Relay is een droogcontactrelais om de voeding op afstand te regelen. De droge contacten van het relais zijn elektrisch geïsoleerd van het voedingscircuit van het apparaat. Relay kan zowel met laagspannings- als huishoudelijke elektriciteitsnetten worden gebruikt. Het apparaat heeft twee soorten beveiliging: spanning en temperatuur.
Relay moet altijd door een gekwalificeerde elektricien of installateur geïnstalleerd worden.
Het relais kan de voeding van elektrische apparaten die zijn aangesloten op het circuit beheren via de Ajax-apps, automatiseringsscenario’s, via de functieknop van het relais, of door op Button te drukken.
Relay is met het Ajax-beveiligingssysteem verbonden via het Jeweller-radioprotocol. Het communicatiebereik is maximaal 1000 meter in een open ruimte. Het apparaat werkt alleen met radiosignaalversterkers en hubs van Ajax.
Functionele elementen
- Antenne.
- Klemmenblok van de voeding.
- Klemmenblok om apparaten te verbinden.
- Functieknop.
- Led-indicator.
- PS IN terminals — “+”- en “-“- aansluitklemmen van een 7–24 V⎓ stroomvoorziening.
- Relay-aansluitklemmen — potentiaalvrije uitgangsklemmen van Relay-contacten om apparaten te verbinden.
Werkingsprincipe
Relay is een droogcontactrelais om de voeding op afstand te regelen. Het relais wordt geïnstalleerd in een contactopening van het elektrische circuit om de voeding te regelen van apparaten die op dit circuit zijn aangesloten. Relay kan worden beheerd via de functieknop van het apparaat (door het 2 seconden ingedrukt te houden), via de Ajax-app, Button en automatiseringsscenario’s.
Relay wordt gevoed door een spanningsbron van 7-24 V⎓. Aanbevolen voedingsspanningen: 12 V⎓ en 24 V⎓.
Relay heeft potentiaalvrije (droge) contacten. Droge contacten van het relais zijn elektrisch geïsoleerd van de voeding van het apparaat. Dit apparaat kan dus worden gebruikt bij laagspannings- en huishoudelijke elektriciteitsnetten, bijvoorbeeld om een knop te simuleren, een tuimelschakelaar of om waterafsluitkranen, elektromagnetische sloten, irrigatiesystemen, poorten, barrières en andere systemen te beheren.
Relay zet één enkele pool van het elektrische circuit in werking. Het relais kan werken in bistabiele of pulsmodus. In de pulsmodus kan je de duur instellen: van 0,5 tot 255 seconden. De bedrijfsmodus wordt geselecteerd door gebruikers of PRO met beheerdersrechten in de Ajax apps.
Een gebruiker of een PRO met beheerdersrechten kan de normale status van de relaiscontacten selecteren:
- Normaal gesloten: het relais geeft geen stroom meer wanneer deze wordt geactiveerd en de stroomvoorziening wordt hervat als deze wordt gedeactiveerd.
- Normaal open: het relais geeft stroom wanneer deze wordt geactiveerd en stopt als deze wordt gedeactiveerd.
Relay meet voedingsspanning. Deze gegevens zijn, samen met andere parameters van het relais, beschikbaar in de Statussen van het apparaat. De frequentie van het bijwerken van de Relay-statussen is afhankelijk van de instellingen van Jeweller of Jeweller Fibra. De standaardwaarde is 36 seconden.
De maximale weerstandsbelasting van Relay is 5 A bij 36 V⎓ en 13 A bij 230 V~.
Automatiseringsscenario’s
De scenario’s van Ajax bieden een nieuw veiligheidsniveau. Hiermee waarschuwt het beveiligingssysteem niet alleen bij dreigingen, maar biedt het er ook actief weerstand tegen.
Soorten scenario’s met Relay en gebruiksvoorbeelden:
- Bij een alarm.De verlichting wordt ingeschakeld als een openingsdetector het alarm activeert.
- Bij een verandering in de beveiligingsmodus. De elektrische vergrendeling wordt automatisch geblokkeerd wanneer het object wordt ingeschakeld.
- Volgens schema. Het irrigatiesysteem in de tuin wordt ingeschakeld op de opgegeven tijd van het schema. De verlichting en tv worden ingeschakeld wanneer de eigenaren weg zijn, zodat het huis niet leeg lijkt.
- Door op Button te drukken. Schakel de nachtverlichting in door op de slimme knop te drukken.
- Op temperatuur. De verwarming wordt ingeschakeld als de kamertemperatuur lager is dan 20 °C.
- Op luchtvochtigheid. De luchtbevochtiger wordt ingeschakeld wanneer het luchtvochtigheidsniveau onder de 40% daalt.
- Op CO₂-concentratie. Ventilatietoevoer wordt ingeschakeld wanneer het niveau van de koolstofdioxideconcentratie 1000 ppm overschrijdt.
Scenario’s door op Button te drukken worden via de Button-instellingen gecreëerd, scenario’s op luchtvochtigheid- en CO₂-niveaus worden via de LifeQuality-instellingen gecreëerd.
Als het apparaat offline is, wordt het scenario niet uitgevoerd omdat het de activering van het scenario ontbreekt (bijvoorbeeld tijdens een stroomstoring of wanneer de verbinding tussen de hub en het apparaat wegvalt).
Gebruikssituatie: De geautomatiseerde actie is gepland voor 10 uur ’s ochtends, dus moet deze om 10 uur ’s ochtends starten. De stroom valt uit om 9:55 uur en wordt tien minuten later weer hersteld. Het automatiseringsscenario start dus niet om 10.00 uur en start ook niet direct nadat de stroom is hersteld. Deze geplande actie wordt dus niet uitgevoerd.
Bediening vanuit de app
In de Ajax-apps kunt u elektrische apparaten die zijn aangesloten op een elektrisch circuit dat beheerd wordt door Relay, in- en uitschakelen.
Klik op de schakelaar in het Relay-vakje in het menu Apparaten : de status van de relaiscontacten verandert naar het tegenovergestelde en het aangesloten elektrische apparaat wordt uitgeschakeld of ingeschakeld. Op deze manier kan de gebruiker van een beveiligingssysteem op afstand de voeding beheren, bijvoorbeeld voor verlichting of een elektrische vergrendeling.
Als Relay in de pulsmodus staat, verandert de schakelaar van aan/uit naar puls.
Soorten beveiliging
Relay heeft twee soorten beveiliging die onafhankelijk van elkaar werken: spanning en temperatuur.
Spanningsbeveiliging: wordt geactiveerd als de voedingsspanning van het relais het bereik van 6,5 – 36,5 V⎓ overschrijdt. Beschermt Relay tegen spanningspieken.
Temperatuurbeveiliging: wordt geactiveerd als het relais warmer wordt dan 65 °C. Beschermt het relais tegen oververhitting.
Wanneer spannings- of temperatuurbeveiliging wordt geactiveerd, stopt de voeding via Relay. De voeding hervat automatisch wanneer de spanning of temperatuur weer normaal is.
Jeweller-communicatieprotocol
Relay gebruikt het Jeweller-radioprotocol om alarmen en gebeurtenissen te verzenden. Het draadloze protocol zorgt voor een snelle en betrouwbare tweerichtingscommunicatie tussen hubs en de verbonden apparaten.
Jeweller ondersteunt blokversleuteling met een zwevende licentie en apparaatauthenticatie bij elke communicatiesessie om te beschermen tegen sabotage en het spoofen van apparaten. Het protocol omvat het continu peilen van de apparaten door de hub, met intervallen van 12 tot 300 seconden (ingesteld in de Ajax-app), om de communicatie met alle apparaten te monitoren en de statussen ervan in de Ajax-apps weer te geven.
Gebeurtenissen verzenden naar de meldkamer
Het Ajax-beveiligingssysteem kan gebeurtenissen en alarmen verzenden naar de PRO Desktop-bewakingsapp, evenals naar de meldkamer via SurGard (ContactID), SIA DC-09 (ADM-CID), ADEMCO 685 en andere bedrijfseigen protocollen.
Met PRO Desktop ontvangt de operator alle Relay-gebeurtenissen. In andere gevallen ontvangt een meldkamer alleen een melding als de verbinding is verbroken tussen Relay en de hub (of de signaalversterker).
De bereikbaarheid van Ajax-apparaten maakt het verzenden van gebeurtenissen, het type van het apparaat, de toegewezen naam en ruimte voor PRO Desktop/meldkamer mogelijk (de lijst met verzonden parameters kan variëren afhankelijk van het type meldkamer en het voor communicatie geselecteerde protocol met de meldkamer).
Het apparaat-ID en zonenummer staan bij de Statussen van Relay in de Ajax-app.
De installatieplaats selecteren
Een apparaat van 39 × 33 × 18 mm is op de contactopening aangesloten. Dankzij de afmetingen van Relay kan het apparaat geïnstalleerd worden in de diepe aansluitdoos, in de behuizing van het elektrische apparaat, of in de verdeelkast. Een flexibele externe antenne zorgt voor stabiele communicatie. Om Relay op een DIN-rail te bevestigen, raden we aan om een DIN Holder te gebruiken.
Relay moet worden geïnstalleerd op een plek met een stabiele Jeweller-signaalsterkte van 2 tot 3 streepjes. Als u de signaalsterkte op de plaats van installatie ruwweg wilt berekenen, kunt u onze rekenhulp voor het radiocommunicatiebereik gebruiken. Gebruik een radiosignaalversterker als de signaalsterkte op de beoogde installatieplaats minder dan 2 streepjes is.
Plaats het apparaat in een gesloten doos als u Relay buitenshuis installeert. Dan is het apparaat beschermd tegen vocht, wat Relay kan beschadigen.
Plaats Relay niet:
- In ruimtes waar de luchtvochtigheids- en temperatuurindicatoren niet overeenkomen met de bedrijfsparameters. Dit kan het apparaat beschadigen of storingen veroorzaken.
- In de buurt van bronnen die radio-interferentie kunnen veroorzaken: bijvoorbeeld op minder dan 1 meter van een router. Dit kan leiden tot een verbroken verbinding tussen Relay en de hub (of signaalversterker).
- Op plaatsen met een lage of instabiele signaalsterkte. Dit kan leiden tot een verbroken verbinding tussen Relay en de hub (of signaalversterker).
Installeren
Relay moet altijd door een gekwalificeerde elektricien of installateur geïnstalleerd worden.
Zorg, voordat u het relais installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van deze handleiding. Volg bij het installeren en gebruiken van het apparaat de algemene veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van elektrische apparatuur en de vereisten van de elektrische veiligheidsvoorschriften.
Het wordt aanbevolen om kabels te gebruiken met een dwarsdoorsnede van 0,75–1,5 mm² (22–14 AWG). Relay mag niet verbonden zijn met circuits met een belasting van meer dan 5 A bij 36 V⎓ en 13 A bij 230 V~.
Zo installeert u Relay:
- Als u Relay op een DIN-rail installeert, monteer dan eerst DIN Holder erop.
- Schakel de stroomtoevoer naar de kabel uit waarop Relay wordt aangesloten.
- Sluit de “+” en “–” aan op het klemmenblok van de voeding van Relay.
- Sluit de aansluitingen van Relay aan om het apparaat te verbinden met het circuit. We raden aan om kabels te gebruiken met een dwarsdoorsnede van 0,75–1,5 mm² (22–14 AWG).
- Leid de antenne uit het apparaat wanneer u het apparaat in een verdeelkast installeert. Hoe groter de afstand tussen de antenne en metalen onderdelen, hoe kleiner het risico op verstoring van het radiosignaal.
- Plaats het relais in DIN Holder. Als het relais niet op de DIN-rail wordt gemonteerd, raden we aan om het apparaat, indien mogelijk, met dubbelzijdig tape vast te zetten.
- Maak de kabels indien nodig vast.
Kort de antenne niet in. De lengte is optimaal voor gebruik binnen het bereik van de Jeweller-radiofrequentie.
Voer na het installeren en verbinden van het relais de Jeweller-signaalsterktetest uit en test ook de algehele werking van het relais: hoe deze reageert op opdrachten en of het de voeding van de apparaten beheert.
Verbinding
Voordat u verbinding maakt met het apparaat
- Installeer de Ajax-app. Log in bij uw account of creëer een nieuw account als u er nog geen heeft.
- Voeg in de app een hub toe die compatibel is, stel de benodigde instellingen in en maak minstens één virtuele ruimte.
- Zorg dat de hub aanstaat en toegang heeft tot het internet via een ethernetkabel, wifi en/of een mobiel netwerk. U kunt dit doen in de Ajax-app of door de led-indicatie van de hub te controleren. Het logo moet wit of groen oplichten.
- Controleer of de hub is uitgeschakeld en niet wordt bijgewerkt door de status te controleren in de Ajax-app.
Alleen een gebruiker of een PRO met beheerdersrechten kan het relais verbinden met de hub.
Als u Relay wilt koppelen met de hub
- Sluit Relay aan op een voedingscircuit van 7–24 V⎓ als u dit nog niet gedaan had.
- Log in bij de Ajax-app.
- Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de PRO-app gebruikt.
- Ga naar het menu Apparaten en druk op Apparaat toevoegen.
- Geef het apparaat een naam, selecteer een ruimte, scan de QR-code (staat op de behuizing van het relais en op de verpakking) of voer het apparaat-ID in.
- Klik op Toevoegen. Het aftellen begint.
- Druk op de functieknop van Relay.
Om het relais te kunnen verbinden, moet het binnen het radiobereik van de hub vallen. Als de verbinding wordt verbroken, probeer het dan binnen 5 seconden nog eens.
Als het maximum aantal apparaten aan de hub is toegevoegd, krijgt u, wanneer u het relais probeert toe te voegen, een melding over het overschrijden van de apparaatlimiet in de Ajax-app. Het maximum aantal apparaten verbonden met de hub hangt af van het model.
Relay werkt met één hub. Wanneer het wordt verbonden met een nieuwe hub, verzendt het geen notificaties meer naar de vorige. Zodra het is toegevoegd aan een nieuwe hub, wordt Relay niet verwijderd van de apparatenlijst van de oude hub. Dit moet u doen in de Ajax-app.
Na het koppelen met de hub en het verwijderen van de hub, zijn de relaiscontacten open.
Storingsteller
Als er een storing wordt gedetecteerd in Relay (bv. geen signaal van Jeweller tussen de hub en het relais), geeft de Ajax-app een storingsteller weer in de linkerbovenhoek van het pictogram van het apparaat.
Storingen worden weergegeven bij de Statussen van het relais. Velden met storingen worden rood gemarkeerd.
Een storing wordt weergegeven als:
- Temperatuurbeveiliging geactiveerd is.
- Spanningsbeveiliging geactiveerd is.
- Er is geen verbinding tussen Relay en de hub (of de radiosignaalversterker).
Pictogram
De pictogrammen geven een aantal van de Relay-statussen weer. U kunt ze in de Ajax-app inzien via het tabblad Apparaten .
Pictogram | Betekenis |
Signaalsterkte van Jeweller tussen Relay en de hub of de radiosignaalversterker. De aanbevolen waarde is 2–3 streepjes. |
|
THet apparaat is verbonden via een radiosignaalversterker. Het veld wordt niet weergegeven als Relay rechtstreeks met de hub werkt. | |
Spanningsbeveiliging is geactiveerd. |
|
Temperatuurbeveiliging is geactiveerd. |
|
Het apparaat is niet overgezet naar de nieuwe hub. |
Statussen
Het statusscherm bevat informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters. De statussen van Relay zijn beschikbaar in de Ajax-app. Voor toegang:
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer Relay uit de lijst.
Parameter | Betekenis |
Signaalsterkte van Jeweller |
De Jeweller-signaalsterkte tussen de hub / signaalversterker en het apparaat. Aanbevolen waarden: 2–3 streepjes. Jeweller is een protocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmen. |
Verbinding via Jeweller | De verbindingsstatus van Jeweller tussen de hub / signaalversterker en het apparaat:
|
ReX | Geeft de status weer van de verbinding tussen het apparaat en de radiosignaalversterker:
Het veld wordt weergegeven als het apparaat wordt bediend via de radiosignaalversterker. |
Actief | De status van het relais:
Het veld wordt weergegeven als Relay in de bistabiele modus werkt. |
Spanning |
De huidige spanningswaarde bij de ingang van Relay. De frequentie van het bijwerken van de waarden is afhankelijk van de instellingen van Jeweller. De standaardwaarde is 36 seconden. De spanningswaarden worden weergegeven in stappen van 0,1 V. |
Deactivering | Toont de status van de permanente deactiveringfunctie van het apparaat:
|
Firmware | Firmwareversie van de detector. |
Apparaat-ID | Identificatiecode van het apparaat. Ook beschikbaar via de QR-code op de behuizing van de detector en op de verpakking. |
Apparaatnr. | Nummer van de Relayloop (zone). |
Instellingen
Zo past u de instellingen van Relay aan in de Ajax-app:
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer Relay uit de lijst.
- Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram te klikken.
- Stel de vereiste parameters in.
- Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Instellingen | Betekenis |
Naam |
Naam van het apparaat. Dit wordt weergegeven in meldingen in de eventlog, de lijst van hub-apparaten en in sms-berichten. Klik op het potloodpictogram om de naam van het apparaat te veranderen. De naam mag maximaal uit 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan. |
Ruimte |
De virtuele ruimte voor Relay selecteren. De naam van de ruimte wordt weergegeven in sms-berichten en meldingen in de eventlog. |
Meldingen | De meldingen voor het relais:
De instelling is beschikbaar wanneer Relay is verbonden met alle hubs (behalve het Hub-model) met firmwareversie OS Malevich 2.15 of hoger en in apps met de volgende versies of nieuwer:
|
Relay Modus | De bedrijfsmodus van Relay selecteren:
|
Pulstijd |
De pulsduur selecteren: 0,5 tot 255 seconden. Deze instelling is beschikbaar wanneer Relay in de pulsmodus staat. |
Contactstatus | Selecteer de normale status van de relaiscontacten:
|
Scenario’s |
Opent het menu om scenario’s te maken en configureren. Scenario’s bieden een gloednieuw beschermingsniveau van eigendommen. Hiermee waarschuwt het beveiligingssysteem niet alleen voor een dreiging, maar biedt het er ook actief weerstand tegen. Gebruik scenario’s om de beveiliging te automatiseren. Bijvoorbeeld het inschakelen van verlichting in het gebouw als een openingsdetector alarm slaat. |
Jeweller-signaalsterktetest |
Schakelt het relais naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller. Door de test kan de Jeweller-signaalsterkte en de stabiliteit van de verbinding tussen een hub of een signaalversterker en een relais gecontroleerd worden. Op die manier kan de beste installatieplaats voor het apparaat gekozen worden. |
Gebruikershandleiding | Opent de gebruikershandleiding van Relay in de Ajax-app. |
Deactivering |
Hiermee kan de gebruiker het apparaat uitschakelen zonder het uit het systeem te verwijderen. Er zijn twee opties beschikbaar:
Na deactivatie behoudt Relay de vorige status: actief of inactief. |
Apparaat ontkoppelen | Verwijder Relay uit een hub en verwijder de instellingen. |
Indicatie
De led-indicatie van Relay knippert regelmatig als het apparaat niet is toegevoegd aan de hub. Als u op de functieknop van Relay drukt, licht de led-indicatie groen op.
Testen van de functionaliteit
De functionaliteitstesten van Relay beginnen niet onmiddellijk, maar niet later dan na een enkele polling-interval van het apparaat (standaard 36 seconden volgens de instellingen van Jeweller of Jeweller Fibra). U kunt de polling-interval van het apparaat aanpassen via het menu van Jeweller of Jeweller Fibra in de hub-instellingen.
Zo voert u een test uit in een Ajax-app:
- Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de PRO-app gebruikt.
- Ga naar het tabblad Apparaten .
- Selecteer Relay.
- Ga naar Instellingen.
- Selecteer en voer de Jeweller-signaalsterktetest uit.
Onderhoud
Het apparaat heeft geen technisch onderhoud nodig.
Technical specifications
Bij gebruik van inductieve of capacitieve belasting daalt de maximale schakelstroom tot 3 A bij 24 V⎓ en tot 8 A bij 230 V~.
Volledige set
- Relay.
- Dubbelzijdige tape.
- Snelstartgids.
Garantie
De garantie voor de producten van Limited Liability Company “Ajax Systems Manufacturing” loopt tot 2 jaar na de aankoop.
Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de technische ondersteuning van Ajax. In de meeste gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.
Contact opnemen met de technische ondersteuning: