MotionProtect S Jeweller is een draadloze bewegingsmelder die op een afstand reageert tot op een afstand van maximaal 12 meter*. Het apparaat reageert niet op huisdieren wanneer correct geïnstalleerd en geconfigureerd. Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
MotionProtect S communiceert met de hub via een versleuteld Jeweller-radioprotocol. Het communicatiebereik is 1.700 meter zonder obstakels.
* — conform de INCERT-vereisten: 10 meter (hoge gevoeligheid)
Deze productlijn is ontwikkeld voor projectgebruik. Alleen geaccrediteerde Ajax Systems-partners mogen de Superior-producten verkopen, installeren en beheren.
De productlijnen Superior, Fibra en Baseline zijn onderling compatibel. Dit opent talloze mogelijkheden voor het bouwen van systemen van vrijwel elke configuratie.
Functionele elementen
- Led-indicatie.
- Lens van bewegingsdetector.
- Geperforeerd deel van het montagepaneel. Breek het niet af. Noodzakelijk voor activering van een sabotagebeveiliging bij pogingen om de detector van het oppervlak los te maken.
- SmartBracket-montagepaneel met bevestigingsschroef. Schuif het paneel naar beneden om het te verwijderen.
- Bevestigingsschroef om de detector aan SmartBracket te bevestigen.
- Knop voor sabotagebeveiliging. Wordt geactiveerd bij een poging om de detector van het oppervlak los te halen of van het montagepaneel te verwijderen.
- Apparaatschakelaar.
- QR-code met de apparaat-ID. Dit wordt gebruikt om het apparaat te koppelen met een Ajax-hub.
Compatibele hubs en signaalversterkers
Een compatibele Ajax-hub met de firmware OS Malevich 2.16 en hoger is vereist voor het juist werken van de detector.
Werkingsprincipe
MotionProtect S is een draadloze bewegingsdetector. Het kan inbraak identificeren door bewegende objecten te detecteren met temperaturen die dicht bij de temperatuur van het menselijk lichaam liggen.
Als een ingeschakelde detector beweging identificeert, stuurt het meteen een alarm naar de hub. Hierdoor worden de sirenen die verbonden zijn met het systeem geactiveerd, worden de scenario’s geactiveerd en worden de gebruikers en het beveiligingsbedrijf op de hoogte gebracht. Alle MotionProtect S-alarmen en -gebeurtenissen worden opgenomen in de eventlog van de Ajax-apps.
Gebruikers weten exact waar de beweging is gedetecteerd. De meldingen bevatten de naam van de hub (naam van bewaakt object), naam van het apparaat en de virtuele ruimte waaraan de detector is toegewezen.
De detector gaat niet direct in de ingeschakelde modus. De tijd die nodig is om naar ingeschakelde modus te schakelen hangt af van de uitloopvertraging (opgegeven in de instellingen van de detector) en de peiling-interval tussen de hub en de detector (de instellingen van Jeweller of Jeweller/Fibra, de standwaarde is 36 seconden). In het eerste geval wordt de vertraging ingesteld door een beheerder of een PRO-gebruiker met beheerdersrechten. In het tweede geval treedt de vertraging op omdat de hub één peiling-interval nodig heeft om de detector op de hoogte te stellen van de overgang naar de ingeschakelde modus.
Huisdier-immuniteit
Als MotionProtect S correct is geïnstalleerd, reageert die niet op huisdieren tot 20 kg en kleiner dan 50 cm. Volg onze aanbevelingen op bij het installeren en configureren van de detector.
Temperatuurcompensatie
Temperatuurcompensatie is nodig voor de reactie van de detector op bewegingen, zelfs als de kamertemperatuur dicht bij de temperatuur van het menselijk lichaam ligt. In dit artikel leest u meer over temperatuurcompensatie.
Gebeurtenissen verzenden naar de meldkamer
Het Ajax-systeem kan alarmmeldingen niet alleen naar de PRO Desktop-bewakingsapp versturen, maar ook naar de meldkamer (CMS) in bestandsformaten van SurGard (Contact ID), SIA (DC-09), ADEMCO 685 en andere protocollen.
MotionProtect S kan de volgende gebeurtenissen verzenden:
- Bewegingsalarm.
- Sabotagealarm. Herstel van sabotagebeveiliging.
- Verbindingsverlies met de hub. Herstel van verbinding.
- Permanente deactivering en activering van de detector.
- Eenmalige deactivering en activering van de detector.
Wanneer een alarmmelding wordt ontvangen, weet de operator van de meldkamer van het beveiligingsbedrijf wat er is gebeurd en waar het responsteam precies naartoe moet worden gestuurd. Dankzij de adresseerbaarheid van de Ajax-apparaten kunnen gebeurtenissen verzonden worden naar PRO Desktop of de meldkamer met het type van het apparaat, de naam, beveiligingsgroep en virtuele ruimte. Let op: de lijst met verzonden parameters kan verschillend zijn, afhankelijk van het type meldkamer en het geselecteerde protocol voor communicatie met de meldkamer.
Het apparaat-ID en het loopnummer (zone) kunnen worden gevonden in de apparaatstatussen van de Ajax-app.
Aan het systeem toevoegen
MotionProtect S is niet compatibel met Hub, beveiligingscentrales van derden, en de integratiemodules ocBridge Plus en uartBridge.
Om MotionProtect S op de hub aan te sluiten, moet de detector zich in hetzelfde beveiligde gebouw bevinden als het systeem (binnen het bereik van het radionetwerk van de hub). Om de detector te laten werken via de ReX– of ReX 2-radiosignaalversterker, moet u de detector eerst toevoegen aan de hub en vervolgens verbinden met ReX of ReX 2 in de instellingen van de signaalversterker.
Als de hub en het apparaat met verschillende radiofrequenties werken dan zijn deze niet compatibel. Het radiofrequentiebereik van het apparaat kan per regio verschillen. We raden aan om Ajax-apparaten in dezelfde regio te kopen en gebruiken. U kunt het bereik van de radiofrequenties controleren via de technische ondersteuning.
Voordat u een apparaat toevoegt
- Installeer de Ajax PRO-app.
- Log in op een PRO-account of maak een nieuwe aan.
- Selecteer een space of maak een nieuwe aan.
Space is beschikbaar voor apps met deze versies of nieuwer:
- Ajax Security System 3.0 voor iOS;
- Ajax Security System 3.0 voor Android;
- Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor iOS;
- Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor Android;
- Ajax PRO Desktop 4.0 voor macOS;
- Ajax PRO Desktop 4.0 voor Windows.
- Voeg minstens één virtuele ruimte toe.
- Voeg een compatibele hub toe aan de space. Zorg dat de hub aanstaat en toegang heeft tot het internet via een ethernetkabel, wifi, en/of een mobiel netwerk.
- Zorg ervoor dat de space is uitgeschakeld en de hub niet begint met updaten door de status in de Ajax-app te controleren.
Deze productlijn is ontwikkeld voor projectgebruik. Alleen geaccrediteerde Ajax Systems-partners mogen de Superior-producten installeren en beheren.
Verbinding maken met de hub
- Open de Ajax PRO-app. Selecteer de hub waaraan u de knop wilt toevoegen.
- Ga naar het menu Apparaten en druk op Apparaat toevoegen.
- Geef de detector een naam, scan of toets de QR-code in (deze vindt u op de detector en de verpakkingsdoos), selecteer een ruimte en een groep (als de groepsmodus is ingeschakeld).
- Druk op Toevoegen.
- Schakel de detector in door de aan/uit-knop 3 seconden lang ingedrukt te houden.
Als de verbinding mislukt, zet dan de detector uit en probeer het na 5 seconden opnieuw. Let op: als het maximum aantal apparaten wat toegevoegd kan worden aan de hub is bereikt (afhankelijk van het model van de hub), ontvangt u een melding wanneer u een nieuwe wilt toevoegen.
De detector die verbonden is met de hub verschijnt in de app in de lijst met hub-apparaten. Het bijwerken van de statussen van de apparaten in de lijst hangt af van de instellingen van Jeweller of Jeweller/Fibra. De standaardwaarde is 36 seconden.
MotionProtect S werkt met één hub. Als de detector is verbonden met een nieuwe hub, stopt de detector met het verzenden van opdrachten naar de oude hub. Als u een detector aan een nieuwe hub toevoegt, wordt deze niet verwijderd uit de apparatenlijst van de oude hub. Dit moet gedaan worden via de Ajax-app.
Storingen
Wanneer een storing wordt gedetecteerd, geeft de Ajax-app een storingsteller weer op het apparaatpictogram. Alle storingen worden weergegeven in de statussen van de detector. Velden met storingen worden rood gemarkeerd.
Een storing wordt weergegeven als:
- De temperatuur van de detector buiten de aanvaardbare grenzen valt.
- De behuizing van de detector open is (sabotagebeveiliging is geactiveerd).
- Er geen verbinding met de hub of de radiosignaalversterker is via Jeweller.
- De batterij van de detector bijna leeg is.
Pictogrammen
De pictogrammen geven een aantal van de MotionProtect S-statussen weer. Voor toegang:
- Log in bij de Ajax-app.
- Selecteer de hub.
- Ga naar het tabblad Apparaten .
Pictogram | Betekenis |
Jeweller-signaalsterkte. Geeft de signaalsterkte tussen de hub en de detector weer. De aanbevolen waarde is 2–3 streepjes. |
|
De batterijlading van de detector is laag. |
|
De detector heeft een storing. De lijst met storingen is beschikbaar in de statussen van de detector. |
|
De detector is verbonden via een radiosignaalversterker. | |
De detector werkt in de modus Altijd actief. |
|
Vertraging bij binnenkomst en/of vertrek is ingeschakeld. |
|
MotionProtect S wordt ingeschakeld wanneer de Deelinschakeling is ingeschakeld. |
|
MotionProtect S heeft beweging gedetecteerd. Het pictogram wordt weergegeven wanneer de detector is ingeschakeld. | |
MotionProtect S is permanent gedeactiveerd. |
|
MotionProtect S heeft de sabotagealarmen permanent gedeactiveerd. |
|
MotionProtect S is gedeactiveerd gedurende de tijd dat de ingeschakelde modus actief is. |
|
MotionProtect S heeft sabotagealarmen gedeactiveerd gedurende de tijd dat de ingeschakelde modus actief is. |
|
Het apparaat is niet overgezet naar de nieuwe hub. |
Statussen
Bij de statussen vindt u informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters. De statussen van MotionProtect S zijn te vinden in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer MotionProtect S in de lijst.
Parameter | Waarde |
Storing |
Door op te klikken, opent u de lijst met storingen van MotionProtect S. Het veld wordt alleen weergegeven als er een storing is gedetecteerd. |
Temperatuur |
Temperatuur van de detector. De toegestane afwijking tussen de waarde in de app en de temperatuur op de plaats van de installatie is 2 °C. De waarde wordt bijgewerkt zodra het apparaat een temperatuurwijziging van minstens 1 °C signaleert. U kunt een scenario op basis van temperatuur configureren om zo automatiseringsapparaten te besturen. |
Jeweller-signaalsterkte |
Signaalsterkte tussen de hub of de signaalversterker en de detector via het Jeweller-kanaal. De aanbevolen waarde is 2–3 streepjes. |
Verbinding via Jeweller | Verbindingsstatus via het Jeweller-kanaal tussen de hub of de signaalversterker en de detector:
|
ReX | Geeft de status weer van een radiosignaalversterker. |
Batterijlading |
Batterijniveau van het apparaat. Weergegeven als een percentage. Als de batterijen laag zijn, ontvangen de Ajax-apps en het beveiligingsbedrijf de toepasselijke meldingen. Na de melding van een laag batterijniveau, kan de detector nog tot 2 maanden werken. |
Deksel | De status van de sabotagebeveiliging op de detector die reageert op het openen of losmaken van de behuizing van het apparaat:
|
Gevoeligheid | Gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetector:
|
Altijd actief |
Als deze optie is ingeschakeld, is de detector voortdurend ingeschakeld, detecteert hij beweging en slaat hij alarm. |
Permanente deactivering | Geeft de status van de permanente deactiveringsfunctie van het apparaat weer:
|
Eenmalige deactivering | Geeft de status van de eenmalige deactiveringsfunctie van het apparaat weer:
|
Reactie op alarmen | |
Bedrijfsmodus | Geeft weer hoe de detector reageert op alarmen:
|
Vertraging bij binnenkomst, sec |
Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt. |
Vertraging bij vertrek, sec |
Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen. |
Inschakelen bij deelinschakeling | Als deze optie ingeschakeld is, wordt de ingeschakelde modus van de detector geactiveerd als het systeem ingesteld is op Deelinschakeling. |
Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec |
Vertraging bij binnenkomst in modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt. |
Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec |
Vertraging bij vertrek in modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen. |
Firmware | Firmwareversie van de detector. |
Apparaat-ID | Detector-ID. Ook beschikbaar via de QR-code op de behuizing van de detector en de verpakking. |
Apparaat nr. | Nummer van de apparaatloop (zone). |
Instellingen
Zo past u de instellingen van MotionProtect S aan in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer MotionProtect S in de lijst.
- Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram te klikken.
- Stel de vereiste parameters in.
- Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Instelling | Waarde |
Naam |
Naam van de detector. Wordt weergegeven in de lijst met hubapparaten, tekst van het sms-bericht en meldingen in het eventlog. Als u de naam van de module wilt aanpassen, klikt u op het tekstveld. De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan. |
Ruimte |
De virtuele ruimte selecteren waaraan MotionProtect S is toegewezen. De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in de eventlog. |
Led-indicatie van alarmen | Als de optie uitgeschakeld is, geeft de led-indicatie van de detector geen melding over alarmen of activering van de sabotagebeveiliging. |
Gevoeligheid |
Gevoeligheidsniveau van de bewegingsdetector. De keuze hangt af van het type object, de aanwezigheid van waarschijnlijke bronnen die valse alarmen veroorzaken en de specificaties van het beveiligde gebied:
Waarom bewegingsdetectoren reageren op dieren en hoe dit te voorkomen |
Altijd actief |
Als deze optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en detecteert beweging. |
Waarschuwing met sirene als beweging wordt gedetecteerd | Als deze optie is ingeschakeld, worden de sirenes die aan het systeem zijn toegevoegd geactiveerd wanneer beweging wordt gedetecteerd door MotionProtect S. |
Reactie op alarmen | |
Bedrijfsmodus | Geef aan hoe dit apparaat moet reageren op alarmen:
|
Inloopvertraging, sec |
Selecteer de tijd van vertraging bij binnenkomst: 5 tot 120 seconden. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt. |
Uitloopvertraging, sec |
Selecteer de tijd van vertraging bij vertrek: 5 tot 120 seconden. Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen. |
Inschakelen bij deelinschakeling |
Als deze optie ingeschakeld is, wordt de ingeschakelde modus van de detector geactiveerd als het systeem ingesteld is op Deelinschakeling. |
Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec |
Tijd van vertraging bij binnenkomst in modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om Deelinschakeling uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt. |
Deelinschakeling uitloopvertraging, sec |
Tijd van vertraging bij vertrek in modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om de beveiligde ruimte te verlaten na het inschakelen. |
Jeweller-signaalsterktetest |
Schakelt de detector naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller. De aanbevolen waarde is 2–3 streepjes. |
Detectiezonetest |
Schakelt de detector over naar de modus voor de detectiezonetest. |
Signaaldempingstest |
Schakelt de detector over naar de modus voor de dempingstest. |
Gebruikershandleiding | Opent de gebruikershandleiding van MotionProtect S in de Ajax-app. |
Permanente deactivering |
Hiermee kan de gebruiker het apparaat uitschakelen zonder het uit het systeem te verwijderen. Er zijn drie opties beschikbaar:
|
Eenmalige deactivering |
Hiermee kan de gebruiker gebeurtenissen van het apparaat uitschakelen tot de eerste uitschakeling van het apparaat. Er zijn drie opties beschikbaar:
|
Apparaat ontkoppelen | Ontkoppelt de detector, koppelt deze los van de hub en verwijdert de instellingen. |
Indicatie
Indicatie | Gebeurtenis | Commentaar |
Licht groen op voor ongeveer één seconde. | De detector inschakelen. | |
Licht een paar seconden continu op. | Koppel de detector met een hub. | |
Licht groen op voor ongeveer één seconde. | Activering van het alarm/de sabotagebeveiliging. | Alarm wordt één keer binnen 5 seconden verzonden. |
Tijdens het alarm, licht het langzaam op en gaat groen uit. | Batterij moet vervangen worden. | Hoe u de batterij van de detector kunt vervangen, staat beschreven in de handleiding voor het vervangen van de batterij. |
Testen van de functionaliteit
Het Ajax-systeem heeft diverse testen om de juiste installatieplaats voor het apparaat te selecteren. De testen beginnen niet meteen. De wachttijd overschrijdt echter niet de duur van de peiling-interval tussen één hub en apparaat. De peiling-interval kan worden gecontroleerd en geconfigureerd bij hub instellingen (Hub → Instellingen → Jeweller of Jeweller/Fibra).
Zo voert u een test uit in de Ajax-app:
- Selecteer de vereiste hub.
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer MotionProtect S in de lijst.
- Ga naar Instellingen .
- Selecteer een test:
- Voer de test uit.
Plaatsing van de detector
Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.
Bij de keuze waar u MotionProtect S wilt installeren, moet u rekening houden met de parameters die de werking beïnvloeden:
- Bereik van de bewegingsdetectie.
- Jeweller-signaalsterkte.
- Afstand tussen de detector en de hub of radiosignaalversterker.
- Aanwezigheid van obstakels die de doorgang van de radiofrequentie verhinderen: muren, plafonds tussen verdiepingen, grote voorwerpen in de ruimte.
Denk aan de aanbevelingen voor plaatsing bij het ontwikkelen van een project voor het beveiligingssysteem van de faciliteit. Het beveiligingssysteem moet ontworpen en geïnstalleerd worden door specialisten. Een lijst met erkende Ajax-partners is hier beschikbaar.
Signaalsterkte
De Jeweller-signaalsterkte wordt bepaald door het aantal niet-geleverde of beschadigde datapakketten in een bepaalde periode. Het pictogram in het tabblad Apparaten geeft de signaalsterkte aan:
- Drie streepjes — uitstekende signaalsterkte.
- Twee streepjes — goede signaalsterkte.
- Eén streepje — lage signaalsterkte, een stabiele werking wordt niet gegarandeerd.
- Doorgestreept pictogram — geen signaal.
Controleer de signaalsterkte van Jeweller voordat u deze permanent installeert. Bij een signaalsterkte van één of nul streepjes kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen. Overweeg om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalontvangst aanzienlijk kan verbeteren. Als de signaalsterkte nog steeds slecht of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.
Bereik van de bewegingsdetectie
Denk bij het kiezen van de installatieplaats na over de richting van de lens, de hoeken van de detector en de aanwezigheid van obstakels die het zicht belemmeren. De beoogde weg van de indringer moet loodrecht staan op de as van de lens van de detector. Zorg dat meubels, kamerplanten, vazen, decoratieve elementen of glazen elementen het gezichtsveld van de detector niet belemmeren.
* — conform de INCERT-vereisten: 10 meter (hoge gevoeligheid)
Voer bij het installeren van de detector de Detectiezonetest uit. Hiermee kunt u het functioneren van het apparaat controleren en nauwkeurig bepalen in welke sector de detector reageert op beweging.
Installeer de detector niet
- Buitenshuis. Dit kan leiden tot valse alarmen en detectorstoringen.
- In de richting waar direct zonlicht de detector binnenkomt. Dit kan leiden tot valse alarmen.
- Tegenover elk object met een snel veranderende temperatuur zoals bijv. elektrische of gaskachels. Dit kan leiden tot valse alarmen.
- Tegenover bewegende voorwerpen met een temperatuur die in de buurt ligt van die van het menselijk lichaam. Bijvoorbeeld recht voor bewegende gordijnen boven een radiator. Dit kan leiden tot valse alarmen.
- Op plekken met snelle luchtcirculatie.Bijvoorbeeld in de buurt van ventilatoren, airconditioners, open ramen of deuren. Dit kan leiden tot valse alarmen.
- Op plaatsen waar objecten en structuren het zicht van de detector kunnen blokkeren. Bijvoorbeeld achter een bloem of een zuil. In dit geval zal het zicht worden beperkt en zal het voor MotionProtect S moeilijker worden om beweging te detecteren.
- Op plaatsen waar glazen structuren het zicht van de detector kunnen belemmeren. MotionProtect S registreert geen beweging achter glas.
- In gebouwen met een temperatuur en vochtigheidsgraad buiten de toegestane grenzen. Dit kan leiden tot schade aan de detector.
- Dichter dan 1 meter van de hub of radiosignaalversterker. Dit kan leiden tot een verlies van communicatie met de detector.
- Op plaatsen met een lage of instabiele signaalsterkte. Dit kan leiden tot verbindingsverlies met de hub.
Installatie
Zorg, voordat u MotionProtect S installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van deze handleiding.
De montage van een detector:
- Verwijder het SmartBracket-montagepaneel van de detector door het omlaag te schuiven. Draai eerst de bevestigingsschroef los.
- Plak het SmartBracket-paneel vast met dubbelzijdige tape of andere tijdelijke bevestigingsmiddelen. Het paneel kan worden gemonteerd op een verticaal oppervlak of in de hoek van de kamer. De installatiehoogte is 2,4 meter.
Dubbelzijdige tape kan alleen gebruikt worden voor tijdelijke installatie. Als het apparaat met dubbelzijdig tape is bevestigd, kan het loskomen van het oppervlak. Zolang het apparaat vastgeplakt is, zal de sabotagebeveiliging niet worden geactiveerd wanneer het apparaat wordt losgemaakt van het oppervlak.
- Plaats de detector op SmartBracket. De led-indicator van het apparaat knippert. Dit signaal geeft aan dat de sabotagebeveiliging van de detector gesloten is.
- Voer de signaalsterktetest van Jeweller uit. De aanbevolen signaalsterkte is twee of drie streepjes. Als de signaalsterkte laag is (één streepje of minder), kunnen we geen stabiele werking van het apparaat garanderen. Overweeg om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalontvangst aanzienlijk kan verbeteren. Als de signaalsterkte nog steeds slecht of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.
- Voer de Detectiezonetest uit. Als u de bewegingsdetector wilt controleren, loopt u over het terrein terwijl u de led bekijkt en de detectiezone van de detector bepaalt. Het maximale bereik van de bewegingsdetectie is 12 meter*. Als de detector in 5 van de 5 gevallen tijdens de test niet reageert, verplaats dan het apparaat.
- Verwijder de detector uit SmartBracket.
- Voor SmartBracket moeten er speciale gaten worden geboord zodat het paneel met de meegeleverde schroeven vastgezet kan worden. Bevestig het SmartBracket-montagepaneel met de meegeleverde schroeven en gebruik hiervoor alle bevestigingspunten (een ervan bevindt zich in het geperforeerde deel van het montagepaneel boven de sabotagebeveiliging). Als u andere bevestigingsmiddelen gebruikt, let er dan op dat deze het montageplaatje niet beschadigen of vervormen.
- Bevestig de detector op het SmartBracket-montagepaneel.
- Draai de bevestigingsschroef aan de onderkant van de behuizing van de detector vast. Dit is nodig voor een goede bevestiging en zodat de detector niet snel verwijderd kan worden van het paneel.
* — conform de INCERT-vereisten: 10 meter (hoge gevoeligheid)
Onderhoud
Controleer regelmatig de werking van de detector. De optimale testfrequentie is elke drie maanden. Verwijder stof, spinnenwebben en ander vuil van de behuizing van het apparaat. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur.
Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine, of andere actieve oplosmiddelen bevatten om de detector te reinigen.
De voorgeïnstalleerde batterij zorgt voor een zelfstandige werking tot maximaal 5 jaar. Het beveiligingssysteem stuurt op tijd een waarschuwing over het vervangen van de batterij. Bij een alarm, zal de led langzaam groen oplichten en uitgaan.
Technische specificaties
Garantie
De garantie op de producten van de Limited Liability Company, “Ajax Systems Manufacturing”, is 2 jaar geldig na aankoop.
Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de technische ondersteuning van Ajax. In de meeste de gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.
Contact opnemen met de technische ondersteuning:
Gefabriceerd door “AS Manufacturing” LLC