Met een Ajax-systeem kan de functionaliteit van de branddetectoren worden getest. Alle FireProtect 2-detectoren bieden zelftests om voortdurend te controleren op storingen, een laag batterijniveau en EOL-signalen. Er zijn twee zelftesten: Een is geautomatiseerd en de andere kan door een gebruiker of installateur worden uitgevoerd, zelfs op afstand. We raden alle gebruikers aan om regelmatig de zelftest van het apparaat uit te voeren in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften.
Wat de zelftests controleren
Zelftest van het systeem (eens per 12 uur) | Zelftest van het apparaat (de test wordt uitgevoerd met de Ajax-apps of door op de test-/dempingsknop op de detector te drukken) | |
Sensoren: rook, koolmonoxide, hitte. | + | + |
Geluid: zoemer. | + | + |
Voeding: batterijniveau. | + | + |
Deksel: sabotagebeveiliging. | + | + |
Zo werkt het
Een Ajax-systeem test de functionaliteit van FireProtect 2 op twee manieren: automatisch tijdens de normale werking van het apparaat en wanneer de zelftest van het apparaat wordt uitgevoerd.
Zelftest van het systeem
Deze tests zijn nodig om de volgende storingen op te sporen:
- Er geen verbinding is met de hub of de radiosignaalversterker.
- De behuizing van de detector open is.
- Batterij bijna leeg is.
- De levensduur van het apparaat verstreken is.
- Er een storing in de hardware is (storing in één of meer sensoren van de detector).
Als een storing wordt gedetecteerd (FireProtect 2 heeft bijvoorbeeld een laag batterijniveau), wordt de storingsteller weergegeven in het apparaatveld in de Ajax-apps. Alle storingen worden weergegeven in de statussen van de detector. Velden met storingen worden rood gemarkeerd. De led- en geluidsindicaties van de detector informeren ook over de storing.
Het systeem waarschuwt wanneer de levensduur van de detector afloopt. Gebruikers ontvangen een melding waarin wordt aanbevolen om de detector te vervangen door een nieuwe om een veilige brandbeveiliging in het gebouw te garanderen.
Het apparaat meldt storingen aan de meldkamer en aan gebruikers via pushmeldingen en sms-berichten.
Zelftest van het apparaat
U kunt de test op twee manieren uitvoeren: door op de test-/dempingsknop van de detector te drukken en in de Ajax-apps. De tests voldoen aan EN 14604:2005/AC:2008, hiervoor is een test met het gebruik van spuitbussen niet vereist.
De FireProtect 2-detectoren negeren het testen met spuitbussen door deeltjes als damp te identificeren. Vermijd echter overmatig spuiten om mogelijke schade en valse storingsmeldingen te voorkomen.
De zelftest van het apparaat controleert of de functionele elementen van de detector goed werken:
- Sirene. De sirene van de detector wordt ingeschakeld, wat wordt aangegeven door een karakteristiek geluid (klik). De detector informeert over de stadia van de functionaliteitstest door middel van een geluidssignaal met een volume van maximaal 85 dB (op een afstand van 3 meter van het apparaat).
- Rookkamer. De blauwe en rode ledlampjes lichten op met een verhoogde helderheid. De fotodiodesensor detecteert activering op elk kanaal — blauwe en rode ledlampjes. De test simuleert echte activering en controleert op obstakels in het lichtpad en de functionaliteit van de ledlampjes en de fotodiodesensor. Een succesvolle test verifieert dat de rookkamer schoon is en dat de rookdetectie niet geblokkeerd wordt.
- Thermistoren. De hittesensoren worden automatisch getest tijdens de normale werking van het apparaat. De thermistoren worden extra gecontroleerd tijdens het testen van de functionaliteit.
- CO-sensor. Deze wordt getest op storingen met behulp van een zelfdiagnose.
De gevoeligheid van elke Ajax-detector wordt tijdens productie getest en gekalibreerd.
Naast het testen van de functionaliteit moet FireProtect 2 worden geïnspecteerd op mechanische obstakels. Controleer de gaten in de behuizing van de detector.
Zo voert u de zelftest van het apparaat uit
U kunt de test op twee manieren uitvoeren: met de Ajax-apps of door op de test-/dempingsknop op de detector te drukken.
Om de zelftest uit te voeren, moet u minstens 3 minuten wachten nadat u de detector heeft aangezet.
Als de detector zich in een alarmstatus bevindt, is de zelftest niet beschikbaar.
Om de test uit te voeren in de Ajax-app:
- Open de Ajax-app.
- Selecteer de gewenste hub als u er meerdere heeft of als u de Ajax PRO-app gebruikt.
- Ga naar het menu Apparaten .
- Selecteer FireProtect 2.
- Ga naar de instellingen door op het tandwieltpictogram te klikken.
- Klik op zelftest.
Om de test uit te voeren met de test-/dempingsknop, drukt u op het midden van het voorpaneel van de detector en houdt u de knop 1,5 seconden ingedrukt.
Het testen van de functionaliteit start niet direct, maar uiterlijk 30 seconden na het indrukken van de test-/dempingsknop of na het uitvoeren van de test met de Ajax-app.
Wanneer u de detector voor het eerst installeert of de installatielocatie wijzigt, moet u de Jeweller-signaalsterktetest uitvoeren. De test helpt bij het bepalen van de sterkte en stabiliteit van het signaal op de beoogde locatie van het apparaat.
Indicaties van het testproces
De led- en geluidsindicaties tijdens de test zijn afhankelijk van de versie van de detector.
Bij het testen van Heat/Smoke/CO, Heat/CO, of CO:
Na het starten van de test knippert het rode ledlampje vijf keer achter elkaar. Daarna, tijdens het testen van de CO-sensor, licht deze op en gaat hij nog drie keer uit, maar langzamer. Ondertussen geeft de sirene vijf geluidssignalen af. Echter, tijdens het testen van de CO-sensor klinken er drie langere signalen.
Als u Heat/Smoke of Heat test:
Na het starten van de test knippert het rode ledlampje vijf keer achter elkaar. Ondertussen geeft de sirene vijf geluidssignalen af.
Als er geen geluid- of led-indicatie optreedt tijdens het testen, mag de detector niet worden gebruikt. Neem dan contact op met onze technische ondersteuning.
De detector informeert ook over het testresultaat met geluids- en led-indicaties. Als er een storing wordt gedetecteerd, begint het apparaat 3 seconden na het begin van de test een storing aan te geven: het gele ledlampje knippert twee keer en de sirene geeft twee geluidssignalen af.
Berichten over de testresultaten
In Ajax-apps ontvangen gebruikers berichten over de voortgang van de test en, nadat de test is voltooid, de status van de detector.
De berichten over de testresultaten worden verzonden naar de PRO Desktop-app en naar de meldkamer via SurGard (Contact ID), SIA DC-09 (ADM-CID), ADEMCO 685, en andere protocollen.
Protocol | Test geslaagd | Test mislukt |
SurGard (Contact ID) | 601 + zone-ID | 307 + zone-ID |
SIA (DC-09) | FX + zone-ID | FS + zone-ID |
De berichten met de testresultaten zijn beschikbaar wanneer de detector is aangesloten op een Hub met firmwareversie OS Malevich 2.15.4 of hoger of op een ander hubmodel met firmwareversie OS Malevich 2.17 of hoger.