Superior StreetSiren Plus Fibra gebruikershandleiding

Bijgewerkt op

Superior StreetSiren Plus Fibra is een verbeterde bekabelde sirene voor binnen en buiten. Voorzien van een led-frame en luidspreker die een geluidsvolume van maximaal 107 dB produceert. Het kan zowel binnen als buiten worden geïnstalleerd.

Superior StreetSiren Plus Fibra werkt als onderdeel van het Ajax-systeem en wisselt gegevens uit met de hub via het beveiligde protocol van de bekabelde Fibra-technologie. Het communicatiebereik is maximaal 2.000 m bij gebruik van een U/UTP-getwist paar van cat. 5 kabel. De sirene wordt van stroom voorzien door middel van een ingebouwde batterij. De batterij wordt opgeladen via de Fibra-bus en wordt gebruikt voor indicatie en melding van alarmen en gebeurtenissen.

Bij beschadiging van de Fibra-kabel of als de stroom uitvalt, voorziet de reservebatterij de sirene van stroom zodat deze altijd waarschuwingen en meldingen van alarmen en gebeurtenissen kan blijven geven.

Superior StreetSiren Plus Fibra is een apparaat uit de bekabelde Fibra-productlijn. De installatie, de verkoop en het beheer van deze apparaten worden uitsluitend door erkende Ajax-partners verzorgd.

Functionele elementen

  1. Led-frame.
  2. De led-indicator in de rechterbenedenhoek van de sirene.
  3. SmartBracket-montagepaneel
  4. Eerste sabotagebeveiliging. Wordt geactiveerd wanneer de sirene wordt losgemaakt van SmartBracket.
  5. Tweede sabotagebeveiliging. Activeert een sabotagebeveiliging bij een poging om de detector van het oppervlak of SmartBracket te verwijderen.
  6. Contacten op de sirene voor verbinding met hub.
  7. QR-code met de ID/serienummer van het apparaat.
  8. Slot voor SmartBracket. Hiermee bevestigt u het apparaat op het SmartBracket-montagepaneel.
  9. Aansluitklemmen voor het aansluiten van een sirene op een Fibra-bus.
  10. Waterpas om tijdens de montage de hellingshoek te controleren.
  11. Geperforeerde delen om de kabels door te voeren.
  12. Uitsparingen om gemakkelijk gaten te boren.

Werkingsprincipe

De sirene heeft vier taken:

  1. Informeert over alarmen. De sirene reageert op alarmen van het systeem en de activering van een sabotagebeveiliging waarbij een luidspreker en de led-achtergrondverlichting inbrekers afschrikt en de aandacht trekt.
  2. Geeft de beveiligingsstatus aan. De sirene kan via de led-indicatie melden dat het object is ingeschakeld en de sirene informeert gebruikers over vertragingen bij binnenkomst/vertrek met een geluidssignaal en de achtergrondverlichting.
  3. Meldt opening (Bel). Sirenes kunnen u met een specifiek geluid melden over het activeren van de openingsdetectoren wanneer het systeem is uitgeschakeld. De functie wordt bijvoorbeeld gebruikt in winkels om het personeel te laten weten dat er iemand binnenkomt.
  4. Geeft een melding van activering totdat het systeem is uitgeschakeld. Nadat de pieptoon klinkt, begint d led-indicator in de rechteronderhoek van de sirene te knipperen. Dankzij deze optie kunnen gebruikers en beveiligingspersoneel in het voorbijgaan zien dat het systeem geactiveerd is.

Volume en duur van het alarm

Tijdens een alarm zal de sirene tussen de drie seconden en drie minuten geluid produceren met een volume tussen de 85 en 107 dB. In de Ajax-apps kunt u de duur en het volume van het alarm instellen. Ook kunt u hier aangeven door welke apparaten de sirene geactiveerd kan worden.

Bescherming tegen sabotage

Superior StreetSiren Plus Fibra is uitgerust met een sabotagebeveiliging en slaat alarm wanneer de voeding (van de Fibra-bus) wegvalt. De sabotagebeveiliging wordt geactiveerd wanneer de sirene van de houder wordt verwijderd en wanneer de behuizing wordt geopend of beschadigd.

Bij sabotage weten de gebruikers en het beveiligingsbedrijf precies welke sirene de inbrekers proberen uit te schakelen. De meldingen bevatten de naam van de hub (naam van het beveiligde object), de tijd van het incident, de naam van de sirene, het type alarm en de virtuele ruimte waaraan het apparaat is toegewezen.

Superior StreetSiren Plus Fibra heeft een voorgeïnstalleerde batterij. Hierdoor kan de sirene altijd melding maken van alarmen en gebeurtenissen, ook bij een stroomstoring of als de Fibra-kabel beschadigd raakt.

Fibra-protocol voor gegevensoverdracht

ajax streetsiren fibra

De sirene maakt gebruik van Fibra-technologie om alarmmeldingen en gebeurtenissen te versturen. Dit bekabelde protocol voor gegevensoverdracht zorgt voor een snelle en betrouwbare tweerichtingscommunicatie tussen de hub en de verbonden apparaten. Dankzij de busverbinding kan Fibra alarmen en gebeurtenissen onmiddellijk doorgeven, zelfs als er 100 apparaten op het systeem zijn aangesloten.

Fibra ondersteunt blokversleuteling met een zwevende licentie en verifieert elke communicatiesessie met apparaten om sabotage en spoofing te voorkomen. Het protocol vereist regelmatige polling van apparaten door de hub met een vooraf bepaalde frequentie om de communicatie te controleren en de status van de systeemapparaten weer te geven in de Ajax-apps.

Gebeurtenissen naar de meldkamer verzenden

Het Ajax-systeem kan alarmmeldingen niet alleen naar de PRO Desktop-bewakingsapp versturen, maar ook naar de meldkamer via SurGard (Contact ID), SIA (DC-09), ADEMCO 685, en andere protocollen.

Superior StreetSiren Plus Fibra kan de volgende gebeurtenissen verzenden:

  1. Deksel open/gesloten.
  2. Montagepaneel ver-/ontgrendeld.
  3. Alarmmelding bij het wegvallen/herstellen van de netspanning.
  4. Het wegvallen/herstellen van de verbinding tussen Superior StreetSiren Plus Fibra en de hub.
  5. De sirene uit-/inschakelen.
  6. Opladen of leeglopen van de batterij.
  7. Het al dan niet aangesloten zijn van de batterij.

Wanneer er een alarm wordt ontvangen, weet de operator van de meldkamer van het beveiligingsbedrijf wat er is gebeurd en waar het responsteam heen gestuurd moet worden. Dankzij de adresseerbaarheid van de Ajax-apparaten kunt u gebeurtenissen, het soort apparaat, de toegewezen naam en de locatie (ruimte, groep) doorgeven aan PRO Desktop en de meldkamer. De lijst van verzonden parameters kan variëren, afhankelijk van de meldkamer en het geselecteerde communicatieprotocol.

Apparaat-ID, lus (zone) nummer, evenals het busnummer kunnen worden gevonden in de statussen.

Selectie van de installatieplaats

Wanneer u kiest waar u de Superior StreetSiren Plus Fibra wilt installeren, moet u rekening houden met de parameters die de werking van de sirene beïnvloeden:

  • Fibra-signaalsterkte.
  • Kabellengte voor het aansluiten van Superior StreetSiren Plus Fibra.
  • Hoorbaarheid van het geluidssignaal van Superior StreetSiren Plus Fibra.
  • Zichtbaarheid van de led-indicatie van Superior StreetSiren Plus Fibra.

Superior StreetSiren Plus Fibra is bestand tegen hitte, kou en temperatuurschommelingen. De sirene is beschermd tegen regen en sneeuw en kan zonder afdak op de gevel van het gebouw worden geplaatst. De behuizing van de sirene heeft beschermingsklasse IP54.

De aanbevolen installatiehoogte is 2,5 meter of meer. Hierdoor wordt het voor inbrekers lastiger om bij een sabotagepoging toegang tot het apparaat te krijgen. Als de sirene niet op deze hoogte kan worden geplaatst, kan hij lager worden geïnstalleerd.

Volg bij het ontwerpen van een Ajax-systeem voor een object altijd de plaatsingsadviezen. Het beveiligingssysteem moet door professionals worden ontworpen en geïnstalleerd. De lijst met erkende Ajax-partners vindt u hier.

Installeer de sirene niet

  • In de buurt van glasbreukdetectoren. Het geluid van de sirene kan een alarm veroorzaken.
  • Op plaatsen waar het geluidssignaal van de sirene kan worden verstoord.
  • Op plaatsen waar de led-indicatie van de sirene niet zichtbaar is.
  • Op plaatsen met een lage of instabiele Fibra-signaalsterkte.

Fibra-signaalsterkte

De Fibra-signaalsterkte wordt bepaald door de verhouding tussen het aantal datapakketten dat in een bepaalde periode afgeleverd had moeten worden en het aantal niet-afgeleverde of beschadigde pakketten. Het pictogram op het tabblad Apparaten in Ajax-apps geeft de signaalsterkte aan:

  • Drie streepjes — uitstekende signaalsterkte.
  • Twee streepjes — goede signaalsterkte.
  • Eén streepje — lage signaalsterkte, een stabiele werking wordt niet gegarandeerd.
  • Doorgestreept pictogram — geen signaal, een stabiele werking is niet gegarandeerd.

De volgende factoren zijn van invloed op de signaalsterkte:

  • Het aantal apparaten dat is aangesloten op één Fibra-kabel.
  • Het type en de lengte van de kabel.
  • Of alle kabelverbindingen goed op de aansluitklemmen zijn aangesloten.

Het ontwerp

Om de systeemapparaten correct te installeren en te configureren, is het belangrijk om het systeem goed te ontwerpen. Het ontwerp moet rekening houden met hoeveel en welke apparaten zich in het object bevinden, hun exacte locatie, op welke hoogte ze precies worden geplaatst, de lengte van de Fibra-kabels, het gebruikte kabeltype en andere factoren. In dit artikel staan handige tips voor het ontwerpen van bekabelde Fibra-systemen..

Topologieën

Ajax-systemen ondersteunen drie topologieën: Bus (Radiale bekabeling), Bus en Ring.

De Busverbinding neemt een uitgangsbus van de hub in beslag. In het geval van een kabelbreuk zal alleen het gedeelte dat nog fysiek met de hub is verbonden blijven werken. Alle apparaten die zijn aangesloten na het breekpunt verliezen de verbinding met de hub.

ajax streetsiren fibra

De Ringverbinding neemt twee uitgangsbussen van de hub in beslag. Als er ergens in de ring een breuk plaatsvindt, verliest geen van de apparaten de verbinding. De ring verandert weer in twee afzonderlijke kabels die normaal blijven functioneren. Gebruikers en het beveiligingsbedrijf ontvangen een melding van de breuk.

ajax streetsiren fibra
Bus (radiale aansluiting) Ring
Neemt één uitgangsbus van de hub in beslag.
Maximaal acht bussen op dezelfde hub.
Tot 2000 m aan bekabelde communicatie op dezelfde kabel.
Er is een afsluitweerstand geïnstalleerd aan het eind van de kabel.
Neemt twee uitgangsbussen van de hub in beslag.
Tot vier ringaansluitingen op dezelfde hub.
Tot 500 m aan bekabelde communicatie op dezelfde ring.
Er is geen afsluitweerstand geïnstalleerd aan het eind van de kabel.

U kunt beide topologieën tegelijkertijd op dezelfde hub gebruiken. U kunt bijvoorbeeld twee Ring– en vier Bustopologiën gebruiken.

U kunt verschillende soorten apparaten op dezelfde Fibra-kabel aansluiten. U kunt bijvoorbeeld openingsdetectoren, bewegingsdetectoren met ondersteuning voor fotoverificatie, sirenes en bediendelen op dezelfde kabel aansluiten.

Voor de Bustopologie (Radiaal) moet u een afsluitweerstand van 120 Ohm aan het einde van de kabel installeren (meegeleverd in de volledige set van de hub). De afsluitweerstand wordt aangesloten op de signaalklemmen van het laatste apparaat op de bus.

Het splitsen van kabels en de Boomtopologie zijn alleen toegestaan bij gebruik van LineSplit Fibra.

Het type en de lengte van de kabels

Het maximale communicatiebereik voor een bekabelde verbinding met de Bustopologie (Radiaal) is 2.000 meter en met de Ringtopologie is dat 500 meter.

Aanbevolen kabeltypes:

  • U/UTP cat. 5, 4 × 2 × 0,51, kopergeleider.
  • Signaalkabel 4 × 0,22, kopergeleider.

Als u een ander soort kabel gebruikt, kan het communicatiebereik voor de bekabelde verbindingen afwijken. Andere soorten kabels zijn niet getest.

Verificatie met een calculator

ajax streetsiren fibra

We hebben een Fibra-voedingscalculator gemaakt om er zeker van te zijn dat uw project op de juiste manier wordt berekend en dat een dergelijk systeem in de praktijk ook echt zal werken. De calculator helpt u om in de ontwerpfase van het systeem de kwaliteit van de communicatie en de kabellengte te controleren voor bekabelde Fibra-apparaten in de door u gekozen configuratie.

De installatie voorbereiden

Kabelmanagement

Als u kabels gaat leggen, raadpleeg dan de elektrische en brandveiligheidsvoorschriften in uw regio. Volg deze normen en voorschriften zorgvuldig op.

Het is het veiligst om kabels in muren, vloeren en plafonds te trekken. Zo zijn ze onzichtbaar en niet toegankelijk voor inbrekers. Het zorgt ook voor een langere levensduur: de kabel ondervindt minder last van externe factoren die de slijtage van de geleider en de isolatielaag kunnen beïnvloeden.

In de regel worden systeemkabels gelegd tijdens de bouw- of restauratiefase, nadat het object van bekabeling is voorzien.

Als het niet mogelijk is om kabels in de muren te plaatsen, leg ze dan zo dat de kabel voldoende is beschermd en aan het oog is onttrokken. Bijvoorbeeld in een kabelgoot of een beschermende mantelbuis. We raden aan om ze te verbergen. Bijvoorbeeld achter het meubilair.

Ongeacht of de kabel wel of niet door de muur loopt, is het raadzaam om kabelgoten of mantelbuizen te gebruiken om de kabels te beschermen. De kabels moeten zorgvuldig worden gelegd. Ze mogen niet doorhangen, in de knoop raken of draaien.

Houd rekening met de locaties van mogelijke signaalstoringen. Als de kabel wordt gelegd in de buurt van motoren, generatoren, transformatoren, elektriciteitsleidingen, controlerelais en andere bronnen van elektromagnetische verstoring, gebruik op die plaatsen dan een gevlochten kabel.

Kabels leggen

Houd bij het leggen van de kabels niet alleen rekening met de algemene voorschriften en regels voor elektrische installatiewerkzaamheden, maar ook met de specifieke kenmerken van de installatie van elk apparaat: de installatiehoogte, bevestigingsmethode, hoe de kabel in de behuizing wordt gestoken en andere factoren.

Voordat u met de installatie begint, raden wij u aan de secties Selectie van de installatieplaats van deze handleiding te lezen. Wijk niet af van het systeemproject. Als u de basisinstallatievoorschriften en de aanbevelingen van deze handleiding niet naleeft, kan dit ertoe leiden dat de Superior StreetSiren Plus Fibra niet correct functioneert en dat de verbinding verloren gaat.

Controleer de kabels voor het leggen op kabelbreuken en beschadigingen. Vervang de beschadigde kabels.

De signaalkabels voor de systeemapparaten moeten op een afstand van minstens 50 cm van de voedingskabels wanneer deze parallel worden gelegd, of bij een hoek van 90° wanneer ze elkaar kruisen.

Houd rekening met de maximaal haalbare buigradius van de kabel. Dit wordt door de fabrikant aangegeven in de kabelspecificaties. Anders loopt u het risico de geleider te beschadigen of te breken.

Kabels voorbereiden op de aansluiting

Verwijder de isolatielaag en strip de kabel met een speciale kabelstripper. De uiteinden van de kabels die in de klemmen van het apparaat worden gestoken, moeten worden vertind of voorzien van een krimpkous. Dit zorgt voor een betrouwbare aansluiting en beschermt de geleider tegen oxidatie. Aanbevolen kabelschoenmaten: 0,75 tot 1 mm².

Installatie en verbinding

Superior StreetSiren Plus Fibra met de hub verbinden

  1. Schakel voeding van de bussen in de Ajax PRO-app uit. De functie is beschikbaar in het menu Bussen:
    1. HubInstellingenBussenVoeding Bussen.
  2. Steek de kabel waarmee u het apparaat aansluit in de behuizing van de hub. Verbind de kabels met de juiste kabel van de hub.

    Voedingsaansluiting van +24 V — 24 V⎓.
    A, B:
    signaalaansluitingen.
    GND:
    standaardaarde.

  3. Verwijder het SmartBracket-montagepaneel van het apparaat en snijd het geperforeerde deel uit om de kabels via de onderkant van de sirene of door de muur te laten lopen. U kunt ook een boor gebruiken om gaten van 6 mm te maken aan de bovenkant van SmartBracket.
  4. Bereid alvast een tweede kabel voor als de sirene niet het laatste apparaat op de aansluitkabel is. De uiteinden van de eerste en tweede kabel die in de aansluitklemmen van het apparaat worden gestoken, moeten worden vertind en aan elkaar gesoldeerd.
  5. Sluit de kabels volgens de onderstaande afbeelding op de aansluitklemmen aan. Volg de polariteit en de verbindingsvolgorde van de kabels. Maak de kabel stevig vast aan de aansluitklemmen. Maak de kabel vast met kabelbinders.

    +24V: voedingsfase
    А, B: signaalaansluitingen.
    GND: aarde

  6. Als de sirene het laatste apparaat op de bus is en u gebruikt de Busverbinding, moet u een afsluitweerstand installeren door deze aan te sluiten op de signaalklemmen van het apparaat. Als u een ringverbinding gebruikt, is een afsluitweerstand niet nodig.
  7. Bevestig het SmartBracket-paneel tijdelijk aan een verticaal oppervlak. Dit is nodig om de tests voor het apparaat uit te voeren. De aanbevolen installatiehoogte is 2,5 meter of meer.
  8. Installeer het apparaat op het SmartBracket-montagepaneel.
  9. Schakel de voeding in van de bussen in de Ajax PRO-app (HubInstellingenBussenVoeding bussen). Als de voeding actief is, kunt u aan de ledverlichting zien of het apparaat aanstaat.
  10. Superior StreetSiren Plus Fibra aan de hub toevoegen.
  11. Fibra-signaalsterktetest. De aanbevolen signaalsterkte is twee of drie streepjes. Als de signaalsterkte één streepje of minder is, controleer dan of alles goed is aangesloten en of de kabels niet beschadigd zijn.

    Hoe test ik de bruikbaarheid op een correcte manier

  12. Voer de volumetest uit. Als de sirene moeilijk te horen is, pas dan het volume aan of verplaats het apparaat.
  13. Als de sirene de tests doorstaat, bevestig dan het SmartBracket-montagepaneel met de meegeleverde schroeven met behulp van alle bevestigingspunten (één daarvan bevindt zich in het geperforeerde deel van de houder boven de sabotagebeveiliging).

    Gebruik geen dubbelzijdig plakband om een sirene te bevestigen, omdat het apparaat op elk moment los kan raken van het oppervlak.

  14. Schuif het apparaat op het SmartBracket-montagepaneel en vergrendel het. Dit vermindert het risico op inbraak en sabotage.

Toevoegen aan het systeem

Controleer de compatibiliteit van het apparaat voordat u de detector aan het systeem toevoegt. Alleen geverifieerde partners kunnen Fibra-apparaten in de Ajax PRO-apps toevoegen en configureren.

Soorten accounts en hun rechten

Voordat u een apparaat toevoegt

  1. Installeer de Ajax PRO-app.
  2. Log in op een PRO-account of maak een nieuwe aan.
  3. Selecteer een space of maak een nieuwe aan.
  4. Voeg minstens één virtuele ruimte toe.
  5. Voeg een compatibele hub toe aan de space. Zorg dat de hub aanstaat en toegang heeft tot het internet via een ethernetkabel, wifi, en/of een mobiel netwerk.
  6. Zorg ervoor dat de space is uitgeschakeld en de hub niet begint met updaten door de status in de Ajax-app te controleren.

Zo voegt u Superior StreetSiren Plus Fibra toe

Er zijn twee manieren om sirenes toe te voegen via de Ajax PRO-app: automatisch en handmatig.

Om automatisch een sirene toe te voegen doet u het volgende:

  1. Open de Ajax PRO-app. Selecteer de hub waaraan u Superior StreetSiren Plus Fibra wilt toevoegen.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten en klik op Apparaat toevoegen.
  3. Selecteer Voeg alle Fibra apparaten toe. De hub scant dan de Fibra-bussen. Na het scannen worden alle apparaten weergegeven die op de hub zijn aangesloten, maar nog niet aan het systeem zijn toegevoegd.
  4. Selecteer het apparaat uit de lijst. Na het indrukken gaat de led-indicator knipperen om dit apparaat te identificeren.
  5. Stel de naam van het apparaat in en geef de ruimte en de beveiligingsgroep op als de groepsmodus is ingeschakeld. Druk op Opslaan.

Om handmatig een sirene toe te voegen doet u het volgende:

  1. Open de Ajax PRO-app. Selecteer de hub waaraan u Superior StreetSiren Plus Fibra wilt toevoegen.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten en klik op Apparaat toevoegen.
  3. Geef het apparaat een naam.
  4. Scan de QR-code of voer deze handmatig in. U vindt de QR-code op de achterkant van de behuizing onder het SmartBracket-montagepaneel en op de verpakking.
  5. Selecteer een virtuele ruimte en een beveiligingsgroep (indien de groepsmodus is ingeschakeld).
  6. Druk op Toevoegen.

Als de verbinding mislukt, controleer dan of alles goed is aangesloten en probeer het opnieuw. Als u al het maximale aantal apparaten aan de hub heeft toegevoegd, krijgt u een foutmelding als u er nog een toevoegt.

Er kunnen maximaal 10 sirenes of bedieningspanelen met ingebouwde sirene op één hub worden aangesloten.

Superior StreetSiren Plus Fibra werkt met slechts één hub. Als u deze aan een nieuwe hub toevoegt, communiceert de sirene niet meer met de oude hub. Eenmaal toegevoegd aan een nieuwe hub, wordt Superior StreetSiren Plus Fibra niet verwijderd uit de apparatenlijst van de oude hub.

Testen van de functionaliteit

Beschikbare tests voor Superior StreetSiren Plus Fibra:

  • Fibra-signaalsterktetest. Met deze test kunt u de kwaliteit en de stabiliteit van het signaal op de installatieplek controleren.
  • Volumetest. Hiermee kunt u het huidige volume van de sirene controleren en het optimale volume voor het beveiligde object instellen.

Om een test uit te voeren, doet u het volgende:

  1. Selecteer een hub in de Ajax PRO-app.
  2. Ga naar het menu Apparaten .
  3. Selecteer Superior StreetSiren Plus Fibra.
  4. Ga naar de instellingen van Superior StreetSiren Plus Fibra door op het tandwielpictogram te klikken.
  5. Selecteer:
    1. Fibra-signaalsterktetest.
    2. Volumetest.
  6. Voer de test uit volgens de aanwijzingen van de app.

Pictogrammen

De pictogrammen geven bepaalde statussen van het apparaat aan. U kunt ze in de Ajax-apps bekijken:

  1. Selecteer in de Ajax-app een hub.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Zoek Superior StreetSiren Plus Fibra in de lijst.
Pictogram Betekenis

Fibra-signaalsignaalsterkte — geeft de signaalsterkte weer tussen de hub en de sirene. De aanbevolen waarde is 2–3 streepjes.

Meer informatie

De batterijlading van het apparaat is OK.

Meer informatie

Wordt weergegeven als de batterijlading 20% of lager is.
Batterij is niet geïnstalleerd.
Er is een firmware-update beschikbaar.
Firmware-update is mislukt.

Wordt weergegeven als het montagepaneel ontgrendeld is.

Meer informatie

De sirene geeft een waarschuwing bij het openen.

Meer informatie

De sirene is gedeactiveerd totdat de ingeschakelde modus actief is.

Meer informatie

De sirene heeft gebeurtenissen voor activering van de sabotagebeveiliging gedeactiveerd zolang de ingeschakelde modus actief is.

Meer informatie

De sirene heeft gebeurtenissen voor activering van de sabotagebeveiliging permanent gedeactiveerd.

Meer informatie

De sirene is permanent gedeactiveerd.

Meer informatie

De sirene is niet overgezet naar een nieuwe hub.

Meer informatie

Statussen

Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters. De statussen van Superior StreetSiren Plus Fibra zijn te vinden in de Ajax-apps:

  1. Selecteer in de Ajax-app een hub.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Zoek Superior StreetSiren Plus Fibra in de lijst met apparaten.
Parameter Betekenis
Temperatuur

Temperatuur van het apparaat. Deze wordt gemeten door de processor en verandert afhankelijk van de omgevingstemperatuur.

U kunt een scenario op basis van temperatuur configureren om zo automatiseringsapparaten te besturen.

Meer informatie

Fibra-signaalsterkte

Signaalsterkte tussen de hub en Superior StreetSiren Plus Fibra. Aanbevolen waarden: 2-3 streepjes.

Fibra is een protocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmmeldingen van Superior StreetSiren Plus Fibra.

Meer informatie

Verbinding via Fibra De verbindingsstatus tussen de hub en de sirene:

  • Online — de sirene is met de hub verbonden.
  • Offline — de sirene heeft geen verbinding meer met de hub. Controleer de verbinding van de sirene met de hub.
Busspanning Het voltage op de Fibra-bus waarmee de sirene is verbonden.
Batterijlading De batterijlading van het apparaat. De volgende statussen zijn beschikbaar:

  • OK.
  • Laag.
  • Geen gegevens.
  • Batterij niet geïnstalleerd.
  • Fout.

Bovendien verschijnt het woord opladen als de batterij op dat moment wordt opgeladen.

Deksel De status van de sabotagebeveiliging die reageert wanneer het apparaat van het oppervlak wordt gehaald of wanneer de behuizing van het apparaat wordt beschadigd:

  • Open — de sirene is verwijderd uit de SmartBracket of de integriteit ervan is aangetast. Controleer het apparaat.
  • Gesloten — de sirene is geïnstalleerd op het SmartBracket-montagepaneel. De integriteit van de behuizing van het apparaat en het montagepaneel is niet aangetast. Normale status.

Meer informatie

Montagepaneel De status van de sabotagebeveiliging, die reageert wanneer het apparaat wordt losgekoppeld van SmartBracket:

  • Ontgrendeld — de sirene is ontgrendeld uit de SmartBracket of de integriteit ervan is aangetast. Controleer het apparaat.
  • Vergrendeld — de sirene is vergrendeld op het SmartBracket-montagepaneel. De integriteit van de behuizing van het apparaat en het montagepaneel is niet aangetast. Normale status.

Meer informatie

Alarmvolume Geluidsniveau in geval van alarm:

  • Gedempt — de sirene maakt geen geluid wanneer het alarm wordt geactiveerd.
  • Stil — volume van 85 dB.
  • Luid — volume van 97 dB.
  • Zeer luid — volume van 107 dB.

Het geluidsniveau werd op 1 m afstand van de sirene gemeten.

Alarmduur

Duur van het geluidssignaal bij een alarm: van 3 seconden tot 3 minuten.

Ingesteld in stappen van 3 seconden.

Led-indicatie Instellingen van de led-indicatie van de sirene:

  • Uit — de led-indicatie staat uit.
  • Ingeschakeld — de led-indicator van de sirene knippert elke 3 seconden wanneer het systeem Ingeschakeld is.
  • Altijd — de led-indicator van de sirene knippert elke 3 seconden, ongeacht de beveiligingsmodus van de sirene.

Meer informatie

Pieptooninstellingen
In-/uitschakelen Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene een melding bij het in- en uitschakelen door de led te laten knipperen en een korte pieptoon te laten horen.
Activering/deactivering van de deelinschakeling Indien ingeschakeld, geeft de sirene aan wanneer de Deelinschakeling in- of uitgeschakeld is door de led te laten knipperen en een korte pieptoon te laten horen.
Inloopvertragingen Als deze optie is ingeschakeld, geeft de sirene met een korte piep de Vertraging bij binnenkomst aan.
Uitloopvertragingen Als deze optie is ingeschakeld, geeft de sirene met een korte piep de Vertraging bij vertrek aan.
Inloopvertragingen in deelinschakeling Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij binnenkomst aan tijdens de Deelinschakeling.
Uitloopvertragingen in deelinschakeling Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij vertrek aan tijdens de Deelinschakeling.
Bel bij opening

Als deze optie is ingeschakeld, geeft de sirene een melding wanneer de openingsdetector wordt geactiveerd terwijl het systeem is Uitgeschakeld.

Meer informatie

Volume van de pieptoon Volume van het geluidssignaal bij het in-/uitschakelen, de vertraging bij binnenkomst/vertrek, de activatie van de openingsdetector:

  • Stil — volume van 85 dB.
  • Luid — volume van 97 dB.
  • Zeer luid — volume van 107 dB.

Het geluidsniveau werd op 1 m afstand van de sirene gemeten.

Permanente deactivering Geeft de status van de deactiveringsfunctie van het apparaat weer:

  • Nee — het apparaat werkt in de normale modus en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Alleen deksel — meldingen bij activatie van de sabotagebeveiligingen van de sirene zijn uitgeschakeld.
  • Volledig — het apparaat volgt geen systeemopdrachten en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.

Meer informatie

Eenmalige deactivering Geeft de status van de eenmalige deactiveringsfunctie van de sirene weer:

  • Nee — de sirene werkt in de normale modus.
  • Alleen deksel — meldingen over de sabotagebeveiligingen van de sirene zijn uitgeschakeld tot de eerste keer dat het wordt uitgeschakeld.
  • Volledig — de sirene is volledig uitgesloten van de werking van het systeem tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld. De sirene voert geen systeemopdrachten uit en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.

Meer informatie

Firmware Firmwareversie van sirene.
Apparaat-ID ID/serienummer van de sirene. Ook te vinden op de achterkant van de behuizing en de verpakking van de sirene.
Apparaatnr Loopnummer (zone) van de sirene.
Busnummer Het nummer van de Fibra-bus op de hub waarmee de sirene verbonden is.

Instellingen

Zo past u de instellingen van de sirene aan in de Ajax-app:

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Selecteer Superior StreetSiren Plus Fibra in de lijst.
  3. Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram te klikken.
  4. Stel de vereiste instellingen in.
  5. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Instellingen Betekenis
Naam

Naam van de sirene. Wordt weergegeven in de lijst met apparaten van de hub, tekst van het sms-bericht en meldingen in het logboek.

Als u de naam wilt aanpassen, klikt u op het tekstveld.

De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan.

Ruimte

Selecteer de virtuele ruimte voor Superior StreetSiren Plus Fibra.

De naam van de ruimte wordt weergegeven in de sms-berichten en meldingen in het logboek.

Waarschuwen als de temperatuur van het apparaat buiten het normale bereik valt

Indien ingeschakeld, stuurt het systeem meldingen over temperatuurveranderingen die van invloed zijn op het opladen van de batterij.

Deze instelling is standaard ingeschakeld.

Akoestisch alarm Selecteer wanneer u het akoestisch alarm wilt inschakelen:

  • Altijd — een sirene activeert een akoestisch alarm, ongeacht de beveiligingsstatus van het systeem.
  • Alleen wanneer ingeschakeld — een akoestisch alarm wordt alleen geactiveerd als het systeem of de groep waaraan een sirene is toegewezen, is ingeschakeld.
Alarmen in groepsmodus Selecteer de groep waaraan de sirene is toegewezen. U kunt kiezen voor één groep of voor alle groepen:

  • Als de sirene aan een bepaalde groep is toegewezen, geeft deze alleen meldingen over alarmen en gebeurtenissen uit deze groep.
  • Als de sirene aan alle groepen is toegewezen, geeft deze meldingen over alarmen en gebeurtenissen uit alle groepen in het systeem.

Ongeacht de geselecteerde groep reageert de sirene op activering en alarmen van de Deelinschakeling.

De optie wordt weergegeven als de groepsmodus is ingeschakeld in de hub.

Alarmvolume Geluidsniveau in geval van alarm:

  • Gedempt — de sirene maakt geen geluid wanneer het alarm wordt geactiveerd.
  • Stil — volume van 85 dB.
  • Luid — volume van 97 dB.
  • Zeer luid — volume van 107 dB.

Het geluidsniveau werd op 1 m afstand van de sirene gemeten.

Alarmduur

Duur van een geluidssignaal bij een alarm: van drie seconden tot drie minuten.

Ingesteld in stappen van 3 seconden.

Alarmgeluid Hiermee kunt u het type alarmsignaal kiezen:

  • Normaal — standaard geluidssignaal.
  • Voldoet aan NFA2P — geluidspatroon met lengte en frequentie dat voldoet aan de vereisten van NFA2P.
  • Voldoet aan VdS — geluidspatroon met lengte en frequentie dat voldoet aan de vereisten van VdS.

Meer informatie

Led-indicatie Instellingen van de led-indicatie van de sirene:

  • Uit — de led-indicatie staat uit.
  • Ingeschakeld — het led-frame van het apparaat knippert eenmaal elke 3 seconden wanneer het systeem Ingeschakeld is.
  • Altijd — het led-frame van het apparaat knippert eenmaal elke 3 seconden, ongeacht de beveiligingsmodus van de sirene.

Meer informatie

Type led-indicatie U kunt kiezen tussen verschillende soorten led-indicatie:

  • Hoekverlichting — een led-indicator licht alleen op in de rechteronderhoek van de sirene.
  • Full-frame achtergrondverlichting — de sirene verlicht het volledige frame. Deze optie werkt alleen als de ingebouwde batterij voldoende vermogen heeft.
Pieptooninstellingen

Opent de pieptooninstellingen van de sirene.

Hieronder vindt u een beschrijving van alle instellingen voor waarschuwingen.

Activeer zoemer
Als het deksel open is Indien deze optie is ingeschakeld, wordt de sirene geactiveerd wanneer er een sabotagebeveiliging wordt gedetecteerd.
Als de voeding van de bus ontoereikend is Indien ingeschakeld, wordt de sirene geactiveerd op het moment dat de netspanning wegvalt.
Firmware-update Schakelt het apparaat naar de modus voor het bijwerken van de firmware als er een nieuwe versie beschikbaar is.
Fibra-signaalsterktetest

Schakelt de sirene over naar de testmodus voor de Fibra-signaalsterkte.

Met deze test kunt u de signaalsterkte tussen de hub en de sirene via het bekabelde Fibra-communicatieprotocol controleren om zo de optimale installatieplek te bepalen.

Meer informatie

Volumetest

Schakelt de sirene naar de testmodus voor het volume.

Met deze test kunt u het huidige volume van de sirene controleren en het optimale volume voor het beveiligde object instellen.

Meer informatie

Gebruikershandleiding Opent de Gebruikershandleiding van Superior StreetSiren Plus Fibra in de Ajax-app.
Permanente deactivering

Hiermee kan de gebruiker het apparaat loskoppelen zonder het uit het systeem te verwijderen.

Er zijn drie opties beschikbaar:

  • Nee — het apparaat werkt normaal en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Volledig — het apparaat voert geen systeemopdrachten uit en het systeem negeert alarmen en andere meldingen van het apparaat.
  • Alleen deksel — het systeem negeert meldingen over het activeren van de sabotagebeveiliging van het apparaat.

Meer informatie

Eenmalige deactivering

Hiermee kan de gebruiker gebeurtenissen van het apparaat uitschakelen tot de eerste keer dat het apparaat wordt uitgeschakeld.

Er zijn drie opties beschikbaar:

  • Nee — het apparaat werkt in de normale modus en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Volledig — Het apparaat is volledig uitgesloten van de werking van het systeem tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld. Het apparaat voert geen systeemopdrachten uit en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.
  • Alleen deksel — meldingen over de sabotagebeveiligingen zijn uitgeschakeld tot de eerste keer dat het wordt uitgeschakeld.

Meer informatie

Apparaat verwijderen Ontkoppelt Superior StreetSiren Plus Fibra, koppelt deze los van de hub en wist de instellingen.

Pieptooninstellingen

Pieptoon bij verandering van ingeschakelde modus

Gebeurtenis Beschrijving Opmerking
In-/uitschakelen Als de sirene is ingeschakeld, krijgt u een melding wanneer het systeem aan en uit wordt gezet door het led-frame te laten oplichten en een korte pieptoon te laten horen. De led-indicatie en het volume van het geluidssignaal zijn afhankelijk van de instellingen van de sirene. U kunt de licht- en/of geluidsindicatie uitschakelen in de instellingen van de sirene.
Activering/deactivering van de deelinschakeling Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene aan wanneer de Deelinschakeling in- of uitgeschakeld is door het led-frame te laten oplichten en een korte pieptoon te laten horen. De led-indicatie en het volume van het geluidssignaal zijn afhankelijk van de instellingen van de sirene. U kunt de licht- en/of geluidsindicatie uitschakelen in de instellingen van de sirene.
Demp het apparaat wanneer een code op het bediendeel wordt ingevoerd Wanneer deze optie is ingeschakeld, stopt de sirene met het piepen van vertragingen of andere meldingen zodra de gebruiker de code op het bediendeel invoert.

Pieptoon bij vertragingen

Inloopvertragingen

Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij binnenkomst aan.

Meer informatie

Uitloopvertragingen

Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij vertrek aan.

Meer informatie

Inloopvertragingen in deelinschakeling

Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij binnenkomst aan tijdens de Deelinschakeling.

Meer informatie

Uitloopvertragingen in deelinschakeling

Als dit is ingeschakeld, geeft de sirene met een piepgeluid de vertraging bij vertrek aan tijdens Deelinschakeling.

Meer informatie

Snelle pieptoon bij vertragingen

Snelle pieptoon bij het verstrijken van de inloopvertraging Informeert de gebruiker dat de Vertraging bij binnenkomst bijna is verstreken. U kunt kiezen uit 4 opties wanneer de snelle pieptoon moet beginnen:

  • Nooit
  • Duurt 5 seconden
  • Duurt 10 seconden
  • Duurt 15 seconden
Snelle pieptoon bij het verstrijken van de uitloopvertraging Informeert de gebruiker dat de Vertraging bij vertrek bijna is verstreken. U kunt kiezen uit 4 opties wanneer de snelle pieptoon moet beginnen:

  • Nooit
  • Duurt 5 seconden
  • Duurt 10 seconden
  • Duurt 15 seconden

Pieptoon bij uitschakeling

Bel bij opening

Als deze optie is ingeschakeld, informeert de sirene u met een korte pieptoon dat de openingsdetectoren zijn geactiveerd terwijl het systeem Uitgeschakeld is.

Meer informatie

Volume van de pieptoon

Volume van pieptoon Stel het volume van de sirene in voor meldingen over in-/uitschakelen, in-/uitloopvertraging en openen:

  • Stil — volume van 85 dB.
  • Luid — volume van 97 dB.
  • Zeer luid — volume van 107 dB.

Het geluidsniveau werd op 1 m afstand van de sirene gemeten.

De reactie van de sirene op alarmmeldingen van een apparaat instellen

In de Ajax-apps kunt u voor elke detector in het systeem afzonderlijk instellen hoe de sirene reageert op een alarmmelding. Dit is een handige functie als het niet nodig is om de sirene te activeren bij alarmmeldingen van een specifiek apparaat. Bijvoorbeeld als de LeaksProtect Jeweller-lekkagedetector wordt geactiveerd.

De reactie van de sirene op een alarmmelding van een apparaat instellen

  1. Open de Ajax-app.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Selecteer het apparaat uit de lijst waarvoor u de reactie van de sirene wilt configureren.
  4. Ga naar het apparaat Instellingen door te klikken op het tandwielpictogram .
  5. Zoek de optie Alarm met sirene en zet de desbetreffende knoppen om voor de activering. Zet de functie aan of uit.
  6. Herhaal stap 3 tot en met 5 voor de overige systeemapparaten.

De reactie van de sirene is standaard ingeschakeld voor alarmmeldingen van alle apparaten in het systeem.

De reactietijd van het sabotagealarm instellen

In de Ajax-apps kunt u de reactie van de sirene op alarmen van elk apparaat in het systeem instellen. Als deze functie is ingeschakeld, geeft de sirene een geluidssignaal zodra de sabotagebeveiliging van het apparaat wordt geactiveerd.

De reactie van de sirene op een sabotagealarm instellen

  1. Open de Ajax-app.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Selecteer een hub en ga naar de Instellingen ervan.
  4. Druk op het menu Service.
  5. Ga naar het onderdeel Geluiden en waarschuwingen.
  6. Schakel de optie Alarm met sirene als de hub of het deksel open is in.
  7. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.

De sabotagebeveiliging reageert op het openen en sluiten van de behuizing, ongeacht de modus van het apparaat of systeem.

De reactie instellen op het indrukken van de paniekknop in de Ajax-apps

U kunt de reactie van de sirene op een alarmmelding instellen wanneer de paniekknop wordt ingedrukt in de Ajax-apps.

De reactie van de sirene op het indrukken van de paniekknop in de Ajax-apps instellen

  1. Open de Ajax-app.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Selecteer een hub en ga naar de Instellingen ervan.
  4. Druk op het menu Service.
  5. Ga naar het onderdeel Geluiden en waarschuwingen.
  6. Schakel de optie Alarm met sirene als de paniekknop wordt ingedrukt in de app in.
  7. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.

De indicatie na een alarm op de sirene instellen

De sirene kan meldingen geven over de activering van het ingeschakelde systeem via de led-indicatie.

De optie werkt als volgt:

  1. Het systeem registreert de alarmmelding.
  2. De sirene slaat alarm. De duur en het volume van het signaal zijn afhankelijk van de instellingen van het apparaat.
  3. De sirene gebruikt een lichtindicatie met een patroon volgens de instelling van de functie voor het type led-indicatie:
    • De led-indicator in de rechteronderhoek knippert twee keer, ongeveer elke 3 seconden.
    • Het hele LED-frame knippert één keer, ongeveer elke 15 seconden (als de batterijlading voldoende is).

De indicatie blijft branden totdat het systeem wordt uitgeschakeld.

Dankzij deze functie kunnen gebruikers van het systeem en patrouilles van beveiligingsbedrijven zien dat het systeem actief is.

De indicatie na een alarm van de sirene werkt niet bij detectoren die altijd actief zijn als de detector was geactiveerd toen het systeem was uitgeschakeld.

Zo schakelt u de indicatie na een alarm van de sirene in de Ajax PRO-app in:

  1. Ga naar de instellingen van de sirene:
    • HubInstellingenServiceGeluiden en waarschuwingen.
  2. Geef aan bij welke gebeurtenissen de led-indicator van de sirenes twee keer moeten knipperen voordat het systeem wordt uitgeschakeld:
    • Bevestigd inbraak-/overvalalarm.
    • Enkelvoudig inbraak-/overvalalarm.
    • Openen van het deksel.
  3. Druk op Selecteer apparaten en selecteer de gewenste sirenes. De nieuwe parameters worden opgeslagen.
  4. Klik op Toevoegen. Alle instellingen worden toegepast.

Stel specifieke waarschuwingen bij het annuleren of afbreken van een alarm

In de Ajax PRO-apps kunt u in de instellingen van de hub instellen welke apparaten moeten piepen als het alarm wordt geannuleerd en welke apparaten moeten piepen als het alarm wordt afgebroken. De functies Melding alarmannulering en Melding afbreken alarm zijn vereist voor systemen die moeten voldoen aan de norm ANSI/SIA CP-01-2019.

Om de apparaten te selecteren die een melding moeten geven bij het annuleren of afbreken van een alarm in de Ajax PRO-app:

  1. Selecteer de gewenste hub en ga naar:
    • Instellingen ServiceIn-/uitschakelproces
  2. Zorg ervoor dat ANSI/SIA CP-01-2019 is geselecteerd voor de instelling Naleving van normen.
  3. Selecteer de apparaten voor de opties Specifieke waarschuwing bij alarmannulering en Specifieke waarschuwing bij afbreken alarm.
  4. Klik op Terug om de nieuwe instellingen toe te passen.

* Superior StreetSiren Plus Fibra is niet gecertificeerd volgens ANSI/SIA CP-01-2019.

Zo stelt u de Bel in

Als Bel bij opening is ingeschakeld, geeft de sirene een korte pieptoon als de openingsdetectoren worden geactiveerd wanneer het systeem is uitgeschakeld. De functie wordt bijvoorbeeld gebruikt in winkels om het personeel te laten weten dat er iemand het gebouw binnenkomt.

Notificaties worden in twee fasen geconfigureerd: het instellen van de sirene en daarna van de openingsdetectoren.

Een sirene instellen

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Kies de gewenste sirene uit de lijst.
  3. Ga naar de Instellingen van de sirene door in de rechterbovenhoek op het tandwielpictogram te klikken.
  4. Ga naar het menu Pieptooninstellingen.
  5. Schakel onder de categorie Pieptoon bij uitschakeling de optie Bel bij opening in.
  6. Stel het volume van de pieptonen in. Er zijn 3 opties beschikbaar (het volumeniveau werd gemeten op een afstand van 1 meter van de sirene):
    1. Stil — 85 dB.
    2. Luid — 97 dB.
    3. Zeer luid — 107 dB.

    Het opgegeven pieptoonvolume is ook van toepassing op het volume van de pieptonen bij het in-/uitschakelen en de vertraging bij binnenkomst/vertrek.

  7. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
  8. Stel de openingsdetector in.

Indicatie

Gebeurtenis Indicatie Opmerking
Alarm De sirene piept en het led-frame knippert rood. De duur en het volume van het geluidssignaal zijn afhankelijk van de instellingen van de sirene.

Er is een alarm gedetecteerd in het ingeschakelde systeem

(als de indicatie na alarm aanstaat)

De led-indicator van de sirene knippert ongeveer elke 3 seconden twee keer rood op in de rechteronderhoek totdat het systeem wordt uitgeschakeld.

Als Full-frame achtergrondverlichting is ingeschakeld, knippert het gehele led-frame elke 15 seconden rood.

De indicatie gaat aan nadat de sirene het alarmsignaal volledig heeft afgespeeld.

Het systeem is ingeschakeld

(als Pieptoon bij wijziging van de ingeschakelde modus is ingeschakeld)

Het led-frame knippert één keer en de sirene laat een korte pieptoon horen. Het volume van het geluidssignaal hangt af van de instellingen voor het volume van de pieptonen.

Systeem is uitgeschakeld

(als Pieptoon bij wijziging van de ingeschakelde modus is ingeschakeld)

Het led-frame knippert twee keer en de sirene laat twee korte pieptonen horen. Het volume van het geluidssignaal hangt af van de instellingen voor het volume van de pieptonen.

Sirene in de ingeschakelde modus

(als de indicatie is ingesteld in de Ingeschakelde modus)

De led-indicator in de rechteronderhoek knippert elke 3 seconden.

Als Full-frame achtergrondverlichting is ingeschakeld, knippert het gehele led-frame elke 15 seconden.

Sirene wordt uit de space verwijderd

De led-indicator knippert 6 keer in de rechteronderhoek en vervolgens schakelt de sirene uit.

Als de Full-frame achtergrondverlichting is ingeschakeld, knippert het hele led-frame 6 keer en wordt de sirene uitgeschakeld.

Batterij bijna leeg De led-indicator in de rechteronderhoek licht op en gaat uit wanneer de beveiligingsmodus van het systeem wordt gewijzigd, een alarm wordt geactiveerd, de behuizing van de sirene wordt geopend of de sirene losgemaakt wordt van het oppervlak.

Vertraging bij binnenkomst/vertrek tellen

(als Pieptoon bij vertragingen is ingeschakeld)

De led-indicator in de rechteronderhoek knippert eenmaal per seconde.

Als de Full-frame achtergrondverlichting is ingeschakeld, knippert het gehele led-frame elke seconde.

De indicatie gaat branden wanneer de vertraging begint. Als Snelle pieptoon bij vertragingen is ingeschakeld, knippert de indicatie elke halve seconde naarmate de vertragingstijd het einde nadert.

Onderhoud

Verwijder stof, spinnenwebben en ander vuil van de behuizing van de sirene. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van apparatuur.

Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine of andere actieve oplosmiddelen bevatten om de sirene te reinigen.

Volledige set

  1. Superior StreetSiren Plus Fibra.
  2. SmartBracket-montagepaneel.
  3. Installatiekit.
  4. Snelstartgids.

Garantie

De garantie op de producten van de Limited Liability Company ‘Ajax Systems Manufacturing’ is na aankoop twee jaar geldig.

Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de technische ondersteuning van Ajax. In de meeste gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.

Contact opnemen met de technische ondersteuning:

Gefabriceerd door “AS Manufacturing” LLC

Hulp nodig?

In dit onderdeel zijn gedetailleerde handleidingen en educatieve video's te vinden over alle Ajax-functies. Bovendien zijn we 24/7 beschikbaar voor wanneer u een technisch specialist nodig hebt.

Spelling error report

The following text will be sent to our editors: