Gebruikershandleiding MotionProtect Jeweller

Bijgewerkt op

MotionProtect Jeweller is een draadloze bewegingsdetector voor binnen die toezicht houdt op een gebied binnen een straal van 12 meter. MotionProtect negeert dieren, maar herkent een mens vanaf de eerste stap.

MotionProtect werkt binnen het Ajax-systeem en is verbonden met de hub via het beveiligde Jeweller-protocol. Het communicatiebereik is maximaal 1,700 meter in de zichtlijn. Bovendien kan de detector worden gebruikt als onderdeel van beveiligingscentrales van derden via de integratiemodules uartBridge of ocBridge Plus.

U kunt de detector instellen via de Ajax-app voor iOS, Android, macOS en Windows. Het systeem brengt de gebruiker op de hoogte van alle gebeurtenissen via pechmeldingen, sms-berichten en oproepen (indien geactiveerd).

Functionele elementen

  1. Led-indicator.
  2. Lens van de bewegingsdetector.
  3. SmartBracket-montagepaneel. Schuif het paneel naar beneden om het te verwijderen.
  4. Geperforeerd deel van het montagepaneel. Noodzakelijk voor activering van het antisabotagesysteem bij pogingen om de detectoren van het oppervlak los te maken. Breek het niet af.
  5. Sabotagebeveiliging. Wordt geactiveerd bij een poging om de detector van het oppervlak los te halen of het montagepaneel te verwijderen.
  6. Schakelaar van het apparaat.
  7. QR-code van detector. Wordt gebruikt om verbinding te maken met het Ajax-systeem.

Werkingsprincipe

MotionProtect is een draadloze bewegingsdetector. Door gebruik te maken van de IR-sensor, kan de detector inbreuken signaleren aan de hand van bewegende objecten met temperaturen dicht bij die van het menselijk lichaam.

Als een ingeschakelde detector beweging identificeert, stuurt het meteen een alarm naar de hub. Hierdoor worden de sirenen die verbonden zijn met het systeem geactiveerd, worden de scenario’s geactiveerd en worden de gebruikers en het beveiligingsbedrijf op de hoogte gebracht. Alle MotionProtect-alarmen en -gebeurtenissen worden opgenomen in de eventlog van de Ajax-apps.

Gebruikers weten exact waar de beweging is gedetecteerd. De meldingen bevatten de naam van de hub (naam van bewaakt object), naam van het apparaat en de virtuele ruimte waaraan de detector is toegewezen.

De detector wordt niet direct ingeschakeld. De tijd die nodig is om naar ingeschakelde modus te gaan, hangt af van de vertraging bij vertrek (gespecificeerd in de detector-instellingen) en het pinginterval tussen de hub en de detector (de instellingen van Jeweler of Jeweller/Fibra staan standaard op 36 seconden). In het eerste geval wordt de vertraging ingesteld door een beheerder of een PRO-gebruiker met beheerdersrechten. In het tweede geval treedt de vertraging op omdat de hub één pinginterval nodig heeft om de detector op de hoogte te stellen van de overgang naar de ingeschakelde modus.

Huisdier-immuniteit

Als MotionProtect correct geïnstalleerd en ingesteld is, reageert het niet op dieren tot 50 centimeter groot en tot 20 kilo zwaar.

De detector moet op 2,4 meter geïnstalleerd worden, zonder dat het zicht belemmerd wordt. Bijvoorbeeld in een hoek waar het zicht niet geblokkeerd wordt door een kast of ander meubilair waarop een huisdier kan klimmen.

Het is ook belangrijk dat de juiste gevoeligheid wordt ingesteld in de instellingen van de detector:

  • Hoog: de detector reageert niet op katten (tot 25 cm hoog).
  • Medium: de detector reageert niet op kleine honden (tot 35 cm hoog).
  • Laag: de detector reageert niet op dieren tot 50 cm hoog.

Als de bewegingsdetectoren voor binnen lager dan de aanbevolen hoogte worden gemonteerd, dan bevinden de dieren zich in de hypergevoelige zone. De detector kan het alarm laten afgaan als een grote herdershond op zijn achterpoten loopt of zelfs als een kleine spaniël op een stoel speelt. De detector laat het alarm ook afgaan als het dier kan springen tot het niveau van MotionProtect of er in de buurt van kan bewegen.

Temperatuurcompensatie

De detector ziet een persoon en andere objecten als warmteplekken. Het apparaat monitort deze warmteplekken en slaat alarm als ze bewegen. MotionProtect reageert op bewegende warmteplekken met een temperatuur die dicht bij de temperatuur van het menselijk lichaam ligt.

Als de omgevingstemperatuur gelijk is aan dat van het menselijk lichaam, is een juiste werking van de detector niet gegarandeerd tenzij de temperatuurcompensatie is ingeschakeld. Het wordt gebruikt in alle Ajax-bewegingsdetectors. MotionProtect herkent beweging over het gehele bedrijfstemperatuurbereik dankzij de temperatuurcompensatie.

Gebeurtenissen verzenden naar de meldkamer

Het Ajax-systeem kan alarmmeldingen niet alleen naar de PRO Desktop-bewakingsapp versturen, maar ook naar de meldkamer in bestandsformaten van Sur-Gard protocol (Contact ID), SIA (DC-09), ADEMCO 685 en andere bedrijfseigen protocollen. Een volledige lijst met ondersteunde protocollen is beschikbaar via deze link.

MotionProtect kan de volgende gebeurtenissen verzenden:

  1. Bewegingsalarm.
  2. Sabotagebeveiliging/herstel.
  3. Verlies/herstel van de verbinding met de hub of de radiosignaalversterker.
  4. Deactivering/activering van de detector.
  5. Mislukte poging om het beveiligingssysteem in te schakelen (als de integriteitscontrole van het systeem is ingeschakeld).

Wanneer een alarm wordt ontvangen, weet de operator van het beveiligingsbedrijf wat er gebeurd is en naar waar een responsteam moet worden gestuurd op locatie. Dankzij de adresseerbaarheid van de Ajax-apparaten kunnen gebeurtenissen verzonden worden naar PRO Desktop of de meldkamer met het type van het apparaat, de naam, beveiligingsgroep en virtuele ruimte. Let op: de lijst met verzonden parameters kan verschillend zijn, afhankelijk van het type meldkamersoftware en het geselecteerde protocol voor communicatie met de meldkamer.

Het apparaat-ID en het loopnummer (zone) kunnen worden gevonden in de statussen van het apparaat van de Ajax-app.

Verbinding maken met het beveiligingssysteem

Voordat u een apparaat toevoegt

  1. Installeer de Ajax-app.
  2. Log in op een account of maak een nieuwe aan.
  3. Selecteer een space of maak een nieuwe aan.

    Space is beschikbaar voor apps met deze versies of hoger:

    • Ajax Security System 3.0 voor iOS.
    • Ajax Security System 3.0 voor Android.
    • Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor iOS.
    • Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor Android.
    • Ajax PRO Desktop 4.0 voor macOS.
    • Ajax PRO Desktop 4.0 voor Windows.
  4. Voeg minstens één virtuele ruimte toe.
  5. Voeg een compatibele hub toe aan de space. Zorg dat de hub aanstaat en toegang heeft tot het internet via een ethernetkabel, wifi, en/of een mobiel netwerk.
  6. Zorg ervoor dat de space is uitgeschakeld en de hub niet begint met updaten door de status in de Ajax-app te controleren.

Alleen een PRO of beheerder van een space met rechten om het systeem te configureren kan een apparaat aan de hub toevoegen.

Verbinding maken met de hub

  1. Open de Ajax-app. Als u toegang heeft tot meerdere hubs of als u de PRO-app gebruikt, selecteert u de hub waaraan u de detector wilt toevoegen.
  2. Ga naar het menu Apparaten en druk op Apparaat toevoegen.
  3. Geef de detector een naam, scan of toets de QR-code in (deze vindt u op de detector en de verpakkingsdoos), selecteer een ruimte en een groep (als de groepsmodus is ingeschakeld).
  4. Druk op Toevoegen.
  5. Schakel het apparaat in.

Als de verbinding mislukt, zet dan de detector uit en probeer het na 5 seconden opnieuw. Let op: als het maximum aantal apparaten wat toegevoegd kan worden aan de hub is bereikt (afhankelijk van het model van de hub), ontvangt u een melding wanneer u een nieuwe wilt toevoegen.

Als u MotionProtect wilt verbinden met de hub, moet de detector zich in dezelfde locatie bevinden als het systeem (binnen het bereik van het radiosignaal van de hub). Als u wilt dat de detector werkt via de radiosignaalversterker, voegt u eerst de detector en de signaalversterker toe aan de hub en vervolgens verbindt u deze met de signaalversterker.

De detector die verbonden is met de hub verschijnt in de app in de lijst met hub-apparaten. Het bijwerken van de statussen van de apparaten in de lijst hangt af van de instellingen van Jeweller of Jeweller/Fibra. De standaardwaarde is 36 seconden.

De hub en het apparaat dat op verschillende radiofrequenties werkt, zijn niet compatibel. Het radiofrequentiebereik van het apparaat kan per regio verschillen. We raden aan om Ajax-apparaten in dezelfde regio te kopen en gebruiken. U kunt het bereik van de radiofrequenties controleren via de technische ondersteuning.

MotionProtect werkt met één hub. Als de detector is verbonden met een nieuwe hub, stopt de detector met het verzenden van opdrachten naar de oude hub. De detector wordt niet verwijderd van de apparatenlijst van de oude hub, als die wordt toegevoegd aan een nieuwe hub. Dit moet gedaan worden via de Ajax-app.

Verbinden met beveiligingssystemen van derden

Om de detector met behulp van de integratiemodule uartBridge of ocBridge Plus met een beveiligingscentrale van derden te verbinden, volgt u de aanbevelingen in de handleiding van deze apparaten.

Storingen

Wanneer een storing wordt gedetecteerd (bijvoorbeeld als er geen verbinding met Jeweller is), geeft de Ajax-app een storingsteller weer op het pictogram van het apparaat. Alle storingen worden weergegeven in de statussen van de detector. Velden met storingen worden rood gemarkeerd.

Een storing wordt weergegeven wanneer:

  • De temperatuur van de detector buiten de aanvaardbare limieten valt: onder –10 °C en hoger dan 40 °C.
  • De behuizing van de detector open is (de sabotagebeveiliging is geactiveerd).
  • Er geen verbinding met de hub of de radiosignaalversterker is via Jeweller.
  • De batterij van de detector is bijna leeg is.

Pictogrammen

De pictogrammen geven een aantal van de statussen van MotionProtect weer. U kunt ze in de Ajax-app inzien via het tabblad Apparaten . Om ze te bekijken:

  1. Log in op de Ajax-app.
  2. Selecteer een hub als u er meerdere heeft of de PRO-app gebruikt.
  3. Ga naar het tabblad Apparaten .
Pictogram Betekenis

Jeweller-signaalsterkte. Geeft de signaalsterkte tussen de hub en de signaalversterker aan. De aanbevolen waarde is 2-3 streepjes.

Meer informatie

Het niveau van de batterijlading van de detector.

Meer informatie

De detector werkt via een radiosignaalversterker.

De detector werkt in de modus Altijd actief.

Meer informatie

Vertraging bij binnenkomst is ingeschakeld.

Meer informatie

Vertraging bij vertrek is ingeschakeld.

Meer informatie

MotionProtect zal inschakelen in de Deelinschakeling.

Meer informatie

MotionProtect heeft beweging gedetecteerd. Het pictogram wordt weergegeven wanneer de detector is ingeschakeld.

MotionProtect is uitgeschakeld.

Meer informatie

MotionProtect is gedeactiveerd omdat het vooraf ingestelde aantal alarmen overschreden is.

Meer informatie

MotionProtect heeft gebeurtenissen voor activering van de sabotagebeveiliging gedeactiveerd.

Meer informatie

Het apparaat is niet overgezet naar de nieuwe hub.

Meer informatie

Statussen

Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters. De statussen van MotionProtect zijn te vinden in de Ajax-app:

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Selecteer MotionProtect in de lijst.
Parameter Waarde
Temperatuur

Temperatuur van de detector. Dit wordt gemeten op de processor en verandert geleidelijk.

Toegestane afwijking in de waarde tussen de app en de kamertemperatuur: 2°C.

De waarde wordt bijgewerkt zodra de detector een temperatuurwijziging van minstens 2°C signaleert.

U kunt een scenario op basis van temperatuur configureren om zo automatiseringsapparaten te besturen

Meer informatie

Jeweller-signaalsterkte

Signaalsterkte tussen de detector en hub of signaalversterker op het Jeweller-kanaal. De aanbevolen waarde is 2-3 streepjes.

Jeweller is een protocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmen van MotionProtect.

Batterijlading

Batterijniveau van het apparaat. Weergegeven als een percentage.

Als de batterijen leeg zijn, ontvangen de Ajax-apps en het beveiligingsbedrijf de juiste waarschuwing.

Na de melding van een laag batterijniveau, kan de detector nog tot 2 maanden werken.

Zo wordt de batterijlading weergegeven

Batterijlevensduur-calculator

Deksel De status van de sabotagebeveiliging van de detector die reageert op het openen of losmaken van de behuizing van het apparaat:

  • Open: de detector is verwijderd van de SmartBracket of de integriteit van de detector is aangetast. Controleer het apparaat.
  • Gesloten: de detector is geïnstalleerd op het SmartBracket-montagepaneel. De integriteit van de behuizing van het apparaat en het montagepaneel is niet aangetast — normale status.

Meer informatie

ReX Geeft de status weer van een radiosignaalversterker.
Verbinding via Jeweller Verbindingsstatus op het Jeweller-kanaal tussen de detector en de hub of de signaalversterker:

  • Online: de detector is verbonden met de hub of de signaalversterker. Normale status.
  • Offline: de detector is niet verbonden met de hub of de signaalversterker. Controleer de verbinding van het apparaat.
Gevoeligheid Gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetector:

  • Laag: de detector reageert niet op dieren tot 50 cm hoog.
  • Normaal (standaard): de detector reageert niet op kleine honden (tot 35 cm hoog).
  • Hoog: de detector reageert niet op katten (tot 25 cm hoog).
Altijd actief

Als deze optie is ingeschakeld, is de detector voortdurend ingeschakeld, detecteert het beweging en slaat het alarm.

Meer informatie

Permanente deactivering Geeft de status van de permanente deactiveringsfunctie van het apparaat weer:

  • Nee: het apparaat werkt in de normale modus.
  • Alleen deksel: meldingen over het activeren van de sabotagebeveiliging zijn uitgeschakeld.
  • Volledig: het apparaat is volledig uitgesloten van de werking van het systeem. Het apparaat volgt geen systeemopdrachten en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.
  • Op aantal alarmen: het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het aantal alarmen wordt overschreden (gespecificeerd in de instellingen voor de Automatische deactivering van apparaten).

Meer informatie

Reactie op alarmen
Bedrijfsmodus Geeft weer hoe de detector reageert op alarmen:

  • Direct Alarm — de ingeschakelde detector reageert onmiddellijk op gevaar en slaat alarm.
  • Ingang/uitgang — wanneer een vertraging is ingesteld, start het ingeschakelde apparaat het aftellen en gaat het alarm pas af als het aftellen is afgelopen.
  • Follower — de detector neem de vertragingen van in-/uitloopdetectoren over. Echter, wanneer de Follower individueel geactiveerd wordt dan geeft het direct een alarm.
Vertraging bij binnenkomst, sec

Vertragingstijd bij binnenkomst is 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij de beveiligde ruimte betreedt.

Meer informatie

Vertraging bij vertrek, sec

Vertragingstijd bij vertrek is 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij vertrek (vertraagde inschakeling) is de tijd die de gebruiker heeft om de beveiligde ruimte te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec

Vertragingstijd bij binnenkomst in de Deelinschakeling: van 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij de beveiligde ruimte betreedt.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec

Vertragingstijd bij vertrek in de Deelinschakeling: van 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij vertrek (vertraagde inschakeling) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld.

Meer informatie

Firmware Firmwareversie van de detector.
Apparaat-ID Detector-ID. Ook beschikbaar via de QR-code op de behuizing van de detector en de verpakking.
Apparaat № Nummer van de apparaatloop (zone).

Instellingen

Zo past u de instellingen van MotionProtect aan in de Ajax-app:

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Selecteer MotionProtect in de lijst.
  3. Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram te klikken.
  4. Stel de vereiste parameters in.
  5. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Instelling Waarde
Naam

Naam van de detector. Wordt getoond in de lijst van hub-apparaten, sms-berichten en meldingen in het logboek.

Om de naam van de detector aan te passen, klikt u op het potloodpictogram .

De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan.

Ruimte

Selecteer de virtuele ruimte waaraan MotionProtect is toegewezen.

De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in het logboek.

Led-indicatie van alarmen

Als de optie uitgeschakeld is, geeft de led-indicatie van de detector geen melding over alarmen of activering van de sabotagebeveiliging.

Beschikbaar voor apparaten met firmwareversie 5.55.0.0 of hoger.

Welke firmwareversie heeft mijn detector

Gevoeligheid

Kies het gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetector:

De keuze hangt af van het type object, de aanwezigheid van waarschijnlijke bronnen die valse alarmen veroorzaken en de specificaties van het beveiligde gebied:

  • Laag: de detector reageert niet op dieren tot 50 cm hoog.
  • Normaal (standaard): de detector reageert niet op kleine honden (tot 35 cm hoog).
  • Hoog: de detector reageert niet op katten (tot 25 cm hoog).

Waarom bewegingsdetectoren reageren op dieren en hoe dit te voorkomen

Altijd actief

Als deze optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en detecteert beweging.

Meer informatie

Waarschuwing met sirene als beweging wordt gedetecteerd Indien actief, worden de sirenes die aan het systeem zijn toegevoegd geactiveerd als beweging wordt gedetecteerd.
Reactie op alarmen
Bedrijfsmodus Bepaal hoe dit apparaat reageert op alarmen:

  • Direct Alarm — de ingeschakelde detector reageert onmiddellijk op gevaar en slaat alarm.
  • Ingang/uitgang — wanneer een vertraging is ingesteld, start het ingeschakelde apparaat het aftellen en gaat het alarm pas af als het aftellen is afgelopen.
  • Follower — de detector neem de vertragingen van in-/uitloopdetectoren over. Echter, wanneer de Follower individueel geactiveerd wordt dan geeft het direct een alarm.
Vertraging bij binnenkomst, sec

Vertragingstijd bij binnenkomst is 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij de beveiligde ruimte betreedt.

Meer informatie

Vertraging bij vertrek, sec

Vertragingstijd bij vertrek is 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij vertrek (vertraagde inschakeling) is de tijd die de gebruiker heeft om de beveiligde ruimte te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Inschakelen bij deelinschakeling

Als deze optie ingeschakeld is, wordt de ingeschakelde modus van de detector geactiveerd als het systeem ingesteld is op Deelinschakeling.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec

Vertragingstijd bij binnenkomst in de Deelinschakeling: van 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij de beveiligde ruimte betreedt.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec

Vertragingstijd bij vertrek in de Deelinschakeling: van 5 tot 120 seconden.

Vertraging bij vertrek (vertraagde inschakeling) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld.

Meer informatie

Jeweller-signaalsterktetest

Schakelt de detector naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller.

Met de test kunt u de signaalsterkte tussen de hub of de signaalversterker en de detector controleren via het Jeweller-protocol voor draadloze gegevensoverdracht om de optimale installatieplaats te bepalen.

De aanbevolen waarde is 2-3 streepjes.

Meer informatie

Detectiezonetest

Schakelt de detector over naar de modus voor de detectiezonetest.

Met deze test kunnen gebruikers controleren hoe de detector reageert op beweging en zo de optimale plaats voor installatie bepalen.

Meer informatie

Signaaldempingstest

Schakelt de detector over naar de modus voor de dempingtest. De test is beschikbaar voor detectoren met firmwareversie 3.50 en nieuwer.

Tijdens de test wordt het vermogen van de zender verminderd of verhoogd om een verandering in de omgeving te simuleren om zo de stabiliteit van de communicatie tussen de detector en de hub of signaalversterker te testen.

Meer informatie

Permanente deactivering

Hiermee kan de gebruiker het apparaat loskoppelen zonder het uit het systeem te verwijderen.

Er zijn drie opties beschikbaar:

  • Nee — het apparaat werkt normaal en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Volledig — het apparaat zal geen systeemopdrachten uitvoeren of deelnemen aan automatiseringsscenario’s. Het systeem zal alarmen en andere meldingen van het apparaat negeren.
  • Alleen deksel — het systeem negeert alleen meldingen over de activering van de sabotagebeveiliging van het apparaat.

Meer informatie over permanente deactivering van apparaten

Het systeem kan ook automatisch apparaten uitschakelen wanneer het ingestelde aantal alarmen wordt overschreden.

Meer informatie over de automatische uitschakeling van apparaten

Gebruikershandleiding Opent de gebruikershandleiding van MotionProtect in de Ajax-app.
Apparaat ontkoppelen Ontkoppelt de detector, koppelt deze los van de hub en verwijdert de instellingen.

Werkingsindicator van de detector

Gebeurtenis Indicatie Opmerking
De detector inschakelen Licht groen op voor ongeveer één seconde
Detector verbonden met de hub, ocBridge Plus en uartBridge Licht een paar seconden continu op
Activering van het alarm of de sabotagedetector Licht groen op voor ongeveer één seconde Alarm wordt één keer binnen 5 seconden verzonden
Batterij moet vervangen worden Tijdens het alarm, licht het langzaam op en gaat groen uit Hoe u de batterij van de detector kunt vervangen, staat beschreven in het artikel over het vervangen van de batterij

Testen van de functionaliteit

Het Ajax-systeem biedt verschillende soorten testen waarmee u kunt nagaan of de installatieplaats correct gekozen is. De tests van MotionProtect starten niet onmiddellijk, maar niet later dan een enkel pinginterval tussen de hub en detector (standaard 36 seconden). U kunt het pinginterval van apparaten wijzigen in het menu van Jeweller of Jeweller/Fibra in de instellingen van de hub.

Zo voert u een test uit in de Ajax-app:

  1. Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de PRO-app gebruikt.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Selecteer MotionProtect in de lijst.
  4. Ga naar Instellingen .
  5. Selecteer een test:
    1. Jeweller-signaalsterktetest.
    2. Detectiezonetest.
    3. Signaaldempingtest.
  6. Voer de test uit.

Selecteren van de locatie van het apparaat

ajax motionprotect

Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.

Bij de keuze waar u MotionProtect wilt installeren, moet u rekening houden met welke parameters van invloed zijn op de werking van MotionProtect:

  • Bereik van de bewegingsdetectie.
  • Jeweller-signaalsterkte.
  • Afstand tussen de detector en de hub of radiosignaalversterker.
  • Aanwezigheid van obstakels die de doorgang van de radiosignaal verhinderen: muren, plafonds tussen verdiepingen, grote voorwerpen in de kamer.

De detector moet geïnstalleerd worden in de hoek van de kamer of op een vlakke en rechte verticale ondergrond. Als de detector op een instabiel oppervlak wordt geïnstalleerd, kan dit leiden tot valse alarmen.

Denk aan de aanbevelingen voor plaatsing bij het ontwikkelen van een project voor het beveiligingssysteem voor een locatie. Het beveiligingssysteem moet ontworpen en geïnstalleerd zijn door specialisten. Een lijst met erkende Ajax-partners is hier beschikbaar.

Signaalsterkte

Het signaalniveau van Jeweller wordt bepaald door het aantal niet afgeleverde of beschadigde datapakketten dat binnen een bepaalde periode tussen de detector en een hub of signaalversterker wordt uitgewisseld. Het pictogram op het tabblad Apparaten en het bijbehorende veld in de Statussen van het apparaat geven de signaalsterkte aan:

  • Drie streepjes: uitstekende signaalsterkte.
  • Twee streepjes: goede signaalsterkte.
  • Eén streepje: lage signaalsterkte, een stabiele werking wordt niet gegarandeerd.
  • Doorgestreept pictogram: geen signaal.

Controleer de Jeweller-signaalsterkte voordat u het apparaat permanent installeert. De detector moet een signaalsterkte hebben van 2 of 3 streepjes. Als u de signaalsterkte op de plaats van installatie ruwweg wilt berekenen, kunt u onze calculator van radiocommunicatiebereik gebruiken.

Bij een signaalsterkte van één of nul streepjes kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen. Overweeg in dergelijke gevallen om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalontvangst aanzienlijk kan verbeteren.

Als de signaalsterkte nog steeds laag of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.

Detectiezone

Denk bij het kiezen van de installatieplaats na over de richting van de lens, de hoeken van de detector en de aanwezigheid van obstakels die het zicht belemmeren. De beoogde weg van de inbreker moet loodrecht staan op de as van de lens van de detector. Zorg dat meubels, kamerplanten, vazen, decoratieve elementen of glazen elementen het gezichtsveld van de detector niet belemmeren.

ajax motionprotect
De horizontale kijkhoek van de detector
De verticale kijkhoek van de detector

Voer bij het installeren van de detector de Detectiezonetest uit. Deze test wordt uitgevoerd om de mogelijkheid te bieden de werking van het apparaat te controleren en de sector te bepalen waarin de detector beweging registreert.

Plaatsen waar u de detector niet mag installeren

  • Buiten. Dit kan leiden tot valse alarmen en detectorstoringen. We raden aan om in dergelijke gevallen de Ajax-buitendetectoren te gebruiken.
  • In de richting waar direct zonlicht de detector binnenkomt. Dit kan leiden tot valse alarmen. In dergelijke gevallen raden we aan om de detectors MotionProtect Plus Jeweller of MotionProtect Plus Fibra te gebruiken.
  • Tegenover elk object met een snel veranderende temperatuur (bijv. elektrische kachels en gaskachels. Dit kan leiden tot valse alarmen. In dergelijke gevallen raden we aan om de detectors MotionProtect Plus Jeweller of MotionProtect Plus Fibra te gebruiken.
  • Tegenover bewegende voorwerpen met een temperatuur die in de buurt ligt van die van het menselijk lichaam. Bijvoorbeeld recht voor bewegende gordijnen boven een radiator. Dit kan leiden tot valse alarmen. In dergelijke gevallen raden we aan om de detectors MotionProtect Plus Jeweller of MotionProtect Plus Fibra te gebruiken.
  • Op plekken met snelle luchtcirculatie. Bijvoorbeeld in de buurt van ventilators, open ramen of deuren. Dit kan leiden tot valse alarmen. In dergelijke gevallen raden we aan om de detectors MotionProtect Plus Jeweller of MotionProtect Plus Fibra te gebruiken.
  • Op plaatsen waar objecten en structuren het zicht van de detector kunnen blokkeren. Bijvoorbeeld achter een bloem of een zuil. In dit geval zal het zicht worden beperkt en zal het voor MotionProtect moeilijker worden om beweging te detecteren.
  • Op plaatsen waar glazen structuren het zicht van de detector kunnen blokkeren. MotionProtect registreert geen beweging achter glas.
  • In gebouwen met een temperatuur en vochtigheidsgraad buiten de toegestane grenzen. Dit kan leiden tot schade aan het apparaat. We raden aan om in dergelijke gevallen de Ajax-buitendetectoren te gebruiken.
  • Op een afstand van minder dan een meter van de hub of radiosignaalversterker. Dit kan leiden tot een verlies van communicatie met de detector.
  • Op plaatsen met onstabiele of lage signaalsterkte met de detector: 1 of 0 streepjes van het Jeweller-signaalsterkte. Dit kan leiden tot een verlies van communicatie met de detector.

Installatie van de detector

ajax motionprotect

Zorg, voordat u de MotionProtect installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van deze handleiding.

Om een detector te monteren:

  1. Verwijder het SmartBracket-montagepaneel van de detector door het omlaag te schuiven.
  2. Plak het SmartBracket-paneel vast met dubbelzijdige tape of andere tijdelijke bevestigingsmiddelen. SmartBracket kan worden gemonteerd op een verticaal oppervlak of in de hoek van de kamer. De installatiehoogte is 2,4 meter.

    Dubbelzijdige tape kan alleen gebruikt worden voor tijdelijke installatie. Als het apparaat met dubbelzijdig tape is bevestigd, kan het loskomen van het oppervlak. Zolang het apparaat vastgeplakt is, zal de sabotagebeveiliging niet worden geactiveerd wanneer het apparaat wordt losgemaakt van het oppervlak.

  3. Plaats de detector op SmartBracket.
  4. Voer de Jeweller-signaalsterktetest uit. De aanbevolen signaalsterkte is 2 of 3 streepjes. Als de signaalsterkte laag is (één streepje of minder), kunnen we geen stabiele werking van het apparaat garanderen. Overweeg in dergelijke gevallen om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalontvangst aanzienlijk kan verbeteren. Als de signaalsterkte nog steeds slecht of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.
  5. Voer de Detectiezonetest uit. Als u de bewegingsdetector wilt controleren, loopt u door het gebouw terwijl u de led bekijkt en de detectiezone van de detector bepaalt. Het bereik van bewegingsdetectie is 12 meter. Als de detector tijdens de test in vijf van de vijf gevallen niet reageert op beweging, verplaats dan het apparaat of wijzig de gevoeligheid.
  6. Verwijder de detector uit SmartBracket.
  7. Bevestig het SmartBracket-montagepaneel met de meegeleverde schroeven en gebruik hiervoor alle bevestigingspunten (een ervan bevindt zich in het geperforeerde deel van het montagepaneel boven de sabotagebeveiliging). Wanneer u andere bevestigingsmiddelen gebruikt, zorg er dan voor dat ze het montagepaneel niet beschadigen of vervormen.

    Met het montagepaneel kunt u MotionProtect monteren op een verticaal oppervlak of in de hoek van een kamer. Voor SmartBracket moeten er gaten worden geboord zodat het paneel met de meegeleverde schroeven vastgezet kan worden.

    ajax motionprotect
  8. Bevestig de detector op het SmartBracket-montagepaneel.

Onderhoud van de detector

Controleer regelmatig de werking van de MotionProtect-detector. De optimale testfrequentie is elke drie maanden.

Verwijder stof, spinnenwebben en andere verontreinigingen van de behuizing van de detector zodra ze tevoorschijn komen. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur.

Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine of andere actieve oplosmiddelen bevatten om de detector te reinigen. Veeg de lens zeer zorgvuldig en voorzichtig schoon. Krassen op het plastic kunnen de gevoeligheid van de detector verminderen.

De berekende zelfstandige werking van het apparaat met een voorgeïnstalleerde batterij is maximaal 5 jaar (met een vraagfrequentie door de hub van 3 minuten). Als de batterij van de detector leeg is, stuurt het beveiligingssysteem hierover een melding. De led zal vloeiend oplichten en uitgaan als de detector beweging detecteert of als de sabotagebeveiliging geactiveerd wordt.

Volledige set

  1. MotionProtect Jeweller.
  2. SmartBracket-montagepaneel.
  3. CR123A-batterij (voorgeïnstalleerd).
  4. Installatiekit.
  5. Snelstartgids.

Garantie

De garantie voor de producten van de Limited Liability Company “Ajax Systems Manufacturing” is geldig gedurende 2 jaar na de aankoop en geldt niet voor de voorgeïnstalleerde batterij.

Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de ondersteuningsdienst. In de helft van de gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.

Contact opnemen met de technische ondersteuning:

Hulp nodig?

In dit onderdeel zijn gedetailleerde handleidingen en educatieve video's te vinden over alle Ajax-functies. Bovendien zijn we 24/7 beschikbaar voor wanneer u een technisch specialist nodig hebt.

Spelling error report

The following text will be sent to our editors: