De looptest is een speciale modus waarmee alarmapparaten in het systeem kunnen worden getest om er zeker van te zijn dat ze allemaal goed functioneren. In deze modus geeft het systeem geen alarm af en stuurt het geen meldingen naar de meldkamer.
Systeemvereisten
Alle Ajax-hubs met OS Malevich 2.35 of nieuwer, behalve Hub (2G) Jeweller, ondersteunen de looptest.
Looptest kan alleen worden uitgevoerd als er minimaal één inbraak- of branddetector is toegevoegd aan de hub.
Zelfstandige apparaten, zoals videobewakingsapparaten en slimme sloten, worden niet meegenomen in de looptest.
Werkingsprincipe
De looptest is ontworpen om de werking van alle inbraakapparaten en brandmelders in een systeem te controleren. In deze modus kunt u apparaten activeren zonder dat het systeem een alarm afgeeft, sirenes activeert, oproepen doet via spraakmodules en meldingen verstuurt naar de Ajax-apps en meldkamers.
In de looptest registreert het systeem alle recente activeringen van de bijbehorende apparaten en sensoren, zodat u kunt controleren of ze allemaal goed functioneren. Bij elke opname worden de naam van het apparaat, de ruimte, het sensortype van het apparaat en de datum en tijd van de meest recente activering vastgelegd. De meest recente activering verschijnt bovenaan de lijst. De resultaten zijn in realtime beschikbaar in de Ajax-apps en kunnen worden opgenomen in het onderhoudsrapport van het systeem.
Zodra de looptest wordt geactiveerd of gedeactiveerd, stuurt het systeem hierover een melding in de Ajax-apps en informeert het de meldkamer met de CID/SIA-codes:
- E607/TS — looptest gestart;
- R607/TE — looptest beëindigd.
Bovendien toont de hub het label Looptest in de Ajax-apps wanneer de modus is geactiveerd.
Met de looptest kunt u de werking van de volgende systeemcomponenten controleren:
- Inbraakdetectoren (bewegings-, openings-, glasbreuk- en seismische detectoren, en hun ingebouwde maskeringssensoren);
- Nood- en paniekknoppen (inclusief paniekknoppen op bediendelen en sleutelhangers, en slimme knoppen die werken in de paniekmodus);
- Apparaten voor fire en life safety (exclusief handbrandmelders en apparaten uit de EN54 Line);
- Alarmapparaten van derden die zijn aangesloten via Ajax-integratiemodules (alleen als deze apparaten werken in de modus Detecteer alarmen of Rolluik).
Houd er rekening mee dat tijdens een looptest het systeem wel meldingen over sabotage en storingen blijft verzenden naar de meldkamer en de Ajax-apps.
De looptest kan niet worden gestart als:
- het systeem ingeschakeld is;
- de hub in de spaarstand staat;
- de hub of een ander apparaat wordt bijgewerkt;
- een andere test gaande is.
Wanneer de looptest wordt uitgevoerd, kan het systeem het volgende niet uitvoeren:
- beveiligingsmodi activeren (inclusief de deelinschakeling) voor het hele systeem of voor een bepaalde groep;
- overschakelen naar de spaarstand;
- de hub of de firmware van een apparaat bijwerken;
- apparaten toevoegen of verwijderen en Fibra-bussen scannen;
- eventuele andere tests uitvoeren.
De looptest uitvoeren
Elke gebruiker van een space kan een looptest voor het systeem starten.
Voordat u de test uitvoert, moet u ervoor zorgen dat het systeem is uitgeschakeld en dat er op dat moment geen firmware-updates of andere tests worden uitgevoerd.
Om de looptest te starten, in een Ajax-app:
- Selecteer de gewenste space of object.
- Ga naar het tabblad Apparaten
. - Selecteer de hub en ga naar de instellingen
. - Ga naar het menu Looptest.
- Druk op Start. Het kan tot 5 minuten duren voordat u naar de testmodus overschakelt.
Zodra de looptest is gestart, kunt u elk apparaat activeren om de werking ervan te controleren. De meest recente activering wordt bovenaan de lijst weergegeven, samen met de resultaten van de looptest.
Druk op de knop Stop om de looptest te beëindigen. Het systeem verlaat de testmodus zodra de timer voor het Looptest automatisch afsluiten is afgelopen.
Als het systeem een looptest uitvoert, terwijl het volgens het beveiligingsschema zou moeten worden ingeschakeld, verlaat het systeem onmiddellijk de testmodus en wijzigt het de beveiligingsmodus op basis van het scenario.