DoorProtect is draadloze openingsdetector voor ramen en deuren, ontworpen voor binnenshuis gebruik. Het kan tot 7 jaar werken op de voorgeïnstalleerde batterij en is in staat om meer dan 2 miljoen bewegingen te detecteren. DoorProtect heeft een stopcontact om een externe detector aan te sluiten.
Het werkzame onderdeel van DoorProtect is een reedrelais met een verzegeld contact. Het bestaat uit ferromagnetische contacten die in een bol zijn geplaatst en die onder invloed van een permanente magneet een ononderbroken circuit vormen.
DoorProtect maakt verbinding met het Ajax-beveiligingssysteem via het beveiligde Jeweller-radioprotocol. Het communicatiebereik is maximaal 1200 meter in de zichtlijn. DoorProtect kan met de uartBridge– of ocBridge Plus-integratiemodules gebruikt worden binnen beveiligingssystemen van derden.
De detector wordt ingesteld via de Ajax-apps voor iOS, Android, macOS en Windows. Het systeem brengt de gebruiker op de hoogte van alle gebeurtenissen via pushmeldingen, sms’jes en oproepen (indien geactiveerd).
Het Ajax-beveiligingssysteem is zelfvoorzienend, maar de gebruiker kan het aansluiten op de meldkamer van een particulier beveiligingsbedrijf.
Functionele elementen
- DoorProtect-openingsdetector.
- Grote magneet. Hij werkt tot een afstand van 2 cm van de detector en moet rechts van de detector geplaatst worden.
- Kleine magneet. Hij werkt tot een afstand van 1 cm van de detector en moet rechts van de detector geplaatst worden.
- Led-indicator.
- Montagepaneel voor SmartBracket. Schuif het paneel naar beneden om het te verwijderen.
- Geperforeerd deel van het montagepaneel. Het is nodig om de sabotagedetector te activeren indien er geprobeerd wordt de detector uit elkaar te halen. Breek hem niet open.
- Stopcontact om een bekabelde NC-detector van een andere fabrikant te kunnen verbinden.
- QR-code met het apparaat- om de detector toe te voegen aan een Ajax-systeem.
- Aan/uit-knop van apparaat.
- Sabotageknop. Wordt geactiveerd bij pogingen om de detector los te maken van het oppervlak of om de detector te verwijderen van het montagepaneel.
Werkingsprincipe
DoorProtect bestaat uit twee delen: de detector met een reedrelais met een verzegeld contact en de permanente magneet. Bevestig de detector aan de deurpost, terwijl de magneet aan een beweegbaar deel van de deur bevestigd kan worden. Als het reedrelais met het verzegelde contact binnen het bereik van het magnetische veld is, sluit het het circuit, wat betekent dat de detector is gesloten. Het openen van de deur duwt de magneet weg van het reedrelais met het verzegelde contact en opent daardoor het circuit. Hierdoor herkent de detector het openen.
Bevestig de magneet RECHTS van de detector.
Een kleine magneet werkt op een afstand van 1 cm en de grote op een afstand tot 2 cm.
Na activering zendt DoorProtect onmiddellijk het alarmsignaal naar de hub, waardoor de sirenes worden geactiveerd en de gebruiker en het beveiligingsbedrijf op de hoogte worden gebracht.
De detector koppelen
Voordat u met koppelen begint:
- Volgens de aanbevelingen van de hub-instructie, moet u de Ajax-app installeren op uw smartphone. Maak een account aan, voeg de hub toe in de app en creëer minstens één ruimte.
- Schakel de hub in en controleer de internetverbinding (via ethernetkabel en/of gsm-netwerk).
- Zorg dat de hub is uitgeschakeld en niet wordt bijgewerkt door de status in de app te controleren.
Alleen gebruikers met beheerdersrechten kunnen het apparaat toevoegen aan de hub.
Zo koppelt u de detector aan de hub:
- Selecteer de optie Apparaat toevoegen in de Ajax-app.
- Geef het apparaat een naam, scan of voer de QR-code handmatig in (deze bevindt zich op de behuizing en de verpakking) en selecteer de ruimte waar het apparaat geplaatst gaat worden.
- Klik op Toevoegen: het aftellen begint.
- Zet het apparaat aan.
De detector moet zich binnen het bereik van het draadloze netwerk van de hub bevinden (bij hetzelfde gebouw) om detectie en koppeling mogelijk te maken.
Het verzoek om verbinding met de hub wordt gedurende een korte tijd verzonden op het moment dat het apparaat wordt ingeschakeld.
Als het koppelen met de Ajax-hub mislukt, schakel de detector dan 5 seconden uit en probeer het opnieuw.
Als de detector met de hub gekoppeld is, verschijnt het in de lijst van apparaten in de Ajax-app. Het bijwerken van de statussen van de detectoren in de lijst is afhankelijk van de ingestelde pinginterval in de hub-instellingen. De standaardwaarde is 36 seconden.
Statussen
Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de huidige parameters. Zo vindt u de statussen van DoorProtect in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer DoorProtect in de lijst.
Parameter | Waarde |
Temperatuur |
Temperatuur van de detector. Het wordt gemeten op de processor en verandert geleidelijk. Toegestane afwijking in de waarde tussen de app en de kamertemperatuur: 2°C. De waarde wordt bijgewerkt zodra de detector een temperatuurwijziging van minstens 2°C signaleert. U kunt een scenario op basis van temperatuur configureren om zo automatiseringsapparaten te besturen |
Jeweller signaalsterkte |
Signaalsterkte tussen de hub/signaalversterker en de openingsdetector. Wij raden aan de detector te installeren op plaatsen met een signaalsterkte van 2-3 streepjes |
Verbinding via Jeweller | Verbindingsstatus tussen de hub/signaalversterker en de detector:
|
Naam van de ReX-signaalversterker |
Verbindingsstatus van de ReX-signaalversterker. Weergegeven wanneer de detector werkt via de ReX-radiosignaalversterker |
Batterijlading |
Batterijlading van het apparaat. Weergegeven als een percentage |
Deksel | De sabotagestatus, die reageert op het losraken of beschadigen van de behuizing van de detector |
Openingssensor | Status van de openingssensor van de detector:
|
Extern contact | Status van de externe detectorverbinding met DoorProtect |
Altijd actief |
Als de optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en meldt het alarmen |
Bel |
Indien ingeschakeld, geeft een sirene een melding over de openingsdetectoren die geactiveerd worden vanuit de Uitgeschakelde systeemmodus |
Tijdelijke deactivering | Toont de status van de tijdelijke uitschakelfunctie van het apparaat:
|
Alarm Reactie | |
Bedieningsmodus | Toont hoe het apparaat reageert op alarmen:
|
Vertraging bij binnenkomst, sec |
Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u de ruimte betreedt |
Vertraging bij vertrek, sec |
Vertragingstijd bij vertrek. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om de ruimte te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld |
Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec |
De tijd van Vertraging bij binnenkomst in de modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u het pand betreedt. |
Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec |
De tijd van Vertraging bij vertrek in de modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het pand te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld. |
Firmware | De firmwareversie van de detector |
Apparaat-ID | Het ID-nummer van het apparaat |
Apparaat nr. | Nummer van de apparaatloop (zone) |
Instellingen
Zo past u de instellingen van de detector aan in de Ajax-app:
- Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de PRO-app gebruikt.
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer DoorProtect in de lijst.
- Ga naar Instellingen door op het te klikken.
- Stel de vereiste parameters in.
- Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Instelling | Waarde |
Eerste veld |
Detectornaam die aangepast kan worden. De naam wordt weergegeven in de tekst van het sms’je en in de meldingen in het logboek. De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan |
Ruimte | De virtuele ruimte selecteren waaraan DoorProtect is toegewezen. De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms’je en in de meldingen in de eventlog |
LED-indicatie van alarmen |
Hiermee kunt u het knipperen van de led-indicatie tijdens een alarm uitschakelen. Beschikbaar voor apparaten met firmwareversie 5.55.0.0 of hoger Waar vindt u de firmwareversie of de ID van de detector of het apparaat? |
Openingssensor | Indien actief reageert DoorProtect openingssensor op openen/sluiten |
Extern contact | Indien actief, registreert DoorProtect externe detectiealarmen |
Altijd actief |
Als de optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en meldt het alarmen |
Waarschuwing met sirene als opening gedetecteerd wordt | Indien actief, worden sirenes die aan het systeem zijn toegevoegd, geactiveerd wanneer er wordt gedetecteerd dat er wat geopend wordt |
Activeer de sirene als een extern contact geopend is | Indien actief, worden sirenes die aan het systeem zijn toegevoegd, geactiveerd als het alarm van een externe detector afgaat |
Belinstellingen |
Opent de instellingen van Bel |
Alarm Reactie | |
Bedieningsmodus | Bepaal hoe dit apparaat reageert op alarmen:
|
Vertraging bij binnenkomst, sec |
Vertragingstijd bij binnenkomst selecteren. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u de ruimte betreedt |
Vertraging bij vertrek, sec |
De vertragingstijd bij vertrek selecteren. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om de ruimte te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld |
Inschakelen bij deelinschakeling | Indien actief, schakelt de detector over naar de ingeschakelde modus als deelinschakeling wordt gebruikt |
Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec |
De tijd van Vertraging bij binnenkomst in de modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat u het pand betreedt. |
Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec |
De tijd van Vertraging bij vertrek in de modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die u hebt om het pand te verlaten nadat het beveiligingssysteem is ingeschakeld. |
Jeweller signaalsterktetest |
Schakelt de detector naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller. Met de test kunt u de signaalsterkte tussen de hub en DoorProtect controleren en de optimale installatieplaats bepalen |
Detectiezonetest |
Schakelt de detector naar de testmodus voor de detectiezone |
Signaaldempingstest |
Schakelt de detector naar de testmodus voor de signaaldemping (beschikbaar bij detectoren met firmwareversie 3.50 en later) |
Gebruikershandleiding | Opent de gebruikershandleiding voor DoorProtect in de Ajax-app |
Tijdelijke deactivering |
Hiermee kan de gebruiker het apparaat loskoppelen zonder het uit het systeem te verwijderen. Er zijn drie opties beschikbaar:
Meer informatie over de tijdelijke deactivatie van apparaten Het systeem kan ook automatisch apparaten uitschakelen als het ingestelde aantal alarmen wordt overschreden of als de hersteltimer afloopt. Meer informatie over de automatische uitschakeling van apparaten |
Apparaat ontkoppelen | Koppelt de detector los van de hub en wist de instellingen |
Zo stelt u Bel in
Bel is een geluidssignaal dat de activatie van de openingsdetectoren aangeeft wanneer het systeem is uitgeschakeld. De functie wordt bijvoorbeeld gebruikt in winkels om het personeel te laten weten dat er iemand binnenkomt.
Notificaties worden in twee fasen geconfigureerd: het instellen van de openingsdetectoren en daarna van de sirenes.
Instellingen van de detectoren
- Ga naar het menu Apparaten .
- Selecteer de DoorProtect-detector.
- Ga naar de instellingen door op het tandwieltje te klikken in de rechterbovenhoek.
- Ga naar het menu Belinstellingen.
- Selecteer de gewenste gebeurtenissen die door de sirene gemeld moeten worden:
- Als opening gedetecteerd wordt.
- Als het externe contact geopend is (beschikbaar als de optie Extern contact ingeschakeld is).
- Selecteer het geluid voor Bel: 1 tot 4 korte pieptonen. De Ajax-app laat het geluid horen zodra het geselecteerd is.
- Klik op Terug om de instellingen op te slaan.
- Stel de vereiste sirene in.
Indicatie
Gebeurtenis | Indicatie | Opmerking |
De detector inschakelen | Licht groen op voor ongeveer één seconde | |
Detector verbonden met de hub, ocBridge Plus en uartBridge | Licht een paar seconden groen op | |
Activering van het alarm/de sabotagedetector | Licht groen op voor ongeveer één seconde | Alarm wordt één keer binnen 5 seconden verzonden |
Batterij moet vervangen worden | Tijdens het alarm licht het langzaam groen op en gaat langzaam uit | Hoe u de batterij van de detector kunt vervangen, staat beschreven in de handleiding voor het vervangen van de batterij |
Testen van de functionaliteit
Via het Ajax-beveiligingssysteem kunt u tests uitvoeren om de functionaliteit van de verbonden apparaten te controleren.
De tests beginnen niet onmiddellijk, maar binnen 36 sec volgens de standaardinstellingen. De starttijd hangt af van de pinginterval (zie de paragraaf over “Jeweller“-instellingen in de hub-instellingen.
Installeren van de detector
Locatie selecteren
De locatie van DoorProtect wordt bepaald door de afstand tot de hub en de aanwezigheid van obstakels tussen de apparaten die de radiosignaaloverdracht belemmeren: muren, tussenvloeren en grote voorwerpen die zich in de ruimte bevinden.
Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik binnenshuis.
Controleer de Jeweller-signaalsterkte op de plaats van installatie. Als het signaalniveau nul of één streepje heeft, dan kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen. Verplaats het apparaat: zelfs een verplaatsing van 20 cm kan de signaalsterkte aanzienlijk verbeteren. Als de signaalsterkte van de detector laag of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.
De detector wordt aan de buitenkant of binnenkant van het deurkozijn geplaatst.
Als u de detector op de loodrechte vlakken installeert (bv. in een deurkozijn), gebruik dan de kleine magneet. De afstand tussen de magneet en detector mag niet meer dan 1 cm zijn.
Als u delen van DoorProtect op hetzelfde vlak plaatst, gebruik dan de grote magneet. De activeringsdrempel is 2 cm.
Bevestig de magneet op het beweegbare deel van de deur (raam) aan de rechterkant van de detector. De kant waar de magneet geplaatst moet worden, is gemarkeerd met een pijl op de behuizing van de detector. De detector mag, indien nodig, horizontaal geplaatst worden.
Installatie van de detector
Voordat u de detector installeert, moet u ervoor zorgen dat u de optimale locatie heeft gekozen die in overeenstemming is met de richtlijnen van deze handleiding.
Om de detector te kunnen installeren:
- Verwijder het SmartBracket-montagepaneel van de detector door het omlaag te schuiven.
- Bevestig het montagepaneel van de detector tijdelijk op de gekozen installatielocatie met dubbelzijdig tape.
Dubbelzijdig tape is nodig om het apparaat tijdelijk te bevestigen tijdens de testfase van de installatie. Gebruik geen dubbelzijdig tape als permanente bevestiging. De detector of magneet kan loslaten en vallen. Door het vallen kunnen er valse alarmen ontstaan of kan het apparaat beschadigen. En als iemand het apparaat van het oppervlak wil aftrekken, gaat het sabotagealarm niet af zolang het apparaat met tape is bevestigd.
- Bevestig de detector aan het bevestigingspaneel. Zodra de detector is gemonteerd op het SmartBracket-montagepaneel, zal de ledindicatie van het apparaat knipperen. Dit signaal geeft aan dat de sabotageknop van de detector gesloten is.
Als de ledindicatie tijdens het installeren van de detector op SmartBracket niet wordt geactiveerd, controleer dan de sabotagestatus in de Ajax-app, of de detector wel goed is vastgezet en of hij wel stevig is gemonteerd aan het paneel.
- Bevestig de magneet aan het oppervlak:
- Als er een grote magneet gebruikt wordt: haal het SmartBracket-montagepaneel van de magneet af en monteer het paneel op het oppervlak met dubbelzijdig tape. Installeer de magneet op het paneel.
- Als er een kleine magneet gebruikt wordt: monteer de magneet op het oppervlak met dubbelzijdig tape.
- Als er een grote magneet gebruikt wordt: haal het SmartBracket-montagepaneel van de magneet af en monteer het paneel op het oppervlak met dubbelzijdig tape. Installeer de magneet op het paneel.
- Voer de Jeweller signaalsterkte test uit. De aanbevolen signaalsterkte is 2 of 3 streepjes. Eén streepje of minder garandeert geen stabiele werking van het beveiligingssysteem. Probeer in dit geval het apparaat te verplaatsen: een verschil van zelfs 20 cm kan de signaalkwaliteit al flink verbeteren. Gebruik de radiosignaalversterker als de detector een lage of instabiele signaalsterkte heeft na het aanpassen van de installatielocatie.
- Voer de Detectiezonetest uit. Open en sluit het raam of de deur waar het apparaat is geïnstalleerd meerdere keren om de werking van de detector te controleren. Als de detector in 5 van de 5 gevallen tijdens de test niet reageert, probeer dan de installatielocatie of -methode te wijzigen. De magneet is mogelijk te ver van de detector verwijderd.
- Voer een Signaaldempingstest uit. Tijdens de test wordt de signaalsterkte kunstmatig verminderd en verhoogd om verschillende omstandigheden op de installatielocatie te simuleren. Als de installatielocatie correct gekozen is, heeft de detector een stabiele signaalsterkte van 2-3 streepjes.
- Als de tests succesvol zijn, bevestig dan de detector en magneet met de meegeleverde schroeven.
- Om de detector te monteren: haal hem van het SmartBracket-montagepaneel af. Bevestig vervolgens het SmartBracket-paneel met de meegeleverde schroeven. Installeer de detector op het paneel.
- Om een grote magneet te monteren: haal hem van het SmartBracket-montagepaneel. Bevestig vervolgens het SmartBracket-paneel met de meegeleverde schroeven. Installeer de magneet op het paneel.
- Om een kleine magneet te monteren: verwijder het voorpaneel met een plectrum of plastic kaart. Monteer het deel met de magneten aan het oppervlak. Gebruik hiervoor de meegeleverde schroeven. Installeer daarna het voorpaneel op zijn plaats.
- Om de detector te monteren: haal hem van het SmartBracket-montagepaneel af. Bevestig vervolgens het SmartBracket-paneel met de meegeleverde schroeven. Installeer de detector op het paneel.
Indien u gebruik maakt van een elektrische schroeftol, stel de snelheid dan in op de laagste stand om het SmartBracket-montagepaneel tijdens de installatie niet te beschadigen. Als u andere bevestigingsmiddelen gebruikt, let er dan op dat deze het plaatje niet beschadigen of vervormen. Om de detector of magneet gemakkelijker te monteren, kunt u de schroefgaten voorboren terwijl het paneel nog vastzit met dubbelzijdige tape.
Installeer de detector niet:
- buiten het terrein (in de buitenlucht);
- in de buurt van metalen voorwerpen of spiegels die het signaal dempen of verstoren;
- in ruimten waar de temperatuur en de vochtigheidsgraad de toelaatbare grenzen overschrijden.
- dichter dan 1 m bij de hub.
Een detector van derden verbinden
Een bekabelde detector met een NC-contact kan verbonden worden met DoorProtect met externe aansluitklem.
Wij raden aan om een bekabelde detector op niet meer dan 1 m afstand te installeren: meer kabellengte vergroot de kans op schade en vermindert de kwaliteit van communicatie tussen de detectoren.
Als u de draad uit de detectorbehuizing wilt halen, trekt u aan de stekker:
Als de externe detector is geactiveerd, ontvangt u een melding.
Onderhoud van de detector en vervanging van de batterijen
Controleer regelmatig de werking van de DoorProtect-detector.
Verwijder stof, spinnenwebben en andere verontreinigingen van de behuizing van de detector als ze ontstaan. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur.
Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine of andere actieve oplosmiddelen bevatten om de detector te reinigen.
De levensduur van de batterij hangt af van de kwaliteit van de batterij, frequentie van activering van de detector en pinginterval van de detectoren door de hub.
Als de deur 10 keer per dag opengaat en de pinginterval is 60 seconden, dan werkt DoorProtect tot 7 jaar met de voorgeïnstalleerde batterij. Als u de pinginterval instelt op 12 seconden, wordt de levensduur van de batterij verlaagt naar 2 jaar.
Hoelang gaan de batterijen van de Ajax-apparaten mee en wat heeft hier invloed op?
Als de batterij leeg is, verstuurt het beveiligingssysteem een melding en het led-lampje zal zachtjes oplichten en uitgaan als de detector en sabotageknop zijn geactiveerd.
Garantie
De garantie voor de producten van de Limited Liability Company “Ajax Systems Manufacturing” is geldig gedurende 2 jaar na de aankoop en geldt niet voor de voorgeïnstalleerde batterij.
Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de ondersteuningsdienst. In de helft van de gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.
Technische ondersteuning: [email protected]