Gebruikershandleiding van DoorProtect S Jeweller

Binnenkort: Superior DoorProtect Jeweller

Bijgewerkt op

DoorProtect S Jeweller is draadloze openingsdetector voor ramen en deuren, ontworpen voor gebruik binnenshuis. Het apparaat werkt tot maximaal 7 jaar op een voorgeïnstalleerde batterij. DoorProtect S heeft een contact voor het aansluiten van een bekabelde detector van derden.

Het werkzame onderdeel van DoorProtect S is een reedrelais met een verzegeld contact. Het bestaat uit ferromagnetische contacten die in een bol zijn geplaatst en die onder invloed van een permanente magneet een ononderbroken circuit vormen.

DoorProtect S communiceert met een hub via het beveiligde radioprotocol van Jeweller om alarmen en gebeurtenissen te verzenden. Het communicatiebereik in een open ruimte is maximaal 1.200 meter.

Deze productlijn is ontwikkeld voor projectgebruik. Alleen geaccrediteerde Ajax Systems-partners mogen de Superior-producten verkopen, installeren, en beheren.

De productlijnen Superior, Fibra en Baseline zijn onderling compatibel. Dit opent talloze mogelijkheden voor het bouwen van systemen van vrijwel elke configuratie..

Functionele elementen

  1. DoorProtect S Jeweller-openingsdetector.
  2. Grote magneet. Werkt op een afstand tot maximaal 2 cm van de detector.
  3. Kleine magneet. Werkt op een afstand tot maximaal 1 cm van de detector.
  4. Led-indicator.
  5. SmartBracket-montagepaneel. Schuif het paneel naar beneden om het te verwijderen.
  6. Geperforeerd deel van het montagepaneel. Breek het niet af. Noodzakelijk voor activering van een sabotagebeveiliging bij pogingen om de detector van het oppervlak los te maken.
  7. Connector voor een bekabelde detector van derden met een normaal gesloten (NC) contacttype.
  8. QR-code met de apparaat-ID. Deze wordt gebruikt om de detector toe te voegen aan het Ajax-systeem.
  9. Apparaatschakelaar.
  10. Knop voor sabotagebeveiliging. Wordt geactiveerd bij een poging om de detector van het oppervlak los te halen of van het montagepaneel te verwijderen.
  11. Bevestigingsschroef.

Compatibele hubs en signaalversterkers

Een compatibele Ajax-hub met de firmware OS Malevich 2.16 en hoger is vereist voor het juist werken van de detector.

Werkingsprincipe

DoorProtect S bestaat uit twee delen: de detector met een reedrelais met een verzegeld contact en de permanente magneet. Bevestig de detector aan de deurpost, terwijl de magneet aan een beweegbaar deel van de deur bevestigd kan worden. Als het reedrelais met verzegelde contact zich binnen het bereik van het magnetische veld bevindt, sluit deze het circuit, wat betekent dat de detector is gesloten. Het openen van de deur duwt de magneet weg van het reedrelais met het verzegelde contact en opent daardoor het circuit. Hierdoor herkent de detector het openen.

De magneet kan aan de beide zijden van de detector worden geplaatst. DoorProtect S werkt slechts met één magneet aan één kant. Als magneten aan beide zijden zijn bevestigd, kan de detector het openen niet correct detecteren.

Een kleine magneet werkt op een afstand van 1 cm, en de grote op maximaal 2 cm.

Na activering zendt DoorProtect S onmiddellijk het alarmsignaal naar de hub, waardoor de sirenes worden geactiveerd en de gebruiker en het beveiligingsbedrijf op de hoogte worden gebracht.

Gegevensoverdrachtsprotocol van Jeweller

Jeweller is een draadloos tweerichtingsprotocol voor gegevensoverdracht dat voor een snelle en betrouwbare communicatie tussen hubs en apparaten zorgt. De detector maakt gebruik van Jeweller om alarmmeldingen en gebeurtenissen te versturen.

Gebeurtenissen verzenden naar de meldkamer

Het Ajax-systeem kan alarmmeldingen niet alleen naar de PRO Desktop-bewakingsapp versturen, maar ook naar de meldkamer (CMS) in bestandsformaten van SurGard (Contact ID), SIA (DC-09), ADEMCO 685 en andere protocollen.

DoorProtect S kan de volgende gebeurtenissen verzenden:

  1. Sabotagealarm. Herstel van sabotagebeveiliging.
  2. Alarm van detectoren.
  3. Alarm/herstel van een met DoorProtect S verbonden bekabelde detector van derden.
  4. Verlies van de verbinding met de hub (of de radiosignaalversterker). Herstel van verbinding.
  5. Permanente deactivering en activering van de detector.
  6. Eenmalige deactivering en activering van de detector.

Wanneer een alarmmelding wordt ontvangen, weet de operator van de meldkamer van het beveiligingsbedrijf wat er is gebeurd en waar het responsteam precies naartoe moet worden gestuurd. Dankzij de adresseerbaarheid van de Ajax-apparaten kunnen gebeurtenissen verzonden worden naar PRO Desktop of de meldkamer met informatie over het type apparaat, de naam, beveiligingsgroep, en virtuele ruimte. Let op: de lijst met verzonden parameters kan verschillend zijn, afhankelijk van het type meldkamersoftware en het geselecteerde protocol voor communicatie met de meldkamer.

Het apparaat-ID en het loopnummer (zone) kunnen worden gevonden in ds apparaatstatussen van de Ajax-app.

Aan het systeem toevoegen

DoorProtect S is niet compatibel met Hub, beveiligingscentrales van derden, en ocBridge Plus en uartBridge integratiemodules.

Om DoorProtect S op de hub aan te sluiten, moet de detector zich in hetzelfde beveiligde gebouw bevinden als het systeem (binnen het bereik van het radionetwerk van de hub). Om de detector te laten werken via de ReX– of ReX 2-radiosignaalversterker, moet u de detector eerst toevoegen aan de hub en vervolgens verbinden met ReX of ReX 2 in de instellingen van de signaalversterker.

De hub en het apparaat dat op verschillende radiofrequenties werkt, zijn niet compatibel. Het radiofrequentiebereik van het apparaat kan per regio verschillen. We raden aan om Ajax-apparaten in dezelfde regio te kopen en gebruiken. U kunt het bereik van de radiofrequenties controleren via de technische ondersteuning.

Voordat u een apparaat toevoegt

  1. Installeer de Ajax PRO-app.
  2. Log in op een PRO-account of maak een nieuwe aan.
  3. Selecteer een space of maak een nieuwe aan.

    Space is beschikbaar voor apps met deze versies of nieuwer:

    • Ajax Security System 3.0 voor iOS;
    • Ajax Security System 3.0 voor Android;
    • Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor iOS;
    • Ajax PRO: Tool for Engineers 2.0 voor Android;
    • Ajax PRO Desktop 4.0 voor macOS;
    • Ajax PRO Desktop 4.0 voor Windows.
  4. Voeg minstens één virtuele ruimte toe.
  5. Voeg een compatibele hub toe aan de space. Zorg dat de hub aanstaat en toegang heeft tot het internet via een ethernetkabel, wifi, en/of een mobiel netwerk.
  6. Zorg ervoor dat de space is uitgeschakeld en de hub niet begint met updaten door de status in de Ajax-app te controleren.

Deze productlijn is ontwikkeld voor projectgebruik. Alleen geaccrediteerde Ajax Systems-partners mogen de Superior-producten aanschaffen, installeren, en beheren.

Verbinding maken met de hub

  1. Open de Ajax PRO-app. Selecteer de hub waaraan u het apparaat wilt toevoegen.
  2. Ga naar het menu Apparaten en druk op Apparaat toevoegen.
  3. Geef het apparaat een naam, scan of toets de QR-code in (deze vindt u op het apparaat en de verpakkingsdoos), selecteer een ruimte en een groep (als de groepsmodus is ingeschakeld).
  4. Druk op Toevoegen.
  5. Schakel het apparaat in.

Als de verbinding mislukt, zet dan de detector uit en probeer het na 5 seconden opnieuw. Let op: als het maximum aantal apparaten wat toegevoegd kan worden aan de hub is bereikt (afhankelijk van het model van de hub), ontvangt u een melding wanneer u een nieuwe wilt toevoegen.

De detector die verbonden is met de hub verschijnt in de app in de lijst met hub-apparaten. Het bijwerken van de statussen van de apparaten in de lijst hangt af van de instellingen van Jeweller of Jeweller/Fibra. De standaardwaarde is 36 seconden.

DoorProtect S werkt met één hub. Als de detector is verbonden met een nieuwe hub, stopt de detector met het verzenden van opdrachten naar de oude hub. Als u een detector aan een nieuwe hub toevoegt, wordt deze niet verwijderd uit de apparatenlijst van de oude hub. Dit moet gedaan worden via de Ajax-app.

Storingen

Wanneer een storing wordt gedetecteerd, geeft de Ajax-app een storingsteller weer op het apparaatpictogram. Alle storingen worden weergegeven in de statussen van de detector. Velden met storingen worden rood gemarkeerd.

Een storing wordt weergegeven als:

  • De temperatuur van de detector buiten de aanvaardbare grenzen valt.
  • De behuizing van de detector open is (sabotagebeveiliging is geactiveerd).
  • Er geen verbinding met de hub of de radiosignaalversterker is via Jeweller.
  • De batterij van het apparaat bijna leeg is.

Pictogrammen

De pictogrammen geven enkele statussen van de detector weer. Om ze te openen:

  1. Log in bij de Ajax-app..
  2. Selecteer de hub.
  3. Ga naar het tabblad Apparaten .
Pictogram Betekenis

Jeweller-signaalsterkte. Geeft de signaalsterkte tussen de hub en de detector weer. De aanbevolen waarde is 2-3 streepjes.

Meer informatie

Het niveau van de batterijlading van de detector.

Meer informatie

De detector heeft een storing. De lijst met storingen is beschikbaar in de statussen van de detector.

Meer informatie

Wordt weergegeven wanneer de detector via een radiosignaalversterker werkt.

De detector werkt in de modus Altijd actief.

Meer informatie

Vertraging bij binnenkomst en/of Vertraging bij vertrek is ingeschakeld.

Meer informatie

De detector is permanent gedeactiveerd.

Meer informatie

De detector heeft de sabotagealarmen permanent gedeactiveerd.

Meer informatie

De detector is gedeactiveerd tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld.

Meer informatie

De detector heeft de sabotagealarmen gedeactiveerd tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld.

Meer informatie

Het apparaat is niet overgezet naar de nieuwe hub.

Meer informatie

Statussen

Bij de statussen vindt u informatie over het apparaat en de bedrijfsparameters. De statussen van DoorProtect S zijn te vinden in de Ajax-app:

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Selecteer DoorProtect S in de lijst.
Parameter Waarde
Storing

Als u op klikt, wordt de lijst met alle storingen van de detector geopend.

Het veld wordt alleen weergegeven als er een storing is gedetecteerd.

Temperatuur

Temperatuur van de detector. De toegestane afwijking tussen de waarde in de app en de temperatuur op de plaats van de installatie: 2 °C.

De waarde wordt bijgewerkt zodra het apparaat een temperatuurwijziging van minstens 1 °C signaleert.

U kunt een scenario op basis van temperatuur configureren om zo automatiseringsapparaten te besturen.

Meer informatie

Jeweller-signaalsterkte

Signaalsterkte tussen de detector en hub (of de signaalversterker) via het Jeweller-kanaal. De aanbevolen waarde is 2-3 streepjes.

Jeweller is een protocol voor het verzenden van gebeurtenissen en alarmen van DoorProtect S.

Verbinding via Jeweller Verbindingsstatus op het Jeweller-kanaal tussen de detector en de hub (of de signaalversterker):

  • Online — de detector is verbonden met de hub of de signaalversterker.
  • Offline — de detector is niet verbonden met de hub of de signaalversterker. Controleer de verbinding van de detector.
Naam van de ReX-signaalversterker

Verbindingsstatus van de radiosignaalversterker.

Wordt weergegeven wanneer de detector via een radiosignaalversterker werkt

Batterijlading

Batterijniveau van het apparaat. Weergegeven als een percentage.

Zo wordt de batterijlading in de Ajax-apps weergegeven

Deksel De status van de sabotagebeveiliging op de detector die reageert op het openen of losmaken van de behuizing van het apparaat:

  • Open — De detector is verwijderd uit de SmartBracket of de integriteit ervan is aangetast. Controleer het apparaat.
  • Gesloten — De detector is geïnstalleerd op het SmartBracket-montagepaneel. De integriteit van de behuizing van het apparaat en het montagepaneel is niet aangetast. Normale status.

Meer informatie

Primaire detector Status van de openingssensor van de detector:

  • Uitgeschakeld — primair contact is uitgeschakeld.
  • Open — primair contact is open.
  • Gesloten —primair contact is gesloten.
Extern contact Status van de externe detectorverbinding met DoorProtect S:

  • Uitgeschakeld — het externe contact is uitgeschakeld (de optie is uitgeschakeld in de app).
  • Open — het externe contact is aangesloten en staat open.
  • Gesloten — het externe contact is aangesloten en staat in de gesloten stand.
Altijd actief

Als de optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en meldt het alarmen.

Meer informatie

Permanente deactivering Toont de status van de tijdelijke uitschakelfunctie van het apparaat:

  • Nee — het apparaat werkt normaal en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Alleen het deksel — de beheerder van de hub heeft de meldingen over de activatie van de behuizing van het apparaat uitgeschakeld.
  • Volledig — het apparaat is door de beheerder van de hub volledig uitgesloten van de werking van het systeem. Het apparaat volgt geen systeemopdrachten en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.
  • Op aantal alarmen — het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het aantal alarmen wordt overschreden (gespecificeerd in de instellingen voor de Automatische uitschakeling van apparaten). De functie wordt geconfigureerd in de Ajax PRO-app.
  • Op timer — het apparaat wordt automatisch door het systeem uitgeschakeld wanneer de hersteltimer afloopt (gespecificeerd in de instellingen voor Automatische deactivatie apparaten). De functie wordt geconfigureerd in de Ajax PRO-app.

Meer informatie

Eenmalige deactivering Geeft de status van de eenmalige deactiveringsfunctie van het apparaat weer:

  • Nee — het apparaat werkt in de normale modus.
  • Alleen deksel — meldingen van de sabotagebeveiliging zijn uitgeschakeld tot de eerste uitschakeling.
  • Volledig — de detector is uitgesloten van de werking van het systeem tot de eerste uitschakeling. Het apparaat voert geen systeemopdrachten uit en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.

Meer informatie

Alarm reactie
Bedrijfsmodus Geeft weer hoe de detector reageert op alarmen:

  • Direct Alarm — de ingeschakelde detector reageert onmiddellijk op een bedreiging en slaat alarm.
  • Ingang/uitgang — wanneer een vertraging is ingesteld, start het ingeschakelde apparaat het aftellen en gaat het alarm pas af als het aftellen is afgelopen.
  • Follower — de detector neem de vertragingen van in-/uitloopdetectoren over. Wanneer de Follower echter individueel wordt getriggerd, slaat deze onmiddellijk alarm.
Vertraging bij binnenkomst, sec

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt.

Meer informatie

Vertraging bij vertrek, sec

Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Inschakelen bij deelinschakeling Als deze optie ingeschakeld is, wordt de ingeschakelde modus van de detector geactiveerd als het systeem ingesteld is op Deelinschakeling.
Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec

Vertraging bij binnenkomst in modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec

Vertraging bij vertrek in modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Firmware Firmwareversie van de detector.
ID Detector-ID. Ook beschikbaar via de QR-code op de behuizing van de detector en de verpakking.
Apparaat nr. Nummer van de apparaatloop (zone).

Instellingen

Zo past u de instellingen van de detector aan in de Ajax-app:

  1. Ga naar het tabblad Apparaten .
  2. Selecteer DoorProtect S in de lijst.
  3. Ga naar Instellingen door op het tandwielpictogram te klikken.
  4. Stel de vereiste parameters in.
  5. Klik op Terug om de nieuwe instellingen op te slaan.
Betekenis Waarde
Naam

Naam van de detector. Wordt weergegeven in de lijst met hubapparaten, tekst van het sms-bericht en meldingen in het eventlog.

Als u de naam van de module wilt aanpassen, klikt u op het tekstveld.

De naam kan uit maximaal 12 cyrillische tekens of 24 Latijnse tekens bestaan.

Ruimte

De virtuele ruimte selecteren waaraan DoorProtect S is toegewezen.

De naam van de ruimte wordt weergegeven in de tekst van het sms-bericht en in de meldingen in de eventlog.

Led-indicatie van alarmen Als de optie uitgeschakeld is, geeft de led-indicatie van de detector geen melding over alarmen of activering van de antisabotageknop.
Primaire detector Indien ingeschakeld, reageert DoorProtect S op openen en sluiten.
Extern contact Indien ingeschakeld, registreert DoorProtect S alarmen van een erop aangesloten bekabelde detector van derden.
Altijd actief

Als de optie ingeschakeld is, staat de detector altijd in de ingeschakelde modus en meldt het alarmen.

Meer informatie

Waarschuwing met sirene als opening gedetecteerd wordt ndien ingeschakeld, worden de aan het systeem toegevoegde sirenes geactiveerd als er beweging wordt gedetecteerd.
Activeer de sirene als een extern contact geopend is Indien ingeschakeld, worden sirenes die zijn toegevoegd aan het systeem geactiveerd tijdens een alarm van een externe detector.
Belinstellingen

Opent de instellingen van Bel

Zo stelt u Bel in
Wat is Bel

Reactie op alarmen
Bedrijfsmodus Geeft weer hoe de detector reageert op alarmen:

  • Direct Alarm — de ingeschakelde detector reageert onmiddellijk op een bedreiging en slaat alarm.
  • Ingang/uitgang — wanneer een vertraging is ingesteld, start het ingeschakelde apparaat het aftellen en gaat het alarm pas af als het aftellen is afgelopen.
  • Follower — de detector neem de vertragingen van in-/uitloopdetectoren over. Wanneer de Follower echter individueel wordt getriggerd, slaat deze onmiddellijk alarm.
Vertraging bij binnenkomst, sec

Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt.

Meer informatie

Vertraging bij vertrek, sec

Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Inschakelen bij deelinschakeling

Als deze optie ingeschakeld is, wordt de ingeschakelde modus van de detector geactiveerd als het systeem ingesteld is op Deelinschakeling.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij binnenkomst, sec

Vertraging bij binnenkomst in modus Deelinschakeling. Vertraging bij binnenkomst (vertraging van alarmactivatie) is de tijd die de gebruiker heeft om het beveiligingssysteem uit te schakelen nadat hij het gebouw betreedt.

Meer informatie

Deelinschakeling vertraging bij vertrek, sec

Vertraging bij vertrek in modus Deelinschakeling. Vertraging bij vertrek (vertraging bij inschakelen) is de tijd die de gebruiker heeft om het gebouw te verlaten na het inschakelen.

Meer informatie

Jeweller-signaalsterktetest

Schakelt de detector naar de testmodus voor de signaalsterkte van Jeweller.

Meer informatie

Detectiezonetest

Schakelt de detector over naar de modus voor de detectiezonetest.

Meer informatie

Signaaldempingstest

Schakelt de detector over naar de modus voor de dempingstest.

Meer informatie

Gebruikershandleiding Opent de gebruikershandleiding voor DoorProtect S in de Ajax-app.
Permanente deactivering

Hiermee kan de gebruiker het apparaat uitschakelen zonder het uit het systeem te verwijderen.

Er zijn drie opties beschikbaar:

  • Nee — het apparaat werkt in de normale modus en verzendt alle gebeurtenissen.
  • Volledig — het apparaat zal geen systeemopdrachten uitvoeren of deelnemen aan automatiseringsscenario’s. Het systeem zal alarmen en andere meldingen van het apparaat negeren.
  • Alleen deksel — het systeem negeert de meldingen van de sabotagebeveiliging van de detector.

Meer informatie

Het systeem kan ook automatisch apparaten uitschakelen als het ingestelde aantal alarmen wordt overschreden of als de hersteltimer afloopt.

Meer informatie

Eenmalige deactivering

Hiermee kan de gebruiker gebeurtenissen van het apparaat uitschakelen tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld.

Er zijn drie opties beschikbaar:

  • Nee — het apparaat werkt in de normale modus.
  • Alleen deksel — meldingen van de sabotagebeveiliging zijn uitgeschakeld tot de eerste uitschakeling.
  • Volledig — de detector wordt volledig uitgesloten van de werking van het systeem tot de eerste keer dat het systeem wordt uitgeschakeld. Het apparaat voert geen systeemopdrachten uit en meldt geen alarmen of andere gebeurtenissen.

Meer informatie

Apparaat ontkoppelen Ontkoppelt de detector, koppelt deze los van de hub en verwijdert de instellingen.

Zo stelt u Bel in

Bel is een geluidssignaal dat de activatie van de openingsdetectoren aangeeft wanneer het systeem is uitgeschakeld. De functie wordt bijvoorbeeld gebruikt in winkels om het personeel te laten weten dat er iemand binnenkomt.

Bel wordt in twee fasen geconfigureerd: het instellen van de openingsdetectoren en daarna van de sirenes.

Indicatie

De led-indicator van DoorProtect S licht op wanneer de detector wordt geactiveerd, het kan ook informeren over andere statussen.

Indicatie Gebeurtenis Commentaar
Licht groen op voor ongeveer één seconde De detector inschakelen
Licht een paar seconden groen op Koppelt de detector met de hub
Licht 1 seconde groen op Een alarm in het geval van opening of sabotage Alarm wordt één keer binnen 5 seconden verzonden
Tijdens het alarm licht het langzaam groen op en gaat langzaam uit Batterij moet vervangen worden Hoe u de batterij van de detector kunt vervangen, staat beschreven in de handleiding voor het vervangen van de batterij

Testen van de functionaliteit

Het Ajax-systeem heeft diverse testen om de juiste installatieplaats voor het apparaat te selecteren. De testen beginnen niet meteen. De wachttijd overschrijdt echter niet de duur van de polling-interval tussen één hub en apparaat. De polling-interval kan worden gecontroleerd en geconfigureerd bij hub instellingen (HubInstellingen Jeweller of Jeweller/Fibra).

Zo voert u een test uit in de Ajax-app:

  1. Selecteer de vereiste hub.
  2. Ga naar het tabblad Apparaten .
  3. Selecteer DoorProtect S in de lijst.
  4. Ga naar Instellingen .
  5. Selecteer een test:
    1. Jeweller-signaalsterktetest
    2. Detectiezonetest
    3. Signaaldempingstest
  6. Voer de test uit.

Plaatsing van de detector

Het apparaat is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis.

Bij de keuze waar u DoorProtect S wilt installeren, moet u rekening houden met de parameters die de werking beïnvloeden:

  • Detectiezone. 
  • Jeweller-signaalsterkte.
  • Afstand tussen de detector en de hub of signaalversterker.
  • Aanwezigheid van obstakels die de doorgang van de radiofrequentie verhinderen: muren, plafonds tussen verdiepingen, grote voorwerpen in de ruimte.

Denk aan de aanbevelingen voor plaatsing bij het ontwikkelen van een project voor het beveiligingssysteem van de faciliteit. Het beveiligingssysteem moet ontworpen en geïnstalleerd worden door specialisten. Een lijst met erkende Ajax-partners is hier beschikbaar.

De detector wordt aan de buiten- of binnenkant van het deurkozijn geplaatst. Als u de detector op loodrechte vlakken installeert (bijv. in een deurkozijn), gebruik dan de kleine magneet. De afstand tussen de magneet en detector mag niet meer dan 1 cm zijn.

Als u delen van DoorProtect S op hetzelfde vlak plaatst, gebruik dan de grote magneet. De activeringsdrempel is 2 cm.

Bevestig de magneet aan het bewegende deel van de deur (raam). De detector mag, indien nodig, horizontaal geplaatst worden.

De magneet kan aan de rechter- of linkerkant van de detector worden bevestigd. DoorProtect S werkt slechts met één magneet aan één kant. Als magneten aan beide zijden zijn bevestigd, kan de detector het openen niet correct detecteren.

Werkingsafstanden van DoorProtect S*

Ten opzichte van de detector kan de magneet langs drie assen bewegen: X (X1), Y, of Z. Dit hangt af van de installatieplaats van de DoorProtect Fibra. Bijvoorbeeld:

  • X-as (of X1): op het rolluik.
  • Y-as: op de schuifdeur.
  • Z-as: op het raam.
As Grote magneet op niet-ferromagnetische oppervlakken (bijv. houten deuren) Grote magneet op ferromagnetische oppervlakken (bijv. metalen deuren)
Verwijdering, mm Benadering, mm Verwijdering, mm Benadering, mm
X 18 9 25 2
X1 17 12 19 12
Y 13 5 10 2
Z 22 11 15 5

* — Alle waarden zijn lager voor de kleine magneet.

Signaalsterkte

De Jeweller- en Wings-signaalsterkte wordt bepaald door het aantal niet-geleverde of beschadigde datapakketten in een bepaalde periode. Het pictogram in het tabblad Apparaten geeft de signaalsterkte aan:

  • Drie streepjes — uitstekende signaalsterkte.
  • Twee streepjes — goede signaalsterkte.
  • Eén streepje — lage signaalsterkte, een stabiele werking wordt niet gegarandeerd.
  • Doorgestreept pictogram — geen signaal.

Controleer de signaalsterkte van Jeweller voordat u deze permanent installeert. Bij een signaalsterkte van één of nul streepjes kunnen wij geen stabiele werking van het beveiligingssysteem garanderen. Overweeg om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalsterkte aanzienlijk kan verbeteren. Als de signaalsterkte nog steeds slecht of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.

Detectiezone

Houd rekening met het werkingsgebied van de magneet bij het kiezen van de installatieplaats. Kleinere magneten werken op een afstand tot 1 cm van het reedrelais en de grotere magneten op een afstand tot 2 cm.

Voer bij het installeren van de detector de Detectiezonetest uit. Hiermee kunt u het functioneren van het apparaat controleren en nauwkeurig bepalen in welke sector de detector reageert op beweging.

Installeer de detector niet

  1. Buitenshuis. Dit kan leiden tot valse alarmen en detectorstoringen.
  2. Binnen metalen constructies. Dit kan leiden tot het verlies van het radiosignaal.
  3. In de buurt van spiegels. Dit kan leiden tot het verstoren of afschermen van het signaal.
  4. In gebouwen met een temperatuur en vochtigheidsgraad buiten de toegestane grenzen. Dit kan leiden tot schade aan de detector.
  5. Dichter dan 1 meter van de hub of radiosignaalversterker. Dit kan leiden tot een verlies van communicatie met de detector.
  6. Op een plaats met een laag signaalniveau. Dit kan leiden tot verbindingsverlies met de hub.

Installatie

Zorg, voordat u DoorProtect S installeert, dat u de optimale locatie heeft gekozen en dat deze voldoet aan de eisen van deze handleiding.

De montage van een detector:

  1. Verwijder het SmartBracket-montagepaneel van de detector door het omlaag te schuiven. Draai eerst de bevestigingsschroef los.
  2. Bevestig het SmartBracket-paneel met dubbelzijdige tape op de geselecteerde installatieplek.

    Dubbelzijdige tape kan alleen gebruikt worden voor tijdelijke installatie. Als het apparaat met dubbelzijdige tape is bevestigd, kan het op elk moment loskomen van het oppervlak en vallen. Zolang het apparaat vastgeplakt is, zal de sabotagebeveiliging niet worden geactiveerd wanneer het apparaat wordt losgemaakt van het oppervlak.

  3. Plaats de detector op SmartBracket. De led-indicator van het apparaat zal knipperen. Dit signaal geeft aan dat de sabotagebeveiliging van de detector gesloten is.

    Als de led-indicator tijdens het installatie op SmartBracket niet oplicht, controleer dan de sabotagestatus in de Ajax-app, of deze wel goed is vastgezet en of deze wel stevig is gemonteerd aan het paneel.

  4. Bevestig de magneet op het oppervlak met dubbelzijdige tape.
  5. Voer de Jeweller-signaalsterktetest uit. De aanbevolen signaalsterkte is twee of drie streepjes. Als de signaalsterkte laag is (één streepje of minder), kunnen we geen stabiele werking van het apparaat garanderen. Overweeg om het apparaat minstens 20 cm te verplaatsen zodat de signaalsterkte aanzienlijk kan verbeteren. Als de signaalsterkte nog steeds laag of instabiel blijft na het verplaatsen, gebruik dan een radiosignaalversterker.
  6. Voer de detectiezonetest uit:. Open en sluit het raam of de deur waar het apparaat is geïnstalleerd meerdere keren om de werking van de detector te controleren. Houd de reactie van het ledlampje in de gaten: die moet elke keer knipperen als de deur of het raam wordt geopend of gesloten. Als de detector in 5 van de 5 gevallen tijdens de test niet reageert, probeer dan de installatielocatie of -methode te wijzigen. De magneet is mogelijk te ver van de detector verwijderd.
  7. Voer een signaaldempingstest uit. Tijdens de test wordt de signaalsterkte kunstmatig verminderd en verhoogd om verschillende omstandigheden op de installatielocatie te simuleren. Als de installatielocatie correct gekozen is, heeft de detector een stabiele signaalsterkte van 2 – 3 streepjes.
  8. Als de tests succesvol zijn, bevestig dan de detector en magneet met de meegeleverde schroeven. Gebruik alle bevestigingspunten.
    1. Om de detector te monteren: verwijder deze van het SmartBracket-montagepaneel. Bevestig vervolgens het SmartBracket-paneel met de meegeleverde schroeven. Installeer de detector op het paneel.
    2. Om de grote magneet te monteren: verwijder deze van het SmartBracket-montagepaneel.

      Bevestig vervolgens het SmartBracket-paneel met de meegeleverde schroeven. Installeer de magneet op het paneel.

    3. Om een kleine magneet te monteren: demonteert u de behuizing door de achterkant naar boven te wippen met een plat voorwerp. Gebruik hiervoor een platte schroevendraaier. Monteer het deel met de magneten aan het oppervlak. Gebruik hiervoor de meegeleverde schroeven. Installeer daarna het voorpaneel op zijn plaats.

  9. Draai de bevestigingsschroef aan de onderkant van de behuizing van de detector en de magneet vast. Dit is nodig voor een goede bevestiging en zodat de detector en de magneet niet snel verwijderd kunnen worden van het paneel.

Indien u gebruik maakt van een elektrische schroeftol, stel de snelheid dan in op de laagste stand om het SmartBracket-montagepaneel tijdens de installatie niet te beschadigen. Als u andere bevestigingsmiddelen gebruikt, let er dan op dat deze het paneel niet beschadigen of vervormen. Om de detector of magneet gemakkelijker te monteren, kunt u de schroefgaten voorboren terwijl het paneel nog vastzit met dubbelzijdige tape.

Verbind een bekabelde detector van derden

Een bedrade detector met een NC-contacttype (normaal gesloten) kan met behulp van de ingebouwde aansluitklem op DoorProtect S worden aangesloten.

DoorProtect S voedt de detector van derden niet. De detector moet apart worden aangesloten. Voor informatie over het type en de invoerspanning van de detector van derden kunt u de documentatie van het apparaat raadplegen of contact opnemen met de technische ondersteuningsdienst van de fabrikant.

Installeer de detector van derden op maximaal 1 meter afstand van DoorProtect S. Als de kabel langer wordt, verslechterd de kwaliteit van de communicatie tussen de apparaten.

Zo verbindt u de detector van derden:

  1. Verwijder de detector van het montagepaneel als die al geïnstalleerd is.
  2. Haal voorzichtig de stekkers uit de behuizing van de detector voor de uitvoer van de bekabeling.
  3. Leid de kabel van de bekabelde detector van derden door de behuizing de DoorProtect S.
  4. Sluit de bekabelde detector aan op de DoorProtect S-aansluitklemmen.
  5. Schakel in de instellingen van DoorProtect S de optie Extern contact in.
  6. Controleer de werking van de aangesloten bekabelde detector. Als de externe detector is geactiveerd, ontvangt u een melding.

Onderhoud

Controleer regelmatig de werking van de detector. De optimale testfrequentie is elke drie maanden. Verwijder stof, spinnenwebben en ander vuil van de behuizing van het apparaat. Gebruik een zachte, droge doek die geschikt is voor het onderhoud van de apparatuur.

Gebruik geen middelen die alcohol, aceton, benzine, of andere actieve oplosmiddelen bevatten om de detector te reinigen.

DoorProtect S werkt tot maximaal 7 jaar op de meegeleverde batterijen bij 10 openingen/sluitingen per dag op de een polling-interval van 60 seconden (instellingen voor Jeweller of Jeweller/Fibra). Als u de polling-interval instelt op 12 seconden, wordt de levensduur van de batterij verkort tot 2 jaar.

Het beveiligingssysteem stuurt op tijd waarschuwing over het vervangen van de batterijen. Bij een alarm, zal de led langzaam groen oplichten en uitgaan.

Garantie

De garantie op de producten van de Limited Liability Company, “Ajax Systems Manufacturing”, is 2 jaar geldig na aankoop.

Als het apparaat niet goed werkt, neem dan eerst contact op met de technische ondersteuning van Ajax. In de meeste de gevallen kunnen technische problemen op afstand worden opgelost.

Contact opnemen met de technische ondersteuning:

Gefabriceerd door “AS Manufacturing” LLC

Hulp nodig?

In dit onderdeel zijn gedetailleerde handleidingen en educatieve video's te vinden over alle Ajax-functies. Bovendien zijn we 24/7 beschikbaar voor wanneer u een technisch specialist nodig hebt.

Spelling error report

The following text will be sent to our editors: