fibra-kabel op het paneel van de hub op.
- Plaats het deksel op de behuizing en zet het vast met de meegeleverde schroeven.
- Voeg de hub toe aan een space.
- Controleer de status van de behuizing van de hub in de Ajax PRO-app. Als een sabotagealarm afgaat, controleer dan of de behuizing van de hub goed gesloten is.
Als de ethernetverbinding mislukt
Als de ethernet-verbinding niet tot stand wordt gebracht, schakel dan de proxy- en MAC-adresfiltratie uit en activeer DHCP in de routerinstellingen. De hub ontvangt automatisch een IP-adres. Daarna kunt u een statisch IP-adres toewijzen aan de hub in de Ajax-app.
Als de verbinding van de simkaart mislukt
Om verbinding te kunnen maken met het mobiele netwerk, moet u een micro-simkaart zonder pincode installeren en zorgen dat u voldoende saldo heeft zodat u kunt voldoen aan de kosten van diensten die bepaald worden door uw mobiele provider. Plaats de simkaart in uw telefoon om de pincode uit te schakelen.
Als de hub geen verbinding kan maken een mobiel netwerk, gebruik dan ethernet om de netwerkinstellingen in te stellen: roaming, APN-toegangspunt, gebruikersnaam en wachtwoord. Neem contact op met de klantenservice van uw mobiele provider om deze waarden te achterhalen.
Een hub toevoegen aan de Ajax-app
Gebruik de meest recente versies van de Ajax-apps om toegang te krijgen tot alle beschikbare functies en om een goede werking van het systeem te garanderen. Superior Hub Hybrid 2 kan alleen worden toegevoegd en geconfigureerd in de Ajax PRO-apps.
Nadat u een hub aan uw account heeft toegevoegd, wordt u de beheerder van het apparaat. Beheerders kunnen andere gebruikers uitnodigen in het beveiligingssysteem en hun rechten bepalen. U kunt tot 200 gebruikers aansluiten op Superior Hub Hybrid 2.
Elk PRO-account dat op de hub is aangesloten, evenals het profiel van het beveiligingsbedrijf, wordt beschouwd als een gebruiker van het systeem.
Als u de beheerder wijzigt of verwijdert uit de lijst met gebruikers van de hub, worden de instellingen van het systeem of de aangesloten apparaten niet gereset.
Als er al gebruikers op de hub staan, kan de beheerder van de hub, de PRO met rechten om het systeem te configureren, of het installatiebedrijf dat de geselecteerde hub onderhoudt uw account toevoegen. U krijgt een melding dat de hub al aan een andere account is toegevoegd. Neem contact op met onze Technische Ondersteuning om te bepalen wie beheerdersrechten heeft voor de hub.
Om een hub toe te voegen aan de Ajax PRO-app:
- Sluit de externe voeding, de reservebatterij, ethernet en/of simkaarten aan op de hub.
- Schakel de hub in en wacht totdat de led-indicatie voor de verbindingsstatus groen of wit oplicht.
- Open een Ajax PRO-app. Geef de app toegang tot de gewenste functies. Hierdoor kunt u de mogelijkheden van de Ajax-apps volledig benutten en mist u geen meldingen over alarmen of gebeurtenissen.
- Zorg ervoor dat u een space heeft. Maak een space aan als u die nog niet heeft.
- Klik op Hub toevoegen.
- Kies een geschikte methode: handmatig of via een stapsgewijze handleiding. Gebruik de stapsgewijze begeleiding als u het systeem voor de eerste keer instelt.
- Geef de hub een naam.
- Scan de QR-code van de hub of voer de ID handmatig in.
- Wacht tot de hub is toegevoegd. Na het koppelen wordt de hub weergegeven op het tabblad Apparaten
in de Ajax PRO-app.
Het aansluiten van apparaten voorbereiden
Maak minstens één virtuele ruimte aan voordat u apparaten aan het systeem toevoegt. Ruimtes worden gebruikt om apparaten te groeperen en om de informatie-inhoud van meldingen te vergroten. De naam van het apparaat en de ruimte worden weergegeven in de tekst van de gebeurtenis of het alarm van het Ajax-systeem.
Verbinding met draadloze apparaten
Om een draadloos apparaat aan de hub toe te voegen, in de Ajax PRO-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
en klik op Apparaat toevoegen.
- Geef het apparaat een naam.
- Scan de QR-code of voer het identificatienummer van het apparaat handmatig in. U vindt de QR-code met ID op de behuizing van het apparaat. De QR-code staat ook op de verpakking van het apparaat.
- Selecteer een virtuele ruimte en een beveiligingsgroep (als de groepsmodus is ingeschakeld).
- Klik op Toevoegen en het aftellen begint.
- Volg de instructies in de app om het apparaat te verbinden.
- Herhaal stappen 1 – 6 om alle vereiste apparaten toe te voegen.
Om een apparaat aan de hub toe te voegen, moet het apparaat zich binnen het communicatiebereik van de hub bevinden: op dezelfde beveiligde locatie.
Verbinding met bekabelde apparaten
Met de bekabelde Fibra-communicatietechnologie kunnen segmenten tot 6.550 ft lang worden aangemaakt. Superior Hub Hybrid 2 heeft 8 bussen die compatibel zijn met alle Fibra-apparaten, ongeacht het type. De beveiligingsdetectoren, bediendelen en sirenes worden op dezelfde kabel aangesloten en garanderen de beveiliging van een bepaald deel van de locatie.
Installatie en verbinding
Zorg, voordat u de apparaten installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van de gebruikershandleiding. Kabels moeten aan het zicht worden onttrokken en op een moeilijk bereikbare plaats worden gelegd om de kans op sabotage te verkleinen. Idealiter moeten de kabels in de muur, vloer of het plafond worden geplaatst. Voer vóór de definitieve installatie de Fibra-signaalsterktetest uit.
Om een bekabeld apparaat aan de hub aan te sluiten:
- Schakel de hub uit en maak deze spanningsloos. Koppel de reservebatterij los.
1 — externe voeding.
2 — reservebatterij. - Leid de vieraderige kabels in de behuizing. Sluit de kabels aan op de kabelklemmen van Superior Hub Hybrid 2:
+24V — voedingsaansluiting van 24 V⎓.
А, B — signaalklemmen.
GND — aarde. - Sluit het andere uiteinde van de vieraderige kabel aan op de aansluitklemmen van het eerste apparaat in de bus en let daarbij op de polariteit en de volgorde van de bekabeling. Maak de kabel stevig vast aan de aansluitklemmen van het apparaat.
- Als er andere apparaten op het segment zijn aangesloten, bereidt u de kabel voor het volgende apparaat voor en sluit u deze aan op de aansluitingen.
+24V — voedingsaansluiting van 24 V⎓.
А, B — signaalklemmen.
GND — aarde. - Sluit indien nodig andere apparaten aan op de bus.
- Installeer een afsluitweerstand van 120 ohm op het laatste apparaat van de bus bij een bustopologie (radiaal). Er wordt een afsluitweerstand geïnstalleerd tussen aansluitklemmen A en B van het laatste apparaat op de bus.
Voor een ringtopologie is er geen afsluitweerstand nodig. Sluit in dit geval het laatste apparaat op de bus aan op de volgende Fibra-bus van de hub.
De nominale waarde van de afsluitweerstanden is 120 Ω. Afsluitweerstanden zijn inbegrepen in de volledige set van Superior Hub Hybrid 2.
- Verbind de voeding van de hub en zet deze aan.
- Voeg apparaten handmatig of via het scannen van bussen toe aan het systeem.
- Voer de Fibra-signaalsterktetest uit voor elk aangesloten apparaat. De aanbevolen signaalsterkte is twee of drie streepjes. Controleer anders de aansluiting en integriteit van de kabels of verplaats de systeemapparaten.
Bekabelde apparaten toevoegen
Er zijn twee manieren om apparaten toe te voegen in de Ajax PRO-app: handmatig en automatisch. Het kan handig zijn om een paar apparaten handmatig toe te voegen, bijvoorbeeld wanneer u een defecte detector vervangt door een nieuwe. Het automatisch scannen van bussen is handig wanneer u veel apparaten toevoegt.
- Open een Ajax PRO-app. Selecteer de hub waaraan u het apparaat wilt toevoegen.
- Ga naar het tabblad Apparaten
en klik op Apparaat toevoegen.
- Geef het apparaat een naam.
- Scan de QR-code of voer het identificatienummer van het apparaat handmatig in. U vindt de QR-code met ID op de behuizing van het apparaat. De QR-code staat ook op de verpakking van het apparaat.
- Selecteer een virtuele ruimte en een beveiligingsgroep (als de groepsmodus is ingeschakeld).
- Druk op Toevoegen.
Het apparaat dat verbonden is met de hub verschijnt in de lijst met apparaten van de hub in de Ajax-app.
Het bijwerken van de status van het apparaat is afhankelijk van de Fibra-instellingen. De standaardwaarde bedraagt 36 seconden.
Om de installateur in staat te stellen het apparaat de juiste naam te geven of er een ruimte en een groep aan toe te wijzen, hebben we twee methoden voor het identificeren van een apparaat voorzien: via de led-indicatie en via een alarm.
Klik op een apparaat in deze lijst. Nadat u een apparaat geselecteerd begint de led-indicator van dit apparaat te knipperen. Nadat u het apparaat heeft geïdentificeerd, kunt u het koppelen met de hub.
Om een apparaat aan een hub toe te voegen:
- Klik op een apparaat in de lijst.
- Geef het apparaat een naam.
- Geef een ruimte en een groep op als de groepsmodus is ingeschakeld.
- Klik op Opslaan.
- Het gekoppelde apparaat verdwijnt uit de lijst met apparaten die toegevoegd kunnen worden.
Als de hub al het maximale aantal apparaten heeft toegevoegd (voor Superior Hub Hybrid 2 bedraagt het standaard aantal in totaal 250 met maximaal 200 bekabelde apparaten per Fibra-kabel), ontvangt u een foutmelding wanneer u probeert meer apparaten toe te voegen.
Aangesloten Ajax-apparaten werken slechts met één hub. Zodra ze zijn toegevoegd aan een nieuwe hub, worden deze apparaten verwijderd van de apparatenlijst van de oude hub. Dit moet gedaan worden via de Ajax PRO-app.
Storingenteller
Als er een fout van de hub is gedetecteerd (bijv. er is geen externe voeding beschikbaar), wordt er een storingsteller weergegeven bij het apparaatpictogram in de Ajax-app.
Alle storingen kunnen worden bekeken in de statussen van de hub. Velden met storingen worden rood gemarkeerd.
Pictogrammen
Pictogrammen geven enkele statussen van Superior Hub Hybrid 2 weer. U kunt ze in de Ajax-app inzien via het tabblad Apparaten .
| Pictogram | Betekenis |
|
De extra services worden geactiveerd afhankelijk van het abonnement. |
|
| Hub werkt op het 2G-netwerk. | |
| Hub werkt op het 3G-netwerk. | |
| De hub werkt op het 4G (LTE) netwerk. | |
| Geen simkaarten. Plaats minstens één simkaart. | |
| De simkaart is defect of er is een pincode ingesteld. Controleer de werking van de simkaart in een telefoon en schakel het opvragen van de pincode uit. | |
| Het niveau van de batterijlading van de hub. Weergegeven in stappen van 1%. | |
| De reservebatterij is niet aangesloten. | |
| Er is een storing gedetecteerd in Superior Hub Hybrid 2. Open de status van de hub voor details. | |
|
De hub is rechtstreeks verbonden met de meldkamer van het beveiligingsbedrijf. Het pictogram wordt niet weergegeven als de directe verbinding niet beschikbaar of niet geconfigureerd is. |
|
|
De hub is niet rechtstreeks verbonden met de meldkamer van het beveiligingsbedrijf. Het pictogram wordt niet weergegeven als de directe verbinding niet beschikbaar of niet geconfigureerd is. |
|
| De hub bevindt zich in de spaarstand. | |
| De hub heeft de verbinding met de Ajax Cloud-server verloren. |
Statussen
De statussen vindt u in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer Superior Hub Hybrid 2 in de lijst.
| Waarde | Betekenis |
| Storing |
Klik op de Het veld verschijnt alleen als er een storing is gedetecteerd. |
| Signaalsterkte mobiel netwerk |
De signaalsterkte van het actieve mobiele netwerk van de simkaart. Installeer de hub op plaatsen waar het niveau van de mobiele communicatie 2 – 3 streepjes bedraagt. Op plaatsen met een slechte signaalontvangst raden we aan om een Ajax ExternalAntenna te installeren. Als de hub geïnstalleerd is op een plaats met een zwak of onstabiel signaal, kan deze geen telefoonoproep of een sms-bericht versturen over een gebeurtenis of alarm. |
| Externe antenne voor mobiel | Status van de aansluiting voor een externe antenne:
Detectie van het breken van de externe antenne is alleen mogelijk als de behuizing van de hub juist is gesloten. |
| Verbinding | De verbindingsstatus tussen de hub en Ajax Cloud:
Als Superior Hub Hybrid 2 niet is aangesloten op de server, worden de pictogrammen van de hub en alle aangesloten apparaten semi-transparant weergegeven in de lijst met apparaten. |
| Batterijlading |
Laadniveau van de reservebatterij van de hub. Weergegeven in stappen van 1%. Bij een oplaadniveau van 20% en lager meldt de hub dat de batterij bijna leeg is. |
| Deksel | De status van de sabotagebeveiliging die reageert op het demonteren of openen van de behuizing:
|
| Sabotagebeveiliging | Status van de sabotagebeveiliging dat verbonden is met het paneel van de hub:
|
| Voeding bussen | Status van de voeding op de Fibra-bussen van de hub:
|
| Externe voeding | Verbindingsstatus van de externe voeding:
|
| Mobiel internet | Verbindingsstatus van het mobiele internet van de hub:
Als de signaalsterkte van het mobiele netwerk 1 – 3 streepjes bedraagt, en de hub voldoende tegoed heeft en/of bonus sms-berichten/oproepen heeft, is het in staat om te bellen en een sms te verzenden, zelfs als dit veld de status Niet verbonden weergeeft. |
| Ethernet | Status van de internetverbinding van de hub via ethernet:
|
| Simkaart 1 |
Het nummer van de simkaart die in de eerste sleuf is geplaatst. Klik erop om het nummer te kopiëren. Als het telefoonnummer wordt weergegeven als een onbekend nummer, heeft de provider het nummer niet in het geheugen van de simkaart geschreven. |
| Simkaart 2 |
Het nummer van de simkaart die in de tweede sleuf is geplaatst. Klik erop om het nummer te kopiëren. Als het telefoonnummer wordt weergegeven als een onbekend nummer, heeft de provider het nummer niet in het geheugen van de simkaart geschreven. |
| Gemiddelde ruis (dBm) |
Gemiddelde ruis op het radiokanaal. Gemeten op de plaats waar de hub is geïnstalleerd. De eerste twee waarden tonen het niveau op de Jeweller-frequenties en de derde waarde het niveau op de Wings-frequenties. De aanvaardbare waarde is 80 dBm of lager. Zo wordt 95 dBm als acceptabel beschouwd en 70 dBm als ongeldig. |
| Hub-model |
Naam van het model van de hub. |
| Hardware | Hardwareversie van Superior Hub Hybrid 2. Niet bijgewerkt. |
| Firmware |
Firmwareversie van Superior Hub Hybrid 2. Wordt op afstand bijgewerkt. |
| Apparaat-ID |
Identificatiecode (eerste 8 cijfers van het serienummer) van Superior Hub Hybrid 2. De identificatie staat op de doos van het apparaat en op het paneel onder de QR-code. |
| IMEI | Een uniek serienummer van 15 cijfers om de modem van de hub op een mobiel netwerk te identificeren. Dit wordt alleen weergegeven wanneer er een simkaart in de hub is geïnstalleerd. |
Instellingen
De instellingen van het bedieningspaneel kunnen worden gewijzigd in de Ajax PRO-apps. Om de instellingen te wijzigen:
- Log in bij de Ajax-app.
- Selecteer een gebruiker in de lijst.
- Ga naar het tabblad Apparaten
.
- Selecteer een hub.
- Ga naar de Instellingen door op het tandwielpictogram
te klikken.
- Selecteer een categorie voor instellingen en breng wijzigingen aan. Klik na het aanbrengen van de wijzigingen op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
De naam van de hub wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en de pushmelding. De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan.
Als u de naam wilt wijzigen, klikt u op het potloodpictogram en voert u de nieuwe naam voor de hub in.
Selecteer de virtuele ruimte van de hub. De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en de pushmelding.
Selecteer het type behuizing waarin het paneel van Superior Hub Hybrid 2 is geïnstalleerd. De afbeelding van de behuizing wordt weergegeven in de apparaatgerelateerde instellingen en meldingen.
Instellingen voor een bekabelde internetverbinding.
- Verbinding via Ethernet — schakelt de ethernet-module van de hub in en uit.
- Verbindingstype — selecteer een methode voor de hub om een IP-adres te verkrijgen. Als DHCP is geselecteerd, verkrijgt de hub automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen. Met Statisch kunt u handmatig het IP-adres en andere netwerkinstellingen voor de hub instellen.
- IP-adres — IP-adres van de hub.
- Subnet Mask — subnet mask van de hub.
- Gateway — gateway gebruikt door de Hub.
- DNS — DNS van de hub.
Instellingen van het mobiele netwerk en de geïnstalleerde simkaarten. In het hoofdmenu kunt u de instellingen bewerken die betrekking hebben op beide simkaarten, en de privéwaarden in het submenu van de simkaarten.
Modeminstellingen
- Mobiel internet — schakelt mobiel internet voor de hub in of uit.
- Roaming — als deze optie actief is, kunnen de simkaarten in roaming werken.
- Negeer netwerkregistratiefout — indien deze optie actief is, negeert de hub fouten wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met het netwerk via een simkaart. Activeer deze optie als de simkaart geen verbinding kan maken met het netwerk.
- De communicatiecontrole met de provider uitschakelen — als deze optie actief is, negeert de hub communicatiefouten met de provider. Activeer deze optie als de simkaart geen verbinding kan maken met het netwerk.
Simkaarten
- SIM 1 — geeft het nummer weer van de geïnstalleerde simkaart. Als het telefoonnummer wordt weergegeven als een onbekend nummer, heeft de provider het nummer niet in het geheugen van de simkaart geschreven. Als u op het veld klikt, worden de instellingen van deze simkaart geopend.
- SIM 2 — geeft het nummer weer van de geïnstalleerde simkaart. Als het telefoonnummer wordt weergegeven als een onbekend nummer, heeft de provider het nummer niet in het geheugen van de simkaart geschreven. Als u op het veld klikt, worden de instellingen van deze simkaart geopend.
Instellingen van de simkaart
APN, Gebruikersnaam, en Wachtwoord — instellingen voor het verbinden met het internet via een simkaart. Als u de instellingen van uw mobiele provider te weten wilt komen, neem dan contact op met de ondersteuningsdienst van uw provider. APN-instellingen worden alleen toegepast na een succesvolle verbinding met de nieuwe waarden. Als de verbindingspoging mislukt, blijft de hub werken op de vorige APN-instellingen.
Mobiel dataverbruik. Het menu bevat informatie over de mobiele data die door het Ajax-systeem wordt gebruikt, zodat u de statistieken opnieuw kunt instellen en het saldo van de simkaart kunt controleren.
De gegevens worden berekend op de hub en kunnen afwijken van de statistieken van de provider. Dit komt omdat elke provider het inkomende en uitgaande verkeer afzonderlijk berekent.
- Inkomend — de hoeveelheid gegevens die door de hub is ontvangen. Weergegeven in KB of MB.
- Uitgaand — de hoeveelheid gegevens die door de hub is verzonden. Weergegeven in KB of MB.
Statistieken resetten — reset de statistieken van binnenkomend en uitgaand verkeer.
Saldo controleren
USSD-code. Voer in dit veld de code in die wordt gebruikt om het saldo te controleren. Bijvoorbeeld *111#. Om een verzoek te verzenden, klikt u na het invoeren van de code op Saldo controleren. Het resultaat van de aanvraag wordt weergegeven onder de knop Saldo controleren.
Communicatiemethode
Met deze instelling kunt u de voorkeursantenne voor het verzenden van mobiele gegevens selecteren:
- Automatisch schakelen tussen antennes — de hub geeft de Ajax ExternalAntenna prioriteit indien deze beschikbaar is (verbonden en onbeschadigd).
- Extern — de hub schakelt niet over naar een interne antenne en probeert alleen de externe te gebruiken.
- Ingebouwd — de hub gebruikt een interne antenne.
Stel bediendeelwachtwoorden in voor personen die niet geregistreerd zijn in het systeem.
U kunt een wachtwoord aanmaken voor personen die niet aan de space zijn toegevoegd. Dit is bijvoorbeeld handig om een schoonmaakbedrijf toegang te geven tot het beveiligingsbeheer. Als u de toegangscode weet, hoeft u deze alleen maar in te voeren op het Ajax-bediendeel om het systeem in- of uit te schakelen.
Zo stelt u een toegangscode in het systeem in voor een niet-geregistreerd persoon:
- Druk op Code toevoegen.
- Stel een Gebruikersnaam en Toegangscode in.
- Druk op Toevoegen.
Als u een dwangcode wilt instellen of een toegangscode, de instellingen voor groepen, de Deelinschakeling of een code-ID wilt veranderen, of tijdelijk deze code wilt uitschakelen of verwijderen, selecteer deze dan in de lijst en breng de wijzigingen aan.
De aangemaakte toegangscodes zijn geldig voor alle bediendelen die zijn verbonden met de hub. Superior Hub Hybrid 2 ondersteunt tot 200 toegangscodes.
De toegangscode moet uit 4 tot 6 cijfers bestaan. Cijfers van 0 tot 9 kunnen op elk cijfer worden toegepast.
Superior Hub Hybrid 2 ondersteunt meer dan 1.000.000 variaties van pincodes.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Stel de vereisten in voor de lengte van de codes die worden gebruikt om gebruikers te autoriseren en toegang te verlenen tot het systeem. U kunt de optie Flexibel (4 tot 6 symbolen) selecteren of de vaste codelengte definiëren: 4 symbolen, 5 symbolen, of 6 symbolen.
Opmerking: wanneer u een vaste codelengte instelt, worden alle eerder geconfigureerde toegangscodes door het systeem gereset.
De vaste codelengte is vereist voor de functie Eenvoudig wijzigen van ingeschakelde modus waarmee u het systeem kunt uitschakelen zonder dat u op de knop Uitschakelen op het bediendeel hoeft te drukken nadat u een toegangscode heeft ingevoerd of een toegangsapparaat heeft gebruikt.
Instellingen voor gepland in- en uitschakelen. Het beveiligingsschema kan worden gebruikt voor individuele groepen en voor het gehele object, en voor de Deelinschakeling.
Start de detectiezonetest voor verbonden apparaten. Met de test kunt u de werking van apparaten en hun detectiezone controleren.
Stel de polling-periode in tussen de hub en aangesloten apparaten. De instellingen geven aan hoe vaak de hub communiceert met apparaten en hoe snel een verbroken verbinding wordt gedetecteerd.
- Ping-interval van het apparaat, sec — de pollfrequentie van verbonden apparaten door de hub, ingesteld in het bereik van 12 tot 300 seconden. De standaardwaarde is 36 seconden. Wordt geconfigureerd voor zowel bekabelde als draadloze apparaten.
- Aantal onbeantwoorde pings om verbindingsfout te bepalen — mechanisme dat het aantal niet afgeleverde pakketten optelt. De standaardwaarde is 8 pakketten (afzonderlijk geconfigureerd voor draadloze en bekabelde apparaten).
Verlaag de standaardwaarden van het ping-interval en de ping-periode niet, tenzij dit noodzakelijk is.
De tijd die nodig is voor het verzenden van een bericht over het verbindingsverlies tussen de hub en het apparaat wordt berekend met de volgende formule:
Ping-interval van detectoren × Aantal onbeantwoorde pings om verbindingsfout te bepalen
Hoe korter de ping-periode, hoe sneller de hub op de hoogte is van de gebeurtenissen van de aangesloten apparaten en hoe sneller de apparaten de opdrachten van de hub ontvangen. Informatie over alarmen en sabotage wordt onmiddellijk verzonden, ongeacht het ping-interval. Het verlagen van de ping-periode heeft invloed op de levensduur van de batterij van draadloze apparaten.
De ping-interval beperkt het maximum aantal verbonden apparaten:
| Interval | Limiet |
| 12 s | 39 apparaten |
| 24 s | 79 apparaten |
| 36 s (standaard) | 119 apparaten |
| 48 s | 159 apparaten |
| 72 s | 200 apparaten |
| 84 s | 250 apparaten |
Ongeacht de instellingen voor de ping-periode kunnen tot 10 sirenes en tot 50 bediendelen met een ingebouwde zoemer worden aangesloten op Superior Hub Hybrid 2.
Detectie van radioverstoring — de volgende instellingen zorgen ervoor dat het systeem voldoet aan de eisen van EN 50131 Grade 3. Er zijn twee opties:
- Geavanceerde detectie van radioverstoring.
- Verzend gebeurtenis voor detectie van radioverstoring als alarm — indien ingeschakeld, zal de melding bij een hoog niveau van radioverstoring als alarm naar alle systeemgebruikers worden gestuurd.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Met de telefonie-instellingen kunt u een Ajax-hub configureren om via het SIP-protocol te communiceren met een meldkamer.
In Ajax PRO Desktop kan een sjabloon voor telefonie-instellingen worden gemaakt en toegepast om tijd te besparen bij de configuratie op meerdere systemen.
Een groep instellingen voor bekabelde aangesloten Fibra-apparaten.
Voeding bussen — Beheer de voeding van bussen van Superior Hub Hybrid 2. Indien ingeschakeld, worden de aangesloten Fibra-apparaten van stroom voorzien. De voeding is standaard ingeschakeld.
Bussen verbonden aan ringen — hiermee kunt u een ring in de app aanmaken en vervolgens handmatig bussen verbinden door de relevante ingangen te kiezen.
Voedingstest bussen — test de voeding van Superior Hub Hybrid 2. De test simuleert het maximale stroomverbruik: detectoren slaan alarm, bediendelen worden geactiveerd, sirenes worden ingeschakeld.
Als het systeem de test doorstaat, dan hebben alle bekabelde apparaten in elke situatie altijd voldoende stroom.
Tijdens de voedingstest bussen worden aangesloten bekabelde sirenes geactiveerd.
Voeg alle Fibra-apparaten toe — scant de Fibra-bussen en voegt apparaten toe. De functie toont alle bekabelde apparaten die zijn aangesloten op de hub, zodat u snel namen, groepen en ruimtes kunt instellen.
Groep van service-instellingen van de hub. Deze zijn verdeeld in twee groepen: algemene instellingen en geavanceerde instellingen.
Algemene instellingen
Led-helderheid
Stel de helderheid in van de led-indicator van de hub.
Firmware-update
Het menu bevat de instellingen voor het bijwerken van de firmware van de hub.
- Firmware-Auto-Update configureert automatische OS Malevich updates (standaard ingeschakeld):
- Indien ingeschakeld, wordt de firmware automatisch bijgewerkt wanneer er een nieuwe versie beschikbaar is. Het systeem moet worden uitgeschakeld en er moet een externe voeding op de hub worden aangesloten.
- Indien uitgeschakeld, wordt het systeem niet automatisch bijgewerkt. Als er een nieuwe firmwareversie beschikbaar is, zal de app aanbieden om OS Malevich te updaten.
- Controleren op nieuwe versie. Hiermee kunt u handmatig firmware-updates controleren en installeren als deze beschikbaar zijn of aan de hub zijn toegewezen. Deze optie is alleen beschikbaar als de instelling Firmware-Auto-Update is ingeschakeld.
Als de firmware van de hub verouderd is, kan er een fout optreden wanneer u een apparaat aan de hub toevoegt. In dit geval vraagt het systeem de gebruiker om de sectie Firmware-update in de Service-instellingen te openen en te controleren of er een nieuwe firmwareversie beschikbaar is. Indien er een update beschikbaar is, kan de gebruiker deze downloaden en installeren.
Systeem logboekregistratie
Met deze instelling kunt u het transmissiekanaal voor het logboek van de hub selecteren of de opname ervan uitschakelen:
- Ethernet — logs van het systeem worden verzonden via het bekabelde internet.
- Uit — loggen is uitgeschakeld.
Logs zijn bestanden met informatie over de werking van het systeem. Schakel het loggen niet uit, aangezien deze informatie nuttig kan zijn bij fouten in de werking van het systeem. Logs worden alleen via het ethernet verzonden.
Vertraging voor meldingen over extern stroomverlies
Instellingen voor de vertragingstijd voor meldingen over extern stroomverlies.
U kunt een vertragingstijd selecteren van 1 minuut tot 1 uur in stappen van 1 minuut.
Aantal gebeurtenissen ’terwijl hub offline was’
Gebeurtenissen tijdens communicatiestoringen met de server worden opgeslagen in de buffer van de hub en worden naar de Ajax-apps gestuurd nadat de verbinding is hersteld.
Met deze instelling kunt u het aantal recente gebeurtenissen kiezen dat de hub naar de Ajax-apps stuurt zodra deze weer online is.
U kunt kiezen tussen 100 (standaardwaarde) en 1.000 gebeurtenissen in stappen van 50.
Geavanceerde instellingen
PD 6662-instellingenwizard
Opent een stapsgewijze handleiding over hoe u uw systeem kunt instellen conform de Britse beveiligingsnorm PD 6662:2017.
Serververbinding
Communicatie-instellingen tussen de hub en de Ajax Cloud-server:
- Alarmvertraging bij mislukte verbinding met server, sec. De vertraging is nodig om het risico op valse meldingen van een verbroken verbinding met de Ajax Cloud-server te verkleinen. Het wordt geactiveerd na 3 niet-geslaagde polls tussen de hub en de server. De vertraging wordt ingesteld tussen 30 en 600 seconden. De aanbevolen standaardwaarde is 300 s.
- Hub-server polling-interval, sec. Frequentie van de pings verzonden worden van de hub naar de Ajax Cloud-server. Het wordt ingesteld van 10 tot 300 sec. De aanbevolen waarde is 60 seconden.
De tijd om een bericht te genereren over het communicatieverlies tussen de hub en de Ajax Cloud-server wordt berekend aan de hand van de volgende formule:
(Ping-interval × 3) + Tijdsfilter.
Met de standaardinstellingen meldt de Ajax Cloud het communicatieverlies met de hub na 8 minuten:
(60 s * 3) + 300 s = 8 min.
- Ontvang een melding wanneer de serververbinding wegvalt zonder alarm. De Ajax-apps kunnen op twee manieren melding geven van het verbindingsverlies tussen de hub en de server: met het standaardsignaal van een pushmelding of met een sirenegeluid (standaard ingeschakeld). Als de optie actief is, wordt de melding gegeven met het standaardsignaal van een pushmelding.
- Melding van verbindingsverlies via kanalen. Het Ajax-systeem kan de gebruikers en het beveiligingsbedrijf op de hoogte stellen van het verbreken van de verbinding tussen de hub en de Ajax Cloud-server, zelfs via een van de communicatiekanalen.
In het menu kunt u de communicatiekanalen selecteren waarmee het systeem zal melden dat de verbinding wegvalt (ethernet en/of mobiel), evenals de vertraging van het verzenden van dergelijke meldingen.
- Vertraging van verbindingsverlies, min — duur van de vertraging voordat de melding over het verlies van verbinding via een van de communicatiekanalen wordt verzonden. In te stellen van 3 tot 30 minuten.
De tijd voordat de notificatie over het verbindingsverlies via een van de communicatiekanalen wordt verstuurd, wordt berekend met de volgende formule:
(Ping-interval × 3) + tijdsfilter + Vertraging van verbindingsverlies.
Geluiden en alarmen
Het menu bevat drie groepen met instellingen: waarden voor het activeren van de sirene, indicatie van sirene na alarm en waarden voor het activeren van de pieptoon van het bediendeel.
Waarden voor het activeren van de sirene
Als het deksel open is (hub of detector). Indien ingeschakeld, activeert de hub de aangesloten sirenes als de behuizing van de hub, detector of een ander Ajax-apparaat geopend wordt.
Als de paniekknop wordt ingedrukt (app). Indien ingeschakeld, activeert de hub aangesloten sirenes als de paniekknop wordt ingedrukt in de Ajax-app.
Schakel de sirene uit die reageert op het indrukken van de paniekknop van Ajax SpaceControl Jeweller in de instellingen van de sleutelhanger in de Ajax-app (Apparaten → Ajax SpaceControl Jeweller → Instellingen
).
Herstart het alarmsignaal bij activering van elke detector. Indien ingeschakeld, zal elk nieuw alarm van een inbraakdetector het alarm van de sirene herstarten. U kunt deze instelling uitschakelen zodat de sirene alleen reageert op het alarm van de eerste geactiveerde detector.
De indicatie na een alarm van de sirene instellen
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
De sirene kan meldingen geven over de activering van het ingeschakelde systeem aan de hand van een led-indicatie. Dankzij deze optie kunnen gebruikers en beveiligingspersoneel zien dat het systeem een alarm geactiveerd heeft.
Piep met waarden voor activering van bediendeel
Questa funzione è disponibile solo nelle app Ajax PRO.
De bediendelen die op de hub zijn aangesloten geven een geluidssignaal om storingen aan te geven. Om de geluidsmeldingen te activeren, schakelt u de schakelaar in: Als een apparaat offline is en Als de batterij van een apparaat bijna leeg is.
Geluidsmeldingen bij storingen worden ondersteund door Ajax-bediendelen met de volgende firmwareversies of nieuwer:
- 5.57.1.1 voor KeyPad Jeweller;
- 5.57.5.0 voor KeyPad Plus Jeweller;
- 6.57.11.12 voor Superior KeyPad Fibra.
Batterij-instellingen
Het menu bevat de volgende instellingen:
- Spaarstand batterij;
- Maximaliseer de levensduur van de batterij;
- Stop met het opladen van de batterij als deze defect is;
- Meld als de batterij niet kan worden opgeladen.
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Spaarstand batterij
Met de instelling Bespaar de lading van de reservebatterij van de hub kunt u de levensduur van de back-upbatterij verlengen wanneer er geen externe voeding beschikbaar is. Wanneer deze instelling is ingeschakeld, schakelt de hub over naar stand-bymodus zodra deze de externe voeding verliest.
Om de reservebatterij te sparen schakelt de hub zijn verbindingskanalen (mobiel netwerk, ethernet of wifi) uit wanneer het overschakelt naar de stand-bymodus. Daarom is de hub in stand-bymodus niet verbonden met de Ajax Cloud en de meldkamer totdat er een systeemgebeurtenis plaatsvindt. In de Ajax-apps zijn de hub en de eraan toegevoegde apparaten grijs en kunnen ze niet worden geconfigureerd of beheerd; de hub bevindt zich in de Spaarstand en de eraan toegevoegde apparaten zijn Offline. De ruimte in de lijst met ruimtes wordt gemarkeerd met de aanvullende status Spaarstand.
De stand-bymodus heeft geen invloed op de werking van het systeem. Elke detector die wordt geactiveerd, activeert de hub voor een bepaalde tijd zodat de gebeurtenis naar gebruikers en de meldkamer kan worden verzonden. Tijdens de standby-modus knippert de led van de hub om de 30 seconden rood en wordt de helderheid van de led tot het minimum beperkt.
Als de hub in de stand-bymodus staat, kan het alleen met een bediendeel of sleutelhanger worden overgeschakeld naar een andere modus. In de standby-modus kunt u de modus van het systeem niet veranderen en de hub niet configureren met de Ajax-apps.
Schakel Bespaar de lading van de reservebatterij van de hub in om de bedrijfstijd van de hub te configureren:
| Instelling | Betekenis |
| Activiteitsduur | De periode dat de hub verbonden blijft met de Ajax Cloud na een systeemgebeurtenis is standaard ingesteld op 10 minuten. U kunt deze periode echter aanpassen van 5 minuten tot 1 uur. |
| Server polling-interval | De tijd tussen verbindingen van de hub in de stand-bymodus met de server bedraagt standaard 6 uur. U kunt deze periode echter aanpassen van 1 uur tot 24 uur. |
Met de functie Spaarstand batterij is het mogelijk om de levensduur van de reservebatterij te verlengen tot 200 uur voor Superior Hub Hybrid 2 bij gebruik van een 12 V⎓ reservebatterij met een capaciteit van 7 Ah. Deze duur is afhankelijk van de systeemconfiguratie en het aantal apparaten dat aan de hub is toegevoegd.
Als de functie Spaarstand batterij is ingeschakeld, voldoet uw systeem niet aan EN 50131 Grade 2, 3.
Opmerking: als uw systeem minsten één signaalversterker bevat die via ethernet aan de hub is toegevoegd, zal de hub niet overschakelen naar de stand-bymodus. Dit is nodig om de verbinding te behouden met apparaten die via de signaalversterker zijn toegevoegd.
Voor systemen met spraakmodules: de operator van een meldkamer kan alleen verbinding maken en communiceren via spraakmodules tijdens de Activiteitsduur van de hub wanneer de hub verbonden blijft met de Ajax Cloud. Een gaande oproep kan de activiteitsduur van de hub niet verlengen; daarom wordt deze automatisch beëindigd zodra de hub overschakelt naar de Spaarstand.
Maximaliseer de levensduur van de batterij
De functie Maximaliseer de levensduur van de batterij verlengt de levensduur van de reservebatterij van de hub. Wanneer de instelling is ingeschakeld, stopt het opladen bij 100% en wordt het hervat bij een batterijlading van 80%.
Stop met het opladen van de batterij als deze defect is
Als deze functie is ingeschakeld, stopt de batterij automatisch met opladen als er na 40 uur continu opladen een storing optreedt. Sluit de batterij opnieuw aan om de lading te herstellen.
Meld als de batterij niet kan worden opgeladen
Wanneer deze schakelaar is ingeschakeld, ontvangt u meldingen als de batterij voor een langere periode niet volledig is opgeladen. Deze schakelaar is standaard ingeschakeld.
Instellingen brandmelders
Configureer het Gekoppeld alarm voor brandmelders. De functie activeert de ingebouwde sirenes van alle Ajax-brandmelders als er minstens één afgaat.
Integriteitscontrole van het systeem
Deze instelling is verantwoordelijk voor het controleren van de status van beveiligingsdetectoren, apparaten en gevolgde groepen voordat het systeem wordt ingeschakeld. De integriteitscontrole van het systeem is standaard uitgeschakeld.
Alarmbevestiging
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Dit is een speciale gebeurtenis die de hub naar de meldkamer en de systeemgebruikers stuurt als meerdere apparaten, ingesteld door de beheerder, binnen een bepaalde periode zijn geactiveerd.
Door te reageren op bevestigde alarmen, verminderen het beveiligingsbedrijf en de politie het aantal bezoeken door valse alarmen.
Herstel na alarm
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Deze functie staat niet toe dat het systeem wordt ingeschakeld als er recent een alarm werd geregistreerd. Om het systeem te activeren, moet een geautoriseerde gebruiker of PRO het eerst herstellen. De alarmtypes die systeemherstel vereisen, worden bepaald bij het configureren van de functie.
De functie voorkomt situaties waarin de gebruiker het systeem inschakelt als melders valse alarmen genereren.
In- en uitschakelproces
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Met de eerste optie Naleving van normen kunt u een specifieke norm selecteren om het beveiligingssysteem in te stellen om te voldoen aan bepaalde vereisten. Zodra u de gewenste norm heeft geselecteerd, toont het menu hieronder de juiste instellingen voor het in- en uitschakelen. De volgende kleuren zijn beschikbaar:
- EN 50131 — Europese standaard voor inbraak- en alarmsystemen, die ook het concept van beveiligingsgraden beschrijft.
- PD 6662 — Britse norm voor inbraak- en noodalarmen, gericht op het verminderen van het aantal onbevestigde alarmen en ervoor te zorgen dat de politie alleen reageert op echte bedreigingen.
- VdS — Duitse norm voor inbraak- en noodalarmen, die het in-/uitschakelproces regelt.
- ANSI/SIA CP-01-2019 — Amerikaanse norm voor beveiligingssystemen die functies en vereisten regelt om valse alarmen veroorzaakt door gebruikers of apparatuur te verminderen.
EN 50131
Zodra EN 50131 is ingeschakeld, kunt u de waarden van de functies Inschakelen in twee fasen, Uitlooptijd opnieuw starten, Uitloopfout en de Vertraging bij verzenden van alarm instellen.
PD 6662
Nadat PD 6662 is geselecteerd, toont het menu het aantal instellingen voor in-/uitschakelen waarmee u het systeem kunt configureren om te voldoen aan de vereisten van de norm.
Gebruik de bijbehorende stapsgewijze handleiding in de Ajax PRO-app voor een snelle en gemakkelijke systeeminstallatie volgens PD 6662. Ga naar Hub → Instellingen → Service → PD 6662 Instelwizard en volg de aanwijzingen in de app.
VdS
Nadat VdS is geselecteerd, functioneren alle apparaten in het systeem zonder vertraging bij vertrek, maar inloopvertragingen werken wel.
Het systeem controleert automatisch of alle deuren en sloten gesloten zijn. De deur wordt vergrendeld met een extern blokkeerelement wanneer het systeem wordt ingeschakeld. Bovendien checkt het systeem of de deur is vergrendeld of dat het systeem is ingeschakeld volgens het principe voor onvermijdelijkheid (Duits: Zwangsläufigkeit).
Als er storingen zijn, kan het systeem niet worden ingeschakeld. Als er storingen optreden of de deur niet op vergrendeld is, meldt het systeem dat het inschakelen mislukt is.
ANSI/SIA CP-01-2019
Alleen Hub 2 (4G) Jeweller en Hub 2 Plus Jeweller zijn gecertificeerd volgens ANSI/SIA CP-01-2019.
Nadat ANSI/SIA CP-01-2019 is geselecteerd, kunt u de functies Uitlooptijd opnieuw starten en Niet-verlaten gebouwen configureren. Voor de instellingen bij het uitschakelen kunt u selecteren welke apparaten een melding moeten geven bij Alarmannulering of Alarm afbreken en de Tijd voor afbreken van een alarm aanpassen.
Deze norm vereist ook dat een aantal functies voor het systeem worden ingeschakeld, zoals Vertraging bij binnenkomst/vertrek, cross-zoning, Automatische deactivering van apparaten en systeemtesten. Deze functies worden geconfigureerd in de hub en de instellingen van het apparaat.
Automatische deactivering van apparaten
Deze instelling is alleen beschikbaar in de PRO Ajax-apps.
Met deze functie kunt u alarmen en/of andere gebeurtenissen negeren zonder ze uit het systeem te verwijderen. Gebeurtenissen van uitgeschakelde apparaten worden niet verzonden naar de meldkamer en gebruikers van het beveiligingssysteem.
Er zijn drie soorten Automatische deactivering van apparaten: op timer, op aantal alarmen en op aantal vergelijkbare gebeurtenissen. Het is ook mogelijk om een specifiek apparaat handmatig uit te schakelen.
Wanneer u hierop drukt, wordt de gebruikershandleiding van Superior Hub Hybrid 2 geopend in de Ajax-app.
Menu voor het automatisch overzetten van apparaten en instellingen van een andere hub. Zorg dat u zich in de instellingen bevindt van de hub waarop u gegevens wilt importeren.
Verwijdert uw account uit de hub. Alle instellingen, gekoppelde detectoren en apparaten, en uitgenodigde gebruikers worden opgeslagen in het geheugen van de hub.
De instellingen van de hub resetten
Om de fabrieksinstellingen van de hub te herstellen:
- Schakel de hub in als deze is uitgeschakeld.
- Verwijder alle gebruikers en installateurs van de hub.
- Houd de aan/uit-knop gedurende 30s ingedrukt — de led-indicatie op het paneel van de hub begint rood te knipperen.
- Verwijder de hub uit uw account.
Space-instellingen
Instellingen kunnen worden gewijzigd in de Ajax-app:
- Selecteer de space als u er meerdere heeft of als u een Ajax PRO app gebruikt.
- Ga naar het tabblad Beheer
.
- Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram
in de rechteronderhoek te klikken.
- Stel de vereiste waarden in.
- Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Indicatie
De led-indicatie van de hub heeft twee modi:
- Hub–serververbinding.
- Waarschuwingen en storingen.
Hub–serververbinding
De modus hub–serververbinding is standaard ingeschakeld. De led van de hub heeft een lijst met indicaties die de systeemstatus of de optredende gebeurtenissen aangeven. Superior Hub Hybrid 2 kan rood, wit, paars, geel, blauw of groen oplichten, afhankelijk van de status.
De statussen van Superior Hub Hybrid 2 kunnen ook gecontroleerd worden in de Ajax-apps.
| Indicatie | Gebeurtenis | Opmerking |
| Licht wit op. | Er zijn minstens twee communicatiekanalen aangesloten: ethernet en één of twee simkaarten. | Als het apparaat alleen op een reservebatterij werkt, knippert de indicatie elke 10 seconden. |
| Licht groen op. |
Er is één communicatiekanaal verbonden: ethernet of één/twee simkaart(en). |
Als het apparaat alleen op een reservebatterij werkt, knippert de indicatie elke 10 seconden. |
| Licht rood op. | De hub heeft geen verbinding met het internet of de Ajax Cloud-service. | Als het apparaat alleen op een reservebatterij werkt, knippert de indicatie elke 10 seconden. |
|
De externe voeding is losgekoppeld (als er een reservebatterij is aangesloten). |
Licht continu op gedurende 3 minuten en knippert dan elke 10 seconden. | De kleur van de indicator is afhankelijk van het aantal aangesloten communicatiekanalen. |
Als u een indicatie ziet terwijl u het systeem gebruikt die niet in deze gebruikershandleiding staat vermeld, neem dan contact op met de ondersteuningsdienst van Ajax.
Toegang tot indicaties
Gebruikers van Superior Hub Hybrid 2 kunnen de indicatie over alarmen en storingen zien nadat ze:
- Het systeem in-/uitschakelen met het Ajax-bediendeel.
- Het juiste gebruikers-ID of persoonlijke code invoeren op het bediendeel en een actie uitvoeren die al is uitgevoerd (bijvoorbeeld, het systeem is uitgeschakeld en de uitschakelknop wordt ingedrukt op het bediendeel).
- Druk op de knop van Ajax SpaceControl Jeweller om het systeem in/uit te schakelen of de Deelinschakeling te activeren.
- Het systeem in-/uitschakelen via de Ajax-apps.
Alle gebruikers kunnen de indicatie voor het veranderen van de status zien.
Waarschuwingen en storingen
U schakelt deze functie in de instellingen van de hub van de Ajax PRO-app in (Hub → Instellingen → Services → Led-indicatie).
| Indicatie | Gebeurtenis | Opmerking |
| Status van de hub wijzigen | ||
| Witte led knippert één keer per seconde. | Inschakelen in twee fasen of Vertraging bij vertrek. | Een van de apparaten is bezig met Inschakelen in twee fasen of Vertraging bij vertrek. |
| Groene led knippert 1 keer per seconde. | Indicatie bij binnenkomst. | Een van de apparaten voert een Vertraging bij binnenkomst uit. |
| Witte led licht 2 seconden op. | Het inschakelen is voltooid. | De hub (of een van de groepen) verandert zijn status van Uit– naar Ingeschakeld. |
| Groene led licht 2 seconden op. | Het uitschakelen is voltooid. | De hub (of een van de groepen) verandert zijn status van In– naar Uitgeschakeld. |
| Waarschuwingen en storingen | ||
| Rode en paarse led knipperen om de beurt 5 seconden. | Bevestigd noodalarm. |
Er is een niet herstelde status na een bevestigd overvalalarm. De indicatie wordt alleen weergegeven als Bevestigd inbraak-/noodalarm is ingeschakeld in de instellingen. |
| Rode led licht 5 seconden op. | Overvalalarm. |
Er is een niet herstelde status na een overvalalarm. De indicatie wordt niet weergegeven als er een overvalalarm bevestigd is. De indicatie wordt alleen weergegeven als Enkelvoudig inbraak-/noodalarm is ingeschakeld in de instellingen. |
| Rode led knippert. | Het aantal keren dat de led knippert, komt overeen met het apparaatnummer van de noodknop (DoubleButton Jeweller) dat als eerste het overvalalarm genereert. | Er is een niet herstelde status na het bevestigde of niet bevestigde inbraakalarm. |
| Gele en paarse led knipperen 5 seconden achtereenvolgens. | Bevestigd inbraakalarm. |
Er is een niet herstelde status na het bevestigde inbraakalarm. De indicatie wordt alleen weergegeven als Bevestigd inbraak-/noodalarm is ingeschakeld in de instellingen. |
| Gele led licht 5 seconden op. | Inbraakalarm. |
Er is een niet herstelde status na het inbraakalarm. De indicatie wordt niet weergegeven als er een bevestigd inbraakalarm is. De indicatie wordt alleen weergegeven als Enkelvoudig inbraak-/noodalarm is ingeschakeld in de instellingen. |
| Gele led knippert. | Het aantal keren dat de led knippert komt overeen met het apparaatnummer dat als eerste het inbraakalarm genereert. | Er is een niet herstelde status na het bevestigde of niet bevestigde inbraakalarm. |
| Rode en blauwe led knipperen om de beurt 5 seconden. | Openen van het deksel. |
De status van de sabotagebeveiliging is niet hersteld of de deksel van een van de apparaten of de hub is open. De indicatie wordt alleen weergegeven als Dekselopening is ingeschakeld in de instellingen. |
| Gele en blauwe led knipperen om de beurt 5 seconden. | Andere storingen. |
Er is een niet herstelde fout of een storing van een apparaat of de hub. De indicatie wordt alleen weergegeven als Herstel na fouten is ingeschakeld in de instellingen. Momenteel is Herstel na fouten niet beschikbaar in Ajax-apps. |
| Donkerblauwe led licht 5 seconden op. | Tijdelijke deactivering. | Een van de apparaten is tijdelijk gedeactiveerd of de meldingen over de statussen van de deksel zijn uitgeschakeld. |
| Blauwe led licht 5 seconden op. | Automatische deactivatie. | Een van de apparaten wordt automatisch gedeactiveerd door een openingstimer of het aantal detecties. |
| Groene en blauwe led knipperen om de beurt. |
Verloop van de alarmtimer. |
Weergegeven het verlopen van de alarmtimer (om het alarm te bevestigen). |
Als er in het systeem niets gebeurt (geen alarm, storing, deksel open, enz.), geeft de led de volgende twee statussen van de hub weer:
- Ingeschakeld/gedeeltelijk ingeschakeld of Deelinschakeling ingeschakeld — de led brandt wit.
- Uitgeschakeld — de led licht groen op.
Alarmindicatie
Als het systeem is uitgeschakeld en een van de indicaties uit de tabel aanwezig is, knippert de gele led één keer per seconde.
Als er meerdere statussen in het systeem aanwezig zijn, worden de indicaties één voor één weergegeven, in dezelfde volgorde als in de tabel.
Extra functies
Videobewaking
Superior Hub Hybrid 2 is compatibel met Ajax-camera’s en NVR’s en met camera’s van derden die het RTSP-protocol of SDK-integratie ondersteunen.
U kunt het aantal camera’s en NVR’s dat aan de space kan worden toegevoegd, berekenen met behulp van de Calculator voor video-apparaten.
Scenario’s
Met Superior Hub Hybrid 2 kunt u tot 64 scenario’s maken en de impact van de menselijke factor op de beveiliging tot een minimum beperken. Bij het wijzigen van de beveiligingsmodus door op een knop te drukken of wanneer een detector alarm slaat kan de hub de het gehele systeem of een groep beheren volgens een schema; de rookmachine activeren als inbrekers de ruimte binnenkomen; de ruimte spanningsloos maken; noodverlichting inschakelen bij brand; water afsluiten bij lekkage; verlichtingsapparaten, elektrische sloten, rolluiken en garagedeuren bedienen.
Scenario’s kunnen worden gebruikt om het aantal routinehandelingen te verminderen en de productiviteit te verhogen. De automatiseringsapparaten van Ajax reageren op veranderingen in temperatuur en luchtkwaliteit. U kunt bijvoorbeeld instellen dat de verwarming wordt ingeschakeld als de temperatuur te laag wordt, of het toevoersysteem, de luchtbevochtiger en de airconditioning regelen om een aangenaam binnenklimaat te behouden.
Fotoverificatie

Superior Hub Hybrid 2 ondersteunt de bewegingsdetectoren MotionCam en MotionCam Outdoor. Wanneer de detectoren worden geactiveerd, maken ze een reeks opnames zodat u kunt zien hoe gebeurtenissen zich ontwikkelen. Dit bespaart gebruikers onnodige stress en zorgt ervoor dat beveiligingsbedrijven niet onnodig patrouilles op pad hoeven te sturen.
De detector activeert de camera wanneer deze ingeschakeld is en beweging detecteert. Alleen gebruikers met toegang tot het logboek en geautoriseerd personeel van het beveiligingsbedrijf kunnen visuele alarmverificaties zien, mits het beveiligingssysteem is aangesloten op de meldkamer.
Als de functie Foto op demand is geactiveerd, kunnen detectoren een foto maken op aanvraag van een systeemgebruiker of PRO-gebruiker met de juiste rechten. Het maken van een foto wordt altijd geregistreerd in het logboek van de hub.
De foto’s zijn in elk stadium van de transmissie versleuteld. Ze worden opgeslagen op de Ajax Cloud- server en worden niet verwerkt of geanalyseerd.
Onderhoud
Controleer regelmatig de werking van Superior Hub Hybrid 2 en aangesloten apparaten. De optimale testfrequentie is elke drie maanden. Verwijder regelmatig stof, spinnenwebben en ander vuil van de behuizing. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur.
Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine, of andere actieve oplosmiddelen bevatten om het apparaat te reinigen.
Vastgestelde ondersteuningsperiode
We brengen beveiligingsupdates uit voor hubs voor minstens twee jaar van de garantieperiode.
Technische specificaties
Garantie
De garantie op de producten van de Limited Liability Company, “Ajax Systems Manufacturing”, is 2 jaar geldig na aankoop.
Als het apparaat niet goed werkt, raden we aan om eerst contact op te nemen met de technische ondersteuning van Ajax. In de meeste gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.
Contact opnemen met de technische ondersteuning:
Gefabriceerd door “AS Manufacturing” LLC














